Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 78

820 maar toch heuglijk toegenomen en toenemenden omvang en van heel de huisvesting van den boekenschal der Universiteit, diene men te bedenken, dat de college-bibliotheken voor klassieke talen, geschiedenis, Nederlandsch en oudgermaansch, zeer belangrijke verzamelingen van vakliteratuur, afzonderlijk in de collegezalen .zijn opgesteld ; dat de faculteit der W i s - en Natuurkunde een zeer goed voorziene en keurig ingerichte bibliotheek-afdeeling in het laboratorium heeft; dat het Paedologisch Instituut bezig is een eigen afdeeling in te richten ; en, niet het minst, dat de groote massa der boeken is opgeborgen in vi'at men „het magazijn ' noemt, waaruit het personeel het, zoo vaak men het noodig heeft, te voorschijn brengt. De magazijnruimte, waar het bij een bibliotheek zeer bijzonder op aankomt, is bij de verbouwing ingekrompen, doordat wij een kelder weer moesten, en ook wel wilden, afstaan ; maar veel meer uitgebreid door de toevoeging van de oude leeszaal en het vroegere uitleenbureau, Heel het bovengedeelte van 166 bleef, als vroeger, van het magazijn deel uitmaken. Door de goede zorgen van Directeuren is thans de bibliotheek wederom ten volle in staat om niet alleen alle leeners te gerieven met het vele voortreffelijke studiemateriaal, dat zij ter beschikking heeft en dat voor uitleening in aanmerking komen kan, maar ook om alle lezers- en raadplegers-ter-plaatse een stoel en een plek aan tafel te bieden in een spheer van rust en stilte, waar de voornaamste werken onder hun onmiddellijk bereik staan en hetgeen zij verder behoeven, zooveel het aanwezig is (en dat is niet weinig) hun gaarne door de bibliotheek-ambtenaren zal worden verstrekt; zij doen niet liever. Ofschoon wij over het algemeen niet hebben te klagen over belangstelling en waardeering voor de bibliotheek, meenen wij toch, dat het gebruik veelvuldiger zou kunnen zijn, en het nuttig effect grooter. De theologen behooren wel tot de trouwste bezoekers. Nu de literatoren in aantal zoo afnemen (niet zonder, maar toch ook niet met afdoende reden; vonden tot nog toe niet alle doctorandi met eenige moeite en eenig geduld een plaats of althans een voorloopig plaatsje ?) hebben wij op de juristen_ thans talrijker dan ooit, méér gerekend dan hun bezoek in vorige

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen