Studentenalmanak 1972-1973 - pagina 152

Troonrede uitgesproken door K. van der Steenhoven op de 3 dies natalis van

de vereniging I.A.N. op vrijdag 6 oktober 1972 in "De Waalse Kerk".

Mijne Dames en Heren,

Het gezelligheidsleven aan de Vrije Universiteit maakt een uitermate veront-

rustende ontwikkeling door. Een korte schets zal dit verduidelijken.

Diende men vroeger lid te zijn van een gezelligheidsvereniging omdat men studeer-

de, tegenwoordig studeert men om geen lid meer van een gezelligheidsvereniging

te hoeven zijn.

Uw Bestuur aanvaardt het ambt in onzekerheid. Hoe lang heeft de gezelligheid

nog te leven? Is het nog wel zinvol pogingen te ondernemen de vereniging nieuw

leven in te blazen? De tijden van weleer waren groots. Hadden wij niet alle posten

op het gebied van de studentenvoorzieningen in handen? De A.S.V.U. was een

deel van ons, de culturele commissie was ingelijfd bij de raad van samenwerking,

ook was in die tijd de rector corporis nog praeses van de S.R.V.U. Edoch, wij moe-

sten bijna alle studentenvoorzieningen afstoten, om te ontkomen aan een finan-

cieel debacle. Wat wij enkel over hebben is dat wij kunnen zeggen, "Kijk al deze

organisaties bloeien. Ze zijn ook niet voor niets uit onze vereniging voortgeko-

men! ! ". En dat is dan onze trots van het moment. Alle specifieke organisaties

floreren, maar met de gezelligheidsvereniging is het droevig gesteld. Heel duide-

Hjk is dit aan het daglicht gekomen bij de totstandkoming van de R.S.A. De Raad

van Samenwerking kreeg, d.w.z. alle gezelligheidsverenigingen bijeen, de sfeer

sociale opvang toebedeeld. Meer kregen de verenigingen niet, meer hebben ze

ook niet te bieden op het moment. Pogingen om cultuur, sport en hygienische

begeleiding te claimen zijn het afgelopen jaar jammerlijk mislukt.

Alle strevingen van het vorige bestuur in deze richting zijn terecht in de kiem ge-

smoord, de gezelligheidsverenigingen zijn het minst vertegenwoordigd in de

R.S.A. Het bestuur heeft in haar zeer uitvoerige inwerkperiode deze verloedering

van het gezelligheidsleven bestudeerd. Een van onze conclusies was dat het gezellig-

heidsleven zich nog steeds gedraagt in de zin van het oude rijm:

We drinken een glas.

We pissen een plas.

We laten de zaak, zoals die was.

Van een werkelijke aanpassing aan de veranderingen binnen de Universiteit en

maatschappij is nooit sprake geweest, ook niet na de fusie van corps en V.V.S.

V.U. En juist daarop is het komende jaar ons beleid gericht. Nu zal het moeten

gebeuren. Dit jaar moet het jaar worden waar de basis gelegd wordt voor het

voortbestaan van de vereniging Institutio Amicitiae Nostrae. Het oude Corps met haar

oubollige mentaliteit wordt nu definitief verlaten. De naamsverandering is de

voorbode geweest; nü wordt eens en vooraltijd gebroken met stoffige principes

en overbodig gebleken mores.

Laat ik thans overgaan tot de belangrijkste punten waarop ons beleid gestoeld

zal zijn. Allereerst dient gezegd te worden dat dj enquête een grote invloed

heeft gehad op onze beleidsbepaling. Van de 672 verzonden enquêtes ontvingen

wij 248 exemplaren via ons antwoordnummer of via L.A.N.X. terug. Hetgeen

voor een enquête per post een succes te noemen is.

150

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen