GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 132

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 132

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De toekomende eeuw" (Lucas 18 vers 28 — 31) Moderne mens, wat hebt ge mij te zeggen op al de overtredingen, God aangedaan? Blijft ge erbij naar aards geluk te dreggen en niet voor God op beide knieën neer te gaan? Moderne mens, welk weerwoord wilt ge spreken na al het bloed en kruitdamp en het prikkeldraad zolang men predikanten laat staan preken en zelf voorbij gaat aan geloven metterdaad?

Ik zou degene, die zoiets zegt, willen antwoorden: „mijn broeder of mijn zuster, wie zegt, dat studenten heilige boontjes zijn? Dat zijn ze gelukkig niet". Onze Moderne mens, ik vraag u te bezinnen dames en heren studenten zijn heel gewone jongelui. gij, die verborgen zijt in huizen van vermaak; Meestal heel plezierige jongelui, jongelui die slechts bij mens met vernis, maar dood en dor van binnen uitzondering niet heel correct en sober leven. Ik dxirf dat God u eenmaal roept, is ook vandaag Uw zaak. met een gerust hart te zeggen, dat ik in het algemeen genomen over het leven van onze studenten uiterst Moderne mens, gij die niet wilt geloven tevreden ben. Ik volg nu een kleine vijftig jaar het dan mathematisch voorgerekend en beloond, leven van onze gereformeerde studenten van zeer nabij. weet dat de Bijbel schrijft uit naam van Boven: I n 1909 werd ik zelf student. In hetzelfde jaar begon dat wie gelooft, eens bij Hem in de Hemel woont. ik mee te leven met de N.C.S.V. In de winter van 1909/1910 kreeg ik het eerste contact met studenten c. joh. schreurs van de V.U. Zowel in de N.C.S.V. als in de Nederlandse Studenten Zendingsbond ben ik met studenten van alle Nederlandse universiteiten en hogescholen in vrij nauw contact geweest. Als afgevaardigde van het studenten- jonge mensen en dat je aan de over-, overgrote meerdercorps van Kampen heb ik meer dan één feest aan de heid van de Rotterdamse jeugd onrecht zou doen als V.U. meegemaakt, ook studentenfeesten tot diep in de je zo maar ging praten over „de gereformeerde jongeren nacht. Tijdens de ruim twaalf en een- half jaar, dat ik van Rotterdam, die niet deugen". predikant was, heb ik het contact met de studenten niet verloren, omdat ik toen ook studeerde aan de V.U. Misschien dat nu iemand. komt met de opmerking; Na mijn komst in Amsterdam in 1924 heeft dat contact „ja, maar daar is niet lang geleden toch een boekje zich regelmatig voortgezet en ik kan wel zeggen, dat verschenen onder de titel: „Gij geheel anders". Dat was ik tot mijn blijdschap mee mag leven in de studenten- een heel ernstig boekje. En in dat boekje werd dan toch wel een heel ernstige klacht gehoord over het gemeenschap. E n dan kan ik met een blij hart zeggen, dat naar studentenleven. Het is dan toch maar erg wat ei mijn vaste overtuiging, in het generaal genomen, het gebeurt, dat staat toch uitdrukkelijk in dat boekje. leven van de studenten beslist minder tot critiek aan- En dat boekje is toch ook geschreven door dominees en studenten". leiding geeft dan zo'n veertig, vijftig jaar geleden. Hierbij moet men niet vergeten, dat het aantal van Ik weet dat natuurlijk ook. Ik ken dat boekje. Ik de studenten thans de tweeduizend meer te boven gaat heb het gelezen en herlezen. dan er vijftig jaar geleden studenten in totaal waren. Misschien hebben velen, die zich op dat boekje beWie dit bedenkt, zal, hoop ik, ook over het vraagstuk roepen, ook de indruk gekregen, dat het een zeer eenover het leven van de studenten tot verstandige con- zijdig boekje is. Misschien ook niet clusies komen. Maar ik wü wel graag zeggen, dat ik de verschijning Onze gereformeerde ouders vergeten al te zeer, dat van dit boekje uitermate betreur, omdat het een indruk de studenten maar niet een verzameling rare kerels achter laat, die beslist onjuist is. en gekke meisjes zijn, maar dat het hun eigen zonen Men kan op zichzelf juiste dingen zeggen over uw en dochters zijn. En de levenshouding van de grote gezin en over het mijne. Maar men kan dat zo doen, groep van studenten is dezelfde als die van de grote dat gij zelf uw gezin en.dat ik mijn gezin in de b& groep van jonge mensen in een grote gereformeerde schrijving ternauwernood nog kan herkennen. kerk. I n zo'n grote kerk van zeg zo'n vijftienduizend En zoiets is er nu gebeurd in het boekje „Gij geheel zielen zijn natuurlijk ook gereformeerde jongelui, die anders". soms een hele rare schaats rijden. Maar daarmee ga Het is dan ook geen wonder, dat de aftredende rector je niet de gereformeerde jeugd van die kerk op één magnificus, professor Gispen, in zijn overdrachtsrede hoop gooien. J e gaat ook niet die kerk met verwijten duidelijk heeft laten merken,.dat ook hij de verschijning overladen. Stel dat dit de kerk van Rotterdam zou zijn, van dit boekje betreurt. dan zou je ook niet zeggen: „dat Rotterdamse geIn een volgend nummer van ons blad hoop ik op dat reformeerde leven lijkt naar niets". Je neemt natuurlijk boekje uitvoeriger terug te komen. gaarne aan, dat er in Rotterdam verdriet is over de J. Waterink 2708

De roi jaren van d< van dl We ontwil twee f te mei facultf •f sect ket Fr politie ipleidi leven, iefiniti oeiale ittderg ïet w< jj j^^^^ ifzondi iierme bnctio Ent

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

VU-Blad | 160 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1957 - pagina 132

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

VU-Blad | 160 Pagina's