Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 83

De Heer Schouten aan het woord moeten. Maar wij danken U, dat wij U mogen kennen als de Alpha en de Omega. Laat Uw genade onze zonden verzoenen en ons leven bevrijden !' Daarom zal Gereformeerde wetenschap nooit zijn een speculatie van bloot-menselijk vernuft. Ze zal bereid zijn haar gedachten gevangen te geven aan de gehoorzaamheid van Christus. En een Gereformeerde Universiteit zal misschien altijd miskend worden, maar de smaadheid van Christus zal haar meerdere rijkdom zijn dan de schatten van Egypte. Die rijkdom zal rente op rente ge\en, ook voor ons volksleven. Want alle wetenschap, die de waarheid dient, zal ook het leven en het volk dienen. Daarom hebben Kuyper en de zijnen 70 jaar geleden de Vrije Universiteit opgericht. Dat was voor de wijzen en verstandigen van die dagen om het hoofd te schudden: een universiteit van bierbrouwers en koekebakkers ! Maar hier is juist een wonder, dat ons nog altijd ontroert: dat de meest eenvoudige mensen een 'eigen' Hogeschool hebben, daarvoor bidden, en daarvoor sparen! Staan wij nog zo hartelijk meelevend rondom Gods geschenken als onze ouders en grootouders ? 't Is tegenwoordig hier en daar in de mode om te klagen over een failliete boedel, die het voorgeslacht ons zou hebben nagelaten. Dat is wel een heel ondankbare klacht bij zoveel goeds ! En als wij daar niets van weten te maken, dan is dat ónze ellendigheid. Eén van de kostbare erfstukken is nog steeds onze Vrije Universiteit. J a , 'onze'. Ik zeg dit niet als een zalige bezitter, maar in diep besef van verbondenheid. Zoals een kind spreekt van 'ons' huis ! Wij bidden, dat die liefde niet verflauwe. Dan geldt ook vandaag nog Kuypers woord: 'Het werk zal niet mislukken, als wij maar bereid zijn, er bij onder te gaan'. De Hofpieinkerk In de Hofpieinkerk was Ds H. Veldkamp te Middelburg voorganger. De inleiding tot het gebed werd gevonden-in Psalm 1 : 1 en 2 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; maar zijn lust is in des Heren wet en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Dit woord Gods, aldus Ds V., laat duidelijk zien dat de weg v i n God af begint in het denken (de raad der goddelozen). Met deze 'goddelozen' zijn .geen aperte misdadigers bedoeld, maar (overigens achtenswaardige) mensen die god-loos, zonder God zijn, en in hun denken en wetenschap God en dus ook Gods Woord hebben uitgeschakeld. Deze weg moet onherroepelijk een weg naar beneden zijn. Het denken' blijft niet geïsoleerd, maar beheerst de levenspractijk. Vandaar een 2e s t a p : de weg der zondaren, gevolgd door een 3è: het gestoelte der spotters. Men 'vulIe voor h«t

woord - raad - in: filosofie, ideologie, katheder, universiteit, wetenschap of wat men maar wil, het is in elk geval van het grootste belang of deze god-loos of god-gericht zijn. De Bijbel erkent hier en overal de geweldige betekenis van de wetenschap (raad) en de omwenteling in het denken voert de omwenteling, de revolutie op straat achter zich aan. Ds V. illustreert dit voor de verschillende faculteiten met enkele voorbeelden. Het niet aan God gebonden denken, moet er ten slotte toe komen te 'spotten' met alle menselijke en goddelijke waarden. W a t wij daarom nodig hebben is de wetenschap die naar het 2e deel van het woord uit Psalm 1 : lust heeft aan des Heren wet en Zijn wet overdenkt dag en nacht. De Bijbel is geen wetenschappelijk handboek, maar het Woord des Heren geeft de richtlijnen aan niet het minst voor de wetenschap. Wij moeten bidden om wetenschappelijke mannen, die eenvoudig genoeg willen zijn, om voor Gods Woord te buigen; om knappe mannen, die een helder inzicht hebben en de kracht der dwaling kunnen weerstaan, en om vrome mannen (en vrouwen) wier lust ook is in des Heren wet. Een universiteit op deze wijze bevolkt met docenten en studenten is meer waard voor ons volk dan weltoegeruste legers en vlooteenheden. De ontmoetingsayond In de zalen van het Schuttershof, waar na de bidstond de ontmoetingsavond gehouden werd, was het meer dan vol. Van ontmoeten kon, enkele uitzonderingen daargelaten, practisch geen sprake zijn. Wie eenmaal een plaats gevonden had, moest daar wel blijven. Dat was natuurlijk een bezwaar en tegen de bedoeling in. Maar. . . . wie zou niet dankbaar zijn, dat het zó was ? Een zó overweldigende opkomst mag dan de plannen in de war sturen, ze doet een samenkomst niet mislukken. Integendeel. Er was stemming, enthousiasme, dankbaarheid bovenal. En 2129

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen