Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 193

kweekschool te Amsterdam, benoemd tot wetenschappelijk hoofdambtenaar A. Tot lector in de faculteit der geneeskunde werden benoemd mej. dr. C. M. J. Velzeboer (oogheelkunde), dr. F. van Paassen (anatomie en speciaal embryologie), dr. J. Janssens (gynaecologie en obstetrie) en dr. T. D. Stahlie (pediatrie). Men ziet, ook deze faculteit blijft niet achter bij de algemene steeds verdergaande uitbreiding en specialisatie. Vertrek De heer H. A. Höweler is op eigen verzoek om gezondheidsredenen eervol ontslag verleend als bibliothecaris, een functie, die hij aan de Vrije Universiteit sedert 1949 bekleedde. Hoewel het hier eigenlijk niet de plaats is om over zijn verdiensten uitvoerig uit te weiden, willen wij toch graag uiting geven aan onze waardering voor zijn minzaamheid, ijver, werkkracht en voor het vele, dat hij ondanks zijn slechte gezondheidstoestand, voor de bibliotheek gedaan heeft. Wij zijn hem hiervoor dankbaar en wij wensen hem van harte beterschap toe. In zijn plaats hebben directeuren benoemd dr. ir. J. Stellingwerff, die nu waarnemend bibliothecaris van de technische hogeschool te Eindhoven is. Promoties Het vorig jaar vonden er tien promoties plaats. Volgens het november-nummer van het vorig jaar zouden het er maar 4 geweest zijn, maar gelukkig was dit een drukfout. Dit zou inderdaad wel erg schraal geweest zijn. Zou het misschien niet zo zijn gegaan, dat vélen hierin een aanleiding hebben gezien om zich eens extra in te spannen ? Als dit zo is, dan kan dit een bewijs zijn, dat drukfouten ook hun nut hebben. In ieder geval zijn er dit jaar 33 promoties geweest.

SOCIALE

GENEESKUNDE:

(Vervolg

van pag.

SBS)

ziekten, zoals huisvesting, voeding, arbeidsverhoudingen, alcoholisme en prostitutie. Vanzelfsprekend zal zij ook bestuderen de sociale gevolgen van ziekten, zich uitend in ziekteverzuim, invaliditeit, degeneratie (ontaarding) en dergelijke (sociale pathologie). In de tweede plaats zal de sociale geneeskunde zich bezig houden met de maatschappelijke kant van de problemen der hygiëne, dat wil dus zeggen met alles, wat, sociaal bezien, de gezondheid kan bewaren, ziekte kan voorkomen, c.q. de gezondheid kan bevorderen (sociale hygiëne). Hierbij zal zij zich enerzijds bemoeien met woningbouw, ventilatie, verwarming, waterleiding, riolering, enz. en anderzijds met diverse soorten van consultatiebureaus (zuigelingenzorg, kleuterzorg, praenatale zorg, tuberculose, zorg voor de geestelijke volksgezondheid), met schoolgeneeskunde, bedrijfshygiëne, sportkeuring, bestrijding van besmettelijke ziekten, bestrijding van geslachtsziekten, geneeskundig onderzoek voor het huwelijk, eugenetiek (rasverbetering) e.d. Een groot deel van laatstgenoemde zorg — geneeskundige voorzorg namelijk — wordt ook wel samengevat onder de naam preventieve geneeskunde en is dus een (belangrijk) onderdeel van de sociale hygiëne. Scherp omlijnd is het begrip echter niet. W i l men een definitie, dan zou men het kunnen omschrijven als het treffen van sociale maatregelen ter voorkoming van ziekten, rechtstreeks op het individu gericht en toegepast. Typische voorbeelden hiervan zijn de inentingen tegen pokken, difterie, kinkhoest, tuberculose en kinderverlamming. Tenslotte ressorteert onder sociale geneeskunde ook de z.g.n. sociale therapie. Hierbij komen onderwerpen aan de orde uit de sociale verzekering, zoals : ongevallenwet, ziektewet, land- en tuinbouwongevallenwet, invaliditeitswet, algemene ouderdomswet ên soortgelijke wettelijke maatregelen. Ook behoren hiertoe de volgende zeer belangrijke vormen van maatschappelijke gezondheidszorg : ziekenfondswezen, ziekenhuiswezen en wijkverpleging. Sociale geneeskunde omvat dus een uitgestrekt terrein. Het betreft niet alleen de verzekeringsgeneeskunde, maar ook de bedrij fsgeneeskunde, de schoolgeneeskunde en de gerontologie (leer aangaande de op leeftijd gekomen mens). Sociale geneeskunde regardeert niet meer uitsluitend de economische zwakkere groepen uit de maatschappij, maar heel de samenleving in de verschillende groepsverbanden, zoals het gezin, de buurt, de school, de werkplaats, het bedrijf, het ziekenhuis, de kazerne, enz. Tevens blijkt hieruit dat juist in de sociale geneeskunde diverse onderwerpen ter sprake komen met een uitgesproken principiële kant. Bij de sociale pathologie is dit bijv. het vraagstuk van de geboortebeperking en de geboorteregeling, bij de sociale hygiëne noem ik u de schoolgeneeskunde, inenting tegen pokken, geneeskundig onderzoek voor het huwelijk, ougenetiek, geestelijke volksgezondheid en bij de sociale therapie zou ik willen wijzen op gebedsgenezing, bepaalde facetten van het sociale verzekeringswezen, op het ziekenfondswezen, alsmede op het ziekenhuiswezen. Al deze onderwerpen immers komen eerst dan tot zijn recht, wanneer men ze ook belicht vanuit de levens- en wereldbeschouwing, die wij nu eenmaal voorstaan. Prof. dr. A. C. Drogendijk.

3137

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen