GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 90

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 90

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De toeneming van de uitgaven ten opzichte van 1960 met bijna ƒ 1.500.000,— viel grotendeels in de personele sector. De stijging van deze kosten bedraagt n.l. ruim ƒ 1.000.000,—. De reeds in het begin van dit verslag gememoreerde uitbreiding van het personeel ten behoeve van onderwijs en onderzoek, het ziekenhuis, de bibliotheek en de algemene dienst enerzijds, en stijging van de personeelskosten door enige verhoging van salarissen en pensioenlasten anderzijds beïnvloedden deze uitgaven in sterke mate. Met betrekking tot de overige in de exploitatierekening voorkomende posten kan worden geconstateerd dat ook deze, op een enkele uitzondering na, een duidelijke verhoging te zien geven. De groei van de Universiteit en de steeds verdergaande ontwikkeling van de Mretenschap vereisten, naast de ingebruikneming van speciaal daartoe aangekochte of gehuurde panden (De Lalressestraat 142, Prins Hendriklaan 35 en andere tijdelijke voorzieningen) onder meer een belangrijke uitbreiding vEin het instrumentarium en het boekenbezlt. Bovendien komen in 1961 voor het eerst in de exploitatierekening voor de uitgaven betreffende de kosten van de opleiding voor leerling-verplegenden, welke met ingang van 1-10-'61 is aangevangen. De onkosten van de organisatie en het bureau van de vereniging opgenomen onder „verenigingskosten" waren in vergelijking tot 1960 belangrijk lager in verband met het feit dat deze post in 1960 sterk beïnvloed werd door de in dat jaar aangekochte nieuwe adresseermachines. Noodzakelijke uitgaven in verband met herstelwerkzaamheden konden in 1961 gelukkig tot een minimum worden beperkt. Ten gevolge hiervan daalde de post „exploitatie gebouwen en installaties" met ruim ƒ 100.000,—. Wat betreft de ontvangsten zijn ter vergelijking met voorgaande jaren in het bovengenoemde overzicht ook de contributies vermeld. Uit dit overzicht blijkt, dat, uitgezonderd de forse stijging ten 10

gevolge van de zgn. één-dags-actie in 1959, een verhoging van de contributie-ontvangsten slechts geleidelijk aan plaats vindt. Gelet op het feit dat op hen die tot de kring der Vrije Universiteit behoren regelmatig een beroep wordt gedaan voor velerlei andere kerkelijke en charitatieve bijdragen, vinden Directeuren het verheugend dat de contributies niettemin op dit peil konden worden gehandhaafd. Dat neemt echter niet weg dat zij de overtuiging zijn toegedaan dat dit peil onvoldoende zal zijn om aan de stijgende exploitatiekosten in de komende jaren volledig het hoofd te kunnen bieden. Dit klemt te meer omdat ook de post rente beleggingen naar verwachting eerder af dan toe zal nemen, in verband met het feit dat de nieuwbouw in deze jaren grote bedragen zal gaan vragen. Reeds in 1961 kon het bedrag van de rente beleggingen zich niet handhaven op het peil van 1960 o.a. ten gevolge van een geringe verlaging van de rentevoet. Het eigen aandeel van de vereniging in de netto exploitatiekosten over het verslagjaar bedraagt ƒ 1.007.722,14. Dit kan als volgt worden gespecificeerd: aandeel in de universitaire uitgaven kosten theologische faculteit nlet-gesubsidieerde universitaire en andere uitgaven

ƒ 374.796,94 „ 218.132,56 „ 414.792,64 ƒ 1.007.722,14

Dit betekent dat van de netto exploitatiekosten in feite ruim 12 % voor eigen rekening kwam. In 1961 kon dit eigen aandeel vrijwel, zij het met een tekort van ƒ 41.987,70, als volgt worden gedekt: a. collecten ten behoeve van de theol. faculteit b. bijdragen van leden, donateurs, begunstigers en diverse giften c. opbrengst eigen vermogen — onroerende goederen en interest d. bijdrage administratiekosten Vrouwen V.U.-Hulp

ƒ

162.764,92

647.938,31

115.031,21

40.000,—

ƒ

965.734,44

Hieruit blijkt echter wel overduidelijk dat de ontwikkeling en ontplooiing van de Vrije Universiteit grote financiële bijdragen zal blijven vragen van de leden, donateurs en begunstigers der vereniging. In vergelijking met de rijksinstellingen voor wetenschappelijk onderwijs blijken de exploitatie-uitgaven van de Vrije Universiteit nog bijzonder gunstig te liggen. Wij verwachten echter dat omstreeks 1970 aan de Vrije Universiteit ca. 5000 studenten zullen zijn ingeschreven, hetgeen betekent dat de netto uitgaven dan waarschijnlijk ƒ 25.000.000,— a ƒ 30.000.000,— per jaar zullen bedragen. Daarvan uitgaande en rekening houdend met het feit dat niet alle uitgaven van de Vereniging en de Universiteit voor subsidie in aanmerking komen, verwachten Directeuren dat als dan minstens ƒ 2.000.000,— voor eigen rekening van de vereniging zal blijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 90

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's