Vrije Universiteitsblad 1954 - pagina 87

Bavinck en de Vrije Universiteit Het spreekt vanzelf, dat mijn artikel in dit nummer schrijven: 'De Vrije Universiteit, hoe weinig zij ook Van ons blad moet gewijd worden aan Bavinck. Op aan haar naam en doel beantwoorde, is toch vertegende dertiende December hebben wij herdacht, dat deze woordigster en draagster van een groote gedachte. grote Dogmaticus van onze Universiteit honderd jaar Zij stelt zich een doel voor oogen dat elk Gereforgeleden geboren werd. Hoe zouden wij dan op deze meerde heilig .moet zijn, de handhaving namelijk van plaats over hem kunnen zwijgen? de eere Gods ook op het terrein der wetenschap. Zij Nu valt er niet aan te denken hier heel de levens- gaat in de opleiding van predikanten niet op, en geschiedenis van Bavinck weer te geven. Voor het , staat alszoodanig geheel buiten de kerkelijke kwesnalezen daarvan moet ik naar elders verwijzen. Ik tiën en daarom meende ik het aan de benoeming voeg er meteen aan toe, dat men, bij het raadplegen zelve verschuldigd te zijn, om ernstig te beproeven, van die hteratuur, niet mag verzizimen enigermate of ik in haar ook een roeping van 's Heeren wege critisch te werk te gaan. Zo kan men in Winkler hadde te zien'. Prins lezen, dat Bavinck als redacteur van het weekI n latere jaren, toen hij toch nog aan de Theoloblad 'De Reformatie' grote invloed zou hebben uitge- gische School te Kampen verbonden was, heeft hij oefend. Gelove wie geloven wil, alles wat gedrukt eens een Universiteitsdag geleid. Het was in 1898 te staat! Zwolle. Hij sprak als leider der Vergadering de opeEen karakterschets van Bavinck zou men van mij ningsrede uit. Daarin heeft hij op verrassende wijze eerder kunnen verwachten. Toch waag ik mij daaraan de betekenis der Vrije Universiteit onder woorden niet. Het geven van een goede karakterschets behoort gebracht. Hij zeide onder meer het volgende: in het algemeen reeds tot de moeilijkste bezigheden. 'Niet bij enkelen, maar bij tien- en honderdTen aanzien van Bavinck moet het wel als een ongetallen hebben de ongeloovige scholen van lager woon zware taak worden beschouwd. Tot dusver is en middelbaar en hooger onderwijs ons onze zobij mijn weten niemand er nog in geslaagd in dat opnen ontroofd. Gansche familiën en geslachten zicht iets aanvaardbaars te leveren. zijn door haar aan de zijde onzer tegenstanders Het enige wat ik op deze plaats kan doen, is over overgebracht. En alleen eene Christelijke wede verhouding van Bavinck tot de Vrije Universiteit tenschap, eene Gereformeerde Hoogeschool is in het één en ander in herinnering te brengen. staat, om voor ons te bewaren of ons terug te Bavincks leven als hoogleraar valt in twee ongeschenken de mannen, die met hunne overtuiginveer gelijke delen uiteen. In het begin in 1883 aan de gen niet tegenover het volk staan, maar het leiTheologische School te Kampen opgetreden, heeft hij den en voorgaan naar zijn historischen nationaaldaar ruim 19 jaren gedoceerd. Daarna aanvaarddo len en calvinistischen aard. Eene Universiteit liij, tegen het einde van 1902, het hoogleraarschap te toch is meer waard dan heel een leger des heils. Amsterdam. Na niet helemaal 19 jaren werd het afgeWant zij behoudt niet enkele zielen, maar herbroken door zijn overlijden op 29 JuU 1921. schept de wereld der gedachte, en zet het beMaar ook gedurende de jaren vóór 1902 hebben er wustzijn van gansch een volk om. Buitenlandsbepaalde verbindingslijnen gelopen tussen Bavinck sche zending is goed, en evangelisatie binnen en de Vrije Universiteit. Al heel vroeg in de geschieonze eigen erve is noodzakelijk. Maar hoog boven denis der Universiteit, die op zoek was naar goede deze staat de waarde, invloed en macht eener hoogleraren in de theologie heeft men aan deze jeugChristelijke Universiteit. Want evangelisatie dige docent te Kampen aandacht geschonken. Men moge hare duizenden verslaan; eene Vrije, wüde hem gaarne in Amsterdam hebben. In 1889 en Christelijke Hoogeschool verslaat haar tienduiin 1893 zijn daartoe serieuze pogingen aangewend. zenden'. Merkwaardig is het dat in datzelfde jaar 1889 Bavinck eveneens te Leiden voor een benoeming La aanmerking is gekomen. Niet hij, maar Gunning werd toen Tegenwoordig zouden wij het misschien niet meer benoemd. En voor de benoeming aan de Vrije Univer- op dezelfde wijze zeggen. Maar de gedachte dat een siteit bedankte Bavinck beide malen; in 1893 eerst Universiteit meer waard is dan heel een leger des nadat hij zich aanvankelijk tot aanneming bereid had heus, verdient nog heden alleszins behartigd te worverklaard. den. Bavinck gevoelde van het begin af sympathie voor In de tweede periode van zijn hoogleraarschap de Vrije Universiteit. Het bedanken is hem reeds in heeft Bavinck al zijn krachten en gaven er aan ge1889, toen de Afgescheidenen en Dolerenden dus nog wijd, die kostelijke waarde van een Christelijke Uniniet verenigd waren, zwaar gevallen. Zelf gaf hij aan versiteit voelbaar te maken en de zegen ervan aan dat gevoel in het publiek uiting door onder meer te haar studenten te doen ervaren. D.N. 2475

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen