GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 23

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

te zijn. Voor de oorlog, in 1937, zijn twee dames gepromoveerd: prof. V. d. Molen en mevrouw Diemer-Lindeboom. En na de oorlog tel ik ook maar 5 gepromoveerden wat geen hoog percentage is: als u rekent dat deze zomer aan de V.U. de 600ste promotie heeft plaats gevonden. Blijkbaar is het voor de meeste vrouwen toch niet boeiend genoeg om al haar tijd, kunnen en energie te besteden aan het zware werk van het schrijven van een proefschrift zoals ook de meeste mannelijke studenten daar niet toe komen. Maar is zij daarom verloren voor de wetenschap? Ik dacht van niet. Want zij heeft geleerd anders te denken en te overleggen en te beslissen en die methode van denken brengt zij verder het land in en de wereld over.

Dan is de tijd aangebroken voor de oprichting van het eerste meisjesdispuut, de oratische vereniging P.A.L.L.A.S. Maar de dames bleven lid van het corps. Totdat na de tweede wereldoorlog een echte golf losbreekt van meisjesstudenten. In 1945 kwamen wij op met ongeveer dertig eerste-jaars meisjes. In het corps waren toen ongeveer zestig meisjes ingeschreven en dat begon moeilijkheden te geven. De vreugde van het weer student zijn werd nogal langdurig en luidruchtig gevierd en misschien ontbrak het ons wel eens aan de vrouwelijke ingetogenheid waar prof. H. H. Kuyper van wist te spreken en die ook de goede tijd van weggaan kent. In ieder geval: een afscheiding was onvermijdelijk en zo werd begin 1946 de Vereniging van Vrouwelijke Studenten aan de Vrije Universiteit opgericht, wier vertegenwoordigsters wij nu ieder jaar in ons midden hebben. En inderdaad is deze scheiding toch het beste geweest. Mochten wij in onze tijd nog weleens scherp tegenover elkaar staan, ik geloof dat de verhoudingen nu zo zijn geworden dat de scheiding zeer wenselijk is maar ieder contact toch op hoge prijs wordt gesteld. En sinds er een eigen clubhuis is, is elke gedachte aan een naar bier en oude as ruikende sociëteit vervlogen.

Opdracht Een vrouw die gestudeerd heeft, heeft iets verworven wat zij niet meer verliezen kan en wat zij steeds in praktijk zal brengen. Vrouw en wetenschap zijn geen vijanden, al is alles nog niet koek en ei. Want die opdracht van Genesis 1 en 2 is nog steeds niet voldoende uitgewerkt. Wat zal het prachtig zijn als man en vrouw samen in de wetenschap, in de studie, in de praktijk van hun leven, in de politiek, met maximum van hun kennis en van hun eigen wezen weten te verenigen zodat het resultaat niet meer alleen mannelijk of vrouwelijk, maar echt menselijk zal zijn. De strijd om te mogen studeren is voorbij, maar deze taak ligt er nog steeds. En dan die andere vraag: Wat hebben wijzelf aan de studie gehad? Een praktische vraag. Als je nu trouwt, is het dan eigenlijk niet jammer dat je zo'n lange en zware studie hebt gehad die bovendien nog duur was, zonder dat je het in de praktijk brengt? Dat wordt mij nogal eens gevraagd. Ik kan daar alleen maar een persoonlijk antwordt op geven. Ik geloof dat de studie nooit weg is. Want daardoor heb je iets gekregen dat je niet meer kunt verliezen, een andere houding in het leven die van invloed is in je gezin maar ook daarbuiten. Ik zie voor ons juist nog een grote taak. Wij zijn bevoorrecht omdat we studeren mochten en die dankbaarheid zullen wij in daden om moeten zetten.

Geen strijd meer En het aantal vrouwelijke studenten? Dat stijgt van jaar tot jaar. 1945: 106; 1955: 285; 1961/'62: 566. Niemand vraagt zich meer af of meisjes studeren mogen. Ze doen gewoon mee, ze leggen haar examen af en ze krijgen een baan of ze trouwen. Alles is genormaliseerd en het strijdkarakter is verdwenen. Er blijven nog twee vragen: wat heeft de V.U. aan deze vrouwen gehad? Dat is de eerste. Nu, als je het alleen wetenschappelijk bekijkt en je zoekt het resultaat daarvan in het aantal promoties, dan hoeven wij nog niet erg trots

Taken Er is in ons land een hele vrouwenbeweging die verlangt naar vrouwen van de academie die echt meedoen. Er is de politiek en het kerkelijk werk waar wij niet gemist kunnen worden. Wij zullen bereid moeten zijn onszelf ook daarvoor te geven en dat is werk waar iedereen aan mee kan doen ook al heeft zij een gezin. Nee, het is heerlijk om dit mee te hebben mogen maken, het studeren en het student zijn aan de V.U. Er liggen nog vele taken voor de vrouw. Eén daarvan is de taak waarvoor wij vanmiddag bij elkaar zijn: het V.U. busje. Zelfs dat heeft al een opvoedende taak voor de kinderen en kan je, hoe jong je bent, al in contact brengen met de wetenschappelijke instelling. Daarom was het mij een vreugde u als vertegenwoordigsters van bijna 112000 spaarsters, dit vanmiddag te mogen vertellen over vrouwelijke studenten aan de Vrije Universiteit ! Mevr. M. J. van der Veen - Schenkveld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

VU-Blad | 186 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

VU-Blad | 186 Pagina's