GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 129

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

uit alle schoorstenen, dat alle lampen die U, waar ook, ziet branden, dat alle trams, alle automobielen, alle bromfietsen, alle gastoestellen waarop alle huisvrouwen de maaltijd bereiden, dat alle fabrieken en alle schepen in de haven, dat al deze activiteiten slechts mogelijk zijn, doordat onze aarde rijk is aan resten van vroeger geleefd hebbende planten en dieren. Bij het onderzoek van deze fossielen is nu gebleken, dat er vroeger vaak geheel andere planten en dieren leefden dan tegenwoordig. Ook is aangetoond dat in de loop van zeer lange tijden de planten en de dieren sterk van vorm zijn veranderd. Deze en andere waarnemingen hebben de moderne biologie er toe gebracht om aan te nemen, dat alle planten en dieren op de aarde in (de loop van honderden millioenen jaren uit elkander ontstaan zijn, dat de gehele flora en fauna, die wij momenteel om ons heen zien door een gigantisch evolutieproces is ontstaan. Ook van de mens heeft men honderden fossielen gevonden op vele plaatsen van de wereld. Daaruit bleek dat ook de mens er vroeger soms anders uit zag dan tegenwoordig. En zo is dan de moderne biologie tevens tot de conclusie gekomen, dat de mens vanuit de dierenwereld is voortgekomen, tijdens een proces dat millioenen jareri heeft geduurd. Nu is er in dat land van de moderne biologie onder de mensen nog een andere belangrijke opinie, die ieder die vanuit onze kring dat land bereist, opvalt. Zeer velen zijn daar namelijk van mening, dat er geen God bestaat. Een zeer vooraanstaand Amerikaans bioloog heeft zelfs enkele jaren geleden uitgesproken, dat de gegevens waarover de moderne biologie beschikt besUst onverenigbaar zijn met de gedachte dat er een God is. Die iets met deze wereld te maken heeft. Ook heeft hij met klem de mening verdedigd, dat de mens toevallig op de aarde is ontstaan. Het had ook niet of anders kunnen gebeuren. Ja, in dit land van de moderne biologie is voor velen de wetenschap zelf tot godsdienst geworden. Eén van de invloedrijkste Engelse biologen heeft in 1957 zelfs twee boeken geschreven met de titels „ReUgie zonder openbaring" en „Nieuwe zakken voor nieuwe wijn", in welke boeken duidelijk tot uitdrukking komt, dat hij ieder zweem van het Christendom als ouderwetse, schadelijke bijgelovigheid beschouwt, die radicaal uit het biologisch, uit het menselijk denken geweerd moet worden. Zo is de moderne biologie een fascinerend, maar door en door onchristelijk land. En in dat land zijn wij door U gezonden. Dat is de wereld waarin wij ons jaar in jaar uit moeten bewegen, waarin wij ons werk hebben gevonden. Wij doen daar ons onderzoek, wij spreken er met de mensen, wij lezen bladzijde voor bladzijde hun boeken. Zo zwerven wij soms weken aaneen alleen door dat vreemde land. Nu U zo een tekening hebt gekregen van de moderne .biologie kurmen wij vervolgens het woordje „en" uit de titel van deze voordracht gaan bezien: „De Vrije Universiteit en de moderne biologie". Wat heeft deze verbinding voor zin? Wij zagen dat de Vrije Universiteit is opgericht door-

dat een merkwaardige groep mensen, onze voorouders, een geloofsvisie had, die inhield dat het evangelie van Jezus Christus van betekenis is voor alle terreinen van het leven, en dus ook voor de wetenschap. Dit betekent dat dit óók geldt voor de moderne biologie. Ook daar zal men pias tot een goed beeld van de levende natuur komen, wanneer men deze vanuit het evangelie gaat bezien. En op grond van deze visie is ook het geld bijeengebracht om een biologische afdeling aan deze Universiteit te kunnen verbinden. Ook deze heeft de drie opdrachten meegekregen die wij daar straks schetsten. In de eerste plaats de opleiding van studenten. Dat wil dus zeggen dat de studenten door de hoogleraren en hun medewerkers het vak wordt geleerd. Dat zij lessen krijgen, laboratoriumonderzoek leren verrichten, en buiten in de natuur leren waarnemen en werken. Daarnaast hebben de hoogleraren de taak hen ook in te leiden in het denken van het land van de moderne biologie. De studenten moeten kennismaken met de geestesstromingen die daar de boventoon voeren, en miet het onchristelijk geloof dat velen daar beheerst, omdat zij anders naderhand, als zij zelf in dat land werkzaam moeten zijn, daar onvoorbereid' tegenover staan. Vanzelfsprekend moet dit geschieden op een bepaalde wijze, in het raam van de geloofsvisie waar wij over spraken. Daarover echter straks. De tweede taak die de biologen van U hebben meegekregen, is de uitkijktoreutaak. Zij dienen in het land van de moderne biologie scherp en critisch rond te zien. Zij moeten daar nauwkeurig nagaan welke vondsten de biologie heeft gedaan, die van betekenis zijn om ook thuis in wijde kring bekend te worden, zodat ons beeld van deze wereld daardoor wordt verdiept. Dit is een uiterst moeilijke taak, die natuurlijk niet alleen de biologen hebben, maar alle onderzoekers die aan deze Universiteit verbonden zijn. Uiterst moeilijk, omdat hierdoor soms ernstige problemen kunnen rijzen. Omdat deze gegevens soms ingaan tegen bepaalde opvattingen, die in onze kringen lange tijd hebben geheerst. Wanneer de natuurkundigen en de geologen uit onze kring ons voor ogen houden, dat de aarde reeda enkele milliarden jaren bestaat, dan lijkt dat vaak een haast onverteerbaar gegeven, omdat wij steeds meenden, dat de Bijbel ons leerde dat de aarde slechts enkele duizenden jaren oud was. Wanneer de biologen van mening zijn, dat reeds zeer lang voordat de mens op aarde leefde er planten en dieren stierven en elkander verslonden, dan lijkt dat haast onaanvaardbaar, omdat wij steeds gemeend hebben dat de Bijbel ons meedeelde, dat ook dit sterven een gevolg van de zondeval was. Wanneer de biologen tot de conclusie komen, dat de planten en dieren niet constant, maar in het verleden zo van vorm veranderd zijn dat de ene soort in de andere overging, dan gaat dat vaak tegen alles in ons in, omdat wij lang hebben gemeend dat de Bijbel ons voorhield dat God de planten en dieren allen zo geschapen heeft, als wij hen momenteel aantreffen. Wanneer de bioloog mee2813

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

VU-Blad | 156 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

VU-Blad | 156 Pagina's