Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 169
gestencilde
zijn
Z i j n invloed reikt tot ver buiten de facul-
artikelen over en uit de geschiedenis der
geschiedenis-dictaten
teiten der letteren en wijsbegeerte, ja, tot
wijsbegeerte, in Philosophia Reformata en
ver buiten de kring van academisch ge-
in
de
vormden. Dit is vooral te danken aan de
verge-
door hem en Dooyeweerd als voortrekkers
Oosthoek's
tweede
Encyclopedie,
wereldoorlog,
met
en
van
na
elkaar
lijkt, komt tot de ontdekking, dat de hoofd-
opgerichte Vereniging voor
onderscheidingen en vooral de secundaire
Wijsbegeerte. En het blijkt wel
en tertiaire onderscheidingen van toen en
uit het feit, dat vanuit alle lagen der be-
nu grondig verschillen. ZeH een geheugen-
volking bijdragen werden Ingezonden voor
pakhuis van formidabele omvang weet hij
het huldebetoon, dat 26 oktober aan hem
nog precies de jaartallen en data te ver-
is geschonken.
melden, waarin hij tot nieuwe, gewijzigde, andere onderscheidingen en ontdekkingen kwam, waardoor het oude overging tot het verouderde. Vergeelde
duidelijk
Met zijn zelftucht hing ook zijn zelfbeperking
samen. Belangstelling
had
hij
voor
kerk en christelijk leven in alle vertakkingen. Hij droeg, als een natuurlijke
blaadjes
colleges niet. O o k
gebruikt
hij
op
zijn
na zijn zestigste jaar
leerde hij de kunst van het
freewheelen
niet. Hij zal ze wel niet meer leren. De keerzijde
Calvinistische
van
zijn
zelftucht
en
zelfbe-
heersing; van een plichtsbesef, dat menigeen tot jaloersheid stemt en aan Immanuel Kant doet denken.
voor
hem, het
gereformeerde
zaak
volk
een
warm hart toe. Maar hij bewoog zich, uit zelfdiscipline, enkel op het terrein van de Universiteit en de wijsbegeerte. Diezelfde zelftucht was voor
anderen en
zeker
eens
voor
studenten,
wel
lastig.
W a n t wat hij van zichzelf vroeg, achtte hij de gewoonste zaak ter wereld en daar-
Moeilijke jaren heeft hij gehad. V o o r a l de
door vroeg hij het ook van anderen. Hij
dertiger jaren. Nadat hij door het studen-
was veeleisend, zonder het zelf te weten.
tencorps aan de V . U . in 1930 tot erelid
Daarin was hij zo naief als een boreling. En
w e r d benoemd : een eerbetoon, zo vroeg
bijgevolg even lastig. Maar wie neemt het
hem gebracht, dat zowel
een boreling kwalijk ?
het
studenten-
corps als hem siert. Maar toen kwam het. Oppositie aan de universiteit en vooral in de gereformeerde kerken, die een zware schaduw hebben geworpen op zijn leven en werk. Daar is waardig een eind aan gemaakt. Maar het is ook voor hem een stuk van zijn levensgeschiedenis gebleven, dat
hem
geestelijk
mede
gevormd
heeft
en dat, als het geen littekens heeft nagelaten, hem in elk geval door hart en nieren is gegaan.
Niet
in het minst, dank zij Vollenhoven,
heeft de wijsbegeerte
Iets betekend
aan
de V . U . W a n n e e r hij nu door meer dan één docent wordt
opgevolgd, zuilen
wij
met elkaar de handen er aan vol hebben, om dezelfde plaats voor de
wijsbegeerte
aan de V . U . te blijven behouden die hij jarenlang alleen er aan wist te schenken. Dit alleen al is een huldiging en een dankbare erkenning waard. Maar dieper
reikt
onze erkentelijkheid, wanneer wij beden-
V o o r het onderwijs aan de V . U . heeft hij
ken, dat in Vollenhoven geloof en weten-
alles over gehad. Ik denk bijv. aan de vele
schap, wetenschap en geloof niet uit el-
jaren, waarin hij colleges gaf aan eerste-
kaar lagen en dat dit — G o d zij dank —
jaars-studenten,
die
uitsluitend
„lijfelijk"
niet daarom het geval was, omdat hij voor
aanwezig dienden te zijn. W i e een voor-
wetenschappelijk
beeld van ondidactische eisen en situaties
ijverd, maar omdat hij bezield was
w i l geven, kan naar dit verschijnsel grijpen.
de vaste geloofsovertuiging, dat
Maar Vollenhoven heeft deze situatie week
wetenschap niet alleen mogelijk, maar roeis
voor
geloof
ieder
zou
hebben
christen,
gedoor
gelovige
in week uit doorstaan. O m w i l l e van het
ping
onderwijs in de filosofie aan onze univer-
W o o r d niet als Gods W o o r d buiten spel
siteit. Beter een halve dop dan een leeg
zet. O o k en zeker niet, als hij zich tot de
ei. Hij wist, dat een leeg ei — niet voor
beoefening der wijsbegeerte weet geroe-
hem, maar voor de filosofie — overbleef,
pen en gezet. O v e r „ a v o n d z o n " schrijf ik
als hij deze halve dop niet aanvaardde en
niet. W e l wens ik hem bij de
er alle narigheden op de koop toe voor
een j o n g hart toe.
zichzelf bij nam.
die
Gods
voortduur
S. U. Zuidema
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963
VU-Blad | 186 Pagina's