Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 185
In de moskee van de Ahmadyya-beweging in de islam aan de Oostduinlaan in Den Haag knielt men voor ket gebed. De foto is genomen tijdens het traditionele feest van de ld UI Fitr, het eind van de vastenmaand Ramadhan, Het feit dat in ons land een derg elijke foto genomen kan worden^ wijst op de expansieve kracht van de islam, waarover prof. Attema ook schrijft in zijn beschouwing.
thans tot nieuwe ontplooiing te komen en
W e l k e idealen bezielen haar? Hoe reageert
zich een weg te banen tot tot nog toe niet
de islam op de overal doordringende in-
bereikte gebieden, met name in Afrika.
vloed
Men schat dat het aantal moslims in dit
voor haar acceptabel en wat w o r d t daar-
werelddeel in 1918 ongeveer 34
miljoen
bedroeg, maar thans is dit aantal twee-en-een-half
maal
zoveel
van het westen?
van door
Wat
is
daarvan
haar afgestoten zonder dat zij
reeds
het contact met de moderne tijd verliest?
geworden,
Deze en dergelijke vragen houden velen
namelijk 85 miljoen. Neemt men aan dat
bezig en het is de taak van de islamologie
van deze toename ongeveer
ie trachten daarop een antwoord te vinden.
de helft te
danken is aan de snelle bevolkingsaanwas,
Het is duidelijk dat deze daarbij niet kan
dan nog blijkt de expansieve kracht van
blijven staan bij het heden, want dit heden
de islam bijzonder groot te zijn. Beziet men bepaalde gebieden
is met duizend vezels verbonden aan het afzonder-
verleden en put zijn bezieling met name
lijk, dan treft ons hetzelfde beeld: in Tan-
uit het zeer verre verleden, uit de bron-
ganyika bijvoorbeeld bedroeg
aantal
nen, waaruit de islam is voortgekomen. V a n -
moslims in 1924: 1.276.000, maar in 1954
daar dat de aandacht zich opnieuw is gaan
het
was dit gegroeid tot 3.000.000. In Uganda
richten op de persoon en het leven van
waren in 1930: 81.000 moslims, maar
Mohammed en op de vraag welke opvat-
in
1940 waren dit er reeds 120.000.
tingen en idealen hem bezielden. De oorsprongsgeschiedenis van de islam staat opnieuw in het centrum van de belangstel-
ISLAMOLOGIE Het is begrijpelijk
dat door deze
onver-
wachte wending, die de ontwikkeling van de islam genomen heeft, de belangstelling voor deze religie allerwege sterk is toegenomen.
Vanwaar
komt
deze
aantrek-
kingskracht van de islam? M e t welke gedachten
richt
zij
zich
tot
de
mensen?
ling. Men speurt opnieuw naar de centrale gedachten, die Mohammed vervulden
en
vraagt zich af: zijn deze legitiem verwerkt en ontplooit in de latere ontwikkeling, of zijn daarin misschien allerlei bij de spronkelijke
opvattingen
niet
oor-
passende
ideeën binnengeslopen, en kan de
islam
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
VU-Blad | 197 Pagina's