Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 227

stellen en te bewijzen, maar men stuitte daarbij veelal op onverklaarbare leemtes. Een onderzoek naar de ontwikkeling van het schrift van deze lang niet in alle opzichten primitieve volken bracht de historici ook niet het gewenste resultaat en de na-oorlogse proeven met radio-actieve onderzoekingen laten ook nog wel ruimte voor vraagtekens. Zeer interessant voor ons als niet-ingewijden in deze wetenschappelijke studie, waren o.a. de raakpunten met bijbelse geschiedenis, zoals het verhaal van de koningin van Scheba en van de brandende braambos in Midean. De geanimeerde bespreking (op sommige punten uitgebreider dan het onderwerp!) was een waardig besluit van dit programma-onderdeel, waarbij nog valt op te merken dat het voortijdig uitvallen van de lamp van de ,,toverlantaarn" te betreuren viel. Ziekenhuis In d e zon Het prachtige herfstzonnetje wekte het verlangen op om de speech van de directeur-geneesheer van het academisch ziekenhuis in aanbouw, de heer F. H. A. Kothe, in de buitenlucht aan te horen. Z o kon het gebeuren, dat we in de zon en onder een boom een ter zake zeer kundige explicatie kregen te horen van de heer Kothe, die ons, mede door zijn gevoel voor detail, tot in de finesses inleidde in de problemen van het gigantische bouwwerk, dat eens de medische faculteit tot Sieraad zal zijn. Als we alle gegevens omtrent dit onderwerp zouden vermelden, was het V.U.-blad te klein en bovendien is er in de kring van de V.U.-vrienden, door middel van dit blad al een behoorlijke bekendheid aan gegeven. Dat het geheel van de nieuwbouw een boeiende zaak is, voor ons jongeren zeer sprekend, dient hier met nadruk gezegd te worden. De V.U. is één en al bouw-V.U., figuurlijk zowel als letterlijk. Enkele punten uit dit referaat: er komen zo'n 15 bezoekersliften, 714 bedden, naar alle waarschijnlijkheid een ,,variabele" keuken (niet een eenheidsgroente per dag b.v. — een uitvloeisel van de hotelgedachte: het ziekenhuis moet het de patiënten zoveel mogelijk naar de zin maken), geen grote zalen, welhcht een geheel nieuwe bezoekuur-indeling en allerlei andere zeer aantrekkelijke en moderne vernuftigheden. Men vraagt zich af, hoe dat allemaal kan in het gebouw, dat nu nog niet veel meer is dan een betonskelet. Bij de weekend-opening had de rector-magnificus de heer Kothe als ,,de gevaarlijkste man in ons midden" aangeduid (hij zou bij ziekworden niet aarzelen in de buitenlucht operatief in te grijpen!) maar de zorg, die er aan de patiënten-van-straks nü al wordt besteed, heeft ons het tegendeel daarvan reeds bewezen. Bouwen De heer G. A. van Solinge, vertegenwoordiger-propagandist der V.U., hield ons in zijn afrondingstoespraak duidelijk voor ogen, dat de Vrije Universiteit overal vrij van is, van staat en kerk, maar aan één ding gebonden: Gods W o o r d . Dat is ook de reden van het telkens weer een beroep (moeten) doen op hen, die ook dat W o o r d willen zien als hun basis. En in feite legt het bestaan van de V.U. ons op er voor te werken. Niet uit traditie, maar omdat wij de wetenschap, die de bijbel als fundament heeft, ook in 1960 en in de toekomst nodig hebben. (Zie vervolg pag. 3173)

Boven:

de heer F. H. A.

Kothe,

geneesheer-directeur

van het aca-

demisch

geeft

zonnige

ziekenhuis, ..voorplein"

op het

van

„De

Witte Hei" aanschouwelijk

onder-

richt over wat er allemaal

gebeurt

én nog gebeuren gaat op hef bekende bouwterrein

in

Amsterdam-

Zuid.

Beneden:

prof. dr. D. S.

ma houdt in de conversatiezaal

Aftezijn

boeiend betoog over Arabië en de bijbel.

3171

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen