GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 16

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

aan het eigen initiatief van de studenten. Dat moet ook. Een student moet zelfstandig leren studeren. Het is zo nuttig, dat hij naast de feitenkennis en het inzicht ten opzichte van zijn eigen vak, ook kennis neemt van de vraagstukken, die een meer algemeen karakter hebben, of wel van de problemen, die verband houden met de wijsgerige en meer ingrijpende, meer principiële achtergronden van zijn vakgebied. Het is dan ook zo, dat het heus niet vaststaat (zoals men wel eens denkt), dat een student, die na drie-en-half jaar zijn candidaatsexamen doet, een beter student is dan iemand, die het na vier jaar doet. Het hangt er helemaal maar van af welk inzicht dé eerste en de tweede in hun studietijd hebben verworven. Er zijn studenten met grote wetenschappelijke belangstelling, die, als zij het zich financieel kunnen veroorloven, graag een half jaar zich werpen op vraagstukken, die slechts zijdelings verband houden met de stof, die zij voor het examen moeten kennen; zij gevoelen echter, dat zulk een half jaar voor hun eigen persoonlijke vorming van grote betekenis is; want men; vergete niet, dat elke gedachte aan een school met klassen, waarbij men op tijd kan overgaan, en waarbij de knapste het eerst het eind bereikt, aan het systeem van de- Nederlandse universiteiten ten enemale vreemd is. Daarbij komt, dat onze mensen dikwijls ook geen inzicht hebben in het feit, dat de studie voor het ene vak veel langer duurt dan voor het andere. Misverstand Enige tijd geleden was ik in een allerplezierigst plaatsje in ons goede vaderland, dat twee studenten aan onze universiteit levert. Een belangstellende broeder vroeg mij inlichtingen over deze twee jonge mensen. Hij was nogal teleurgesteld toen hij merkte, dat ik ze geen van tweeën kende. De ene studeerde rechten en de andere scheikunde. Hij had geen inzicht in het feit, dat iedere faculteit min of meer een instelling op zichzelf is, en dat (zogenaamde toevalligheden daargelaten) een hoogleraar uit de ene faculteit een student uit een andere faculteit natuurlijk niet kent. Maar nu het punt, waar het in dit verband op aan komt. De goede broeder zei mij: „ja, die ene jongen was er nog maar twee jaar en toen deed hij zijn candidaatsexamen al, maar die andere is er nu al bijna vier jaar en die heeft zijn candidaatsexamen nog niet gedaan; dat is toch vreselijk. Ik heb medelijden met die ouders". • Ik heb getracht duidelijk te maken, dat dit op zichzelf helemaal niet betekent, dat die tweede jongeman minder goed studeerde dan de eerste, want dat het inderdaad makkelijker is om in twee jaar je candidaatsexamen rechten te doen, dan binnen vier jaar je candidaatsexamen scheikunde. Mijn lezers begrijpen wel, dat hier veel meer over te zeggen zou zijn. Ik deel deze dingen echter mee, om 2640

hen te bewaren voor een verkeerd oordeel over een student, of over studenten, die zij kennen. Weinig critiek HET

STUDENTENLEVEN.

Mag

ik

dit

eerst

zeggen: Een paar jaar geleden was ik op een „Bondsdag" van de Jongelingsverenigingen. Na afloop zag ik een troepje jongens, die nogal „lollig" deden. Ik denk, dat heel veel mensen hen nu niet bepaald gesignaleerd zouden hebben als komende van de Bondsdag. Een van de oudere aanwezigen zei: „ja, wat denk je anders? Dacht je dat het ooit mogelijk was een paar duizend jongelui bij elkaar te halen, en dan te voor-komen dat er niet eens een paar zijn, die gek doen?" Als er in het leven onzer studenten al eens iets gebeurt, dat een beetje vreemd is, zou ik willen zeggen: „wat denkt men dan? Denkt men werkelijk dat het mogelijk is meer dan tweeduizend studenten aan onze universiteit bijeen te brengen, zonder dat er ooit eens dingen gebeuren, die tot critiek aanleiding kunnen geven?" Eerlijk gezegd vind ik het alleen al een wonder, dat er niet veel meer aanleiding tot critiek is. Ik vind het echt een genade van God. Maar zeker, er zijn wel eens studenten, die zich misdragen. Toch geloof ik te kunnen zeggen, dat die gevallen, die ter keunis van de mensen komen, niet eens de ergste zijn. Zolang jongelui zich openlijk in een groot gezelschap misdragen, is er niet het element van het gemene en het geniepige in. Het ergste vind ik de stille, eenzame kamerbewoner, die weinig in gezelschap gezien wordt, die zich op de studentensoos nooit misdragen zal, maar die dikwijls 's-avonds in zijn eentje de stad ingaat, en die over zijn belevingen daar tegen iedereen zwijgt. Vervolg op bh. 2641

Bilderdijk jN dit nummer van het V.U.-blad staat het een en ander over de studenten te lezen. Hier iets van de studenten: een gedeelte uit de geestige persiflage op Bilderdijk, die te lezen is in de nieuwe studentenalmanak van de V.U. en waarin de dichter zijn visie geeft op de laatste kabinetsformatie en op de onthulling van zijn erezerk in de Amsterdamse Westerkerk. Want, Holland roeit weer, Holland knoeit weer, 't Kabinet is weer hersteld. De basis van het vollukswezen zal opnieuw de brede wezen. 'fc Heb het Gerretson gemeld. Holland reilt weer, Holland zeilt weer. Mijn naam klinkt door de Westerkerk. Al 't verleden is geleden d'Aüly onthult mijn erezerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

VU-Blad | 160 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

VU-Blad | 160 Pagina's