GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 191

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 191

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1619 Maar dat befeekent waarlijk niet, dat wij werkeloos mogen wachten, en,.alles aan God overlatende, zelf niets mogen doen. Wij moeten onze roeping verstaan, en die is om ook met onze kleine kracht te woekeren, die kleine kracht in te spannen tot het uiterste, die kleine kracht in te spannen te allen tijde en onder alle omstandigheden. Daarop willen wij allen nadruk laten vallen. Wij moeten vooral in Otizen tijd niet versagen, niet de hariden slap laten hangen, niet zeggen: och, onder deze omstandigheden kunnen wij toch niets beginnen. Wij moeten in dezen tijd niet zeggen: wij verarmen en kunnen dus niets meer voor de Vrije Universiteit geven ; die V.U. zal bij zulk een algemeene verarming toch ook niet kunnen blijven voortbestaan, waarom dan gepoogd ons uit te strekken naar iets wat voor ons toch onbereikbaar is? Wij moeten in dezen tijd niet zeggen: wij welen niet waf de toekomst bergt in haar schoot, wij welen niet waar het met de wereld en in het bijzonder met ons vaderland heengaat, en of er voor de V.U. nog wel een toekomst zal zijn. waarom ons dan ingespannen voor een waarschijnlijk toch verloren z a a k ? Neen — de V.U. is een geloofsstuk. nu meer dan ooit. Het gaat niet om onze zaak, maar bet gaat om Gods zaak, en die kunnen en mogen we niet prijsgeven; in het geloof moeten wij voorwaarts gaan, onze roeping' vasthoudende. Wij hebben een roeping niet alleen voor gemakkelijke tijden, voor tijden van welvaart en vrede, maar ook voor zware en moeilijke tijden, ook voor tijden van achteruitgang en versobering, ook voor tijden van oorlog en rampspoed. Als onze God ons roept, dan roept Hij ons met een roeping, die onafhankelijk is van tijden en omstandigheden. En daarom moeten wij voorwaarts gaan, allen, ieder doende wat hij doen kan: hoogleeraren en studenten, directeuren en curatoren, oud-leerlingen onzer hoogeschool, leden en begunstigers. Wij hebben niet allen dezelfde taak. M a a r ieder heeft zijn taak om tot den bloei van onze V.U. mede te arbeiden. En die taak hebben wij te vervullen,, gedachtig aan het woord van den Prediker: „al wat uwe hand vindt om te doen, doe dat met uwe kracht" (Pred. 9 : 10); doe dat met energie, met volharding, met inzet-' ting van uw geheele persoonlijkheid — Ik zie in de bemoedigende verschijnselen waarop ik straks mocht wijzen een teeken, dat deze roeping onder ons wordt verstaan, en dat de geest der energieke gewilligheid onder ons leeft, en ik dank d a a r G o d voor! Maar — die roeping moet bestendig verstaan en vervuld worden, die geest der bereidvaardigheid moet blijven leven, ja voortdurend tot nog krachtiger ontplooiing komen. W a n t wij zijn nog niet waar wij wezen moeten, wij hebben nog geen topprestatie bereikt, wij moeten nog verder. En als wij nu voorwaarts gaan in dezelfde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940

VU-Blad | 225 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 191

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940

VU-Blad | 225 Pagina's