GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 6

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ACTIVERING

VAN

TALENTEN

GAAT MIJN KIND STUDEREN;? De term activering van talenten is gebruikelijk geworden in allerlei discussies over de deelname aan het wetenschappelijk onderwijs. Men denkt dan aan het opsporen van voor de universiteit geschikten en aan diverse pogingen om dezulken ertoe te brengen inderdaad wetenschappelijk onderwijs te gaan genieten. Het is hun, die zich met deze materie bezig houden, bittere ernst: „Nederland is niet rijk aan grondstoffen en daarom moeten de beschikbare hersens goed getraind worden; om het welvaartspeil van ons land te kunnen handhaven, zullen wij ons een tekort aan academici niet kunnen veroorloven; er is nog een reserve aan intellect in ons volk aanwezig en het zou onjuist en tegenover betrokkenen dikwijls onrechtvaardig zijn indien dit niet tot ontwikkeling gebracht werd". Op de vraag wat gedaan zou moeten worden om zoveel mogelijk capabele jongelui de poorten van universiteit en hogeschool biimen te voeren, worden verschillende ant-

woorden gegeven. Van bepaalde zijde verwacht men bijna alles van maatregelen op financieel gebied. Men denkt dat een royaal studieloon het studeren wel aantrekkelijk genoeg zal maken. Een systeem van renteloze voorschotten wordt uit den boze geacht; individueel mag de student het risico niet lopen dat, hetzij na staking van de studie, hetzij na afstuderen, de terugbetaling van een gedeelte van het geinvesteerde geld moeilijkheden zal opleveren of althans een zeker offer zal vergen. Dat dit risico bij een ander stelsel voor rekening van de gezamenlijke belastingbetalers komt, schijnt men nauwelijks de moeite van het overwegen waard te vinden. Dat ouders die zelf de studie van hun kinderen financieren dit in verreweg de meeste gevallen ook niet uit ruime middelen doen en dan, behalve voor deze aanzienlijke investeringen ook voor het er mee verbonden risico moeten opkomen, wordt al evenmin in de discussie betrokken. Sommigen gaan zover, dat zij niet slechts de student zelf op onbekrompen wijze van geld willen voorzien, maar ook de ouders willen tegemoetkomen, aangezien dezen een deel van het loon moeten derven, dat een niet meer leerplichtig kind zou kunnen verdienen. Dat ouders zich dit voordeel zien ontgaan zolang een zoon of dochter nog niet met een middelbare-schoolopleiding is klaargekomen, kan er dan nog wel bij door, maar nadat hij of zij zeventien of achttien jaar is geworden, moeten financiële nadelen niet slechts wegvallen, maar in voordelen gaan verkeren. Nu zijn er zonder enige twijfel gevallen waarin dit gezien de situatie waarin het gezin verkeert een gezond standpunt mag heten, maar wellicht komt het nog vaker voor, dat een hang naar luxe of althans het niet bereid zijn zich iets te ontzeggen de ouders doet eisen dat het kind, waarvoor zij reeds zoveel geld hebben uitgegeven, nu eens voor tegenprestaties zal zorgen. Als het zo ligt, komt men er

Vervolg van pag. 3

vakken bestaan plannen voor een wettelijke regeling. Kerk, staat en maatschappij mag ik niet vergelijken met drie kleine vossen, die de wijngaard der wetenschap bederven, maar veeleisend zijn ze wel. De juridische hoogleraren hebben daar weet van, geen spijt, al ontneemt het veel tijd aan de wetenschap. Meer dan vroeger valt de nadruk op de begeleiding van de studie: geleidelijk zijn een aantal assistenten benoemd, die daarin een werkzaam aandeel hebben. Tenslotte kent de faculteit ook studenten, die hebben wel eens iets, waarvan je als ouder je af zou vragen: van wie hebben ze het. 6

Stellig zal ook deze generatie te zijner tijd en op haar manier ons volksleven dienen. Allen, hoogleraren, docenten, assistenten en studenten zien verlangend uit naar het nieuwe gebouw waar zij de mogelijkheid voor bredere ontplooiing van opleiding en studie zullen vinden. Prof. mr. P. J. Verdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 6

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's