Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 140

Iers en getallen hun eigen specifieke waar-

eii oe begintijd van onze universiteit. Bo-

de en specifieke hoedanigheid.

vendien, heeft G o d Zelf niet, zonder enige hulp van buiten. Z i j n volk van een miljoen

ken, is niet om aanstonds over te gaan tot

houden in een woestijngebied, waar de bo-

een

dem helemaal niets opleverde? Als echter

intensieve financiële

actie om

méér

mensen veertig jaar

lang

half

Hetgeen, waartoe ik u zou willen opwek-

onder-

(hoe belangrijk op zichzelf) maar om vóór

na de ballingschap de tempel weer

alle dingen eerst

cijfer,

worden herbouwd, dan laat de Here G o d dit

het bedrag, te gaan zien in het licht van

doen met behulp van perzisch geld. Nie'

Gods rijk, dat komt.

omdat Hij van Perzië afhankelijk is, maar

l),et

aantal,

het

moet

niet alleen te waar-

eenvoudig omdat van Hem is het goud en

genoeg of te weinig,

het zilver en het vee op duizend bergen!

maar onszelf af te vragen, of ze voor ons

Z i j n Rijk komt, dat is aan geen twijfel on-

Om

deze bedragen

deren

als

veel

of

een uiting zijn van ons geloof in Christus,

derhevig. De komst van Z i j n Rijk zou ik

Die alle dingen nieuw maakt; of in deze

willen vergelijken met het komen van de

bedragen manifest wordt

onze liefde en

grote zomer! W a n t de zomer is een vol

levende hoop?

held, een voleinding. Dan is alles geworden

Dan gaat u anders denken over die éne

vol van vorm en vol van kleur en vol van

zwaluw, die toch maar zo'n kleine vogel is.

vruchten. Z o staat er in de Bijbel, dat dt

Er is een gezegde: één is geen! Maar dat

aarde eens vol zal zijn van de kennis des

staat niet In de Bijbel. In de Bijbel kan

Heren, zoals de wateren de bodem der zee

één veel, ja alles zijn.

bedekken. Dat is geen probleem. Maar het

Die kleine vogel. . . . ik denk aan de brief,

probleem

die de Heer stuurde aan Z i j n gemeente te

daarin,

Fijadelfia; daarin schrijft Hij: Gij hebt kleine

door ons!

kracht. . . maar gij hebt Mijn woord be-

Die verantwoordelijkheid klemt temeer, om

is

want

onze Hij

wil

verantwoordelijkheid dat

Zijn

rijk

komi

waard en Mijn Naam niet verloochend. . . .

dat de zomer, Z i j n rijk, niet komt zonden

wie overwint; die zal Ik maken tot een zuil

slag of stoot; niet komt ongemerkf en ge

in de tempel Mijns Gods. De kleine kracht

leideiijk

maakt Hij tot een zuil, die het

knop opengaat tot een bloem. Integendee',

gebouw

door de tijden draagt. Moeten we het dan

en zo zonder

moeite zoals

een

het zal inspanning kosten om niet te zeg

niet van de subsidie hebben? O o k de sub-

gen: strijd voor allen, die in en om en v o o '

sidie, waar we heel blij mee zijn,

de universiteit bezig zijn.

krijgt

haar eigen plaats. Het is nooit G o d én sub-

^tf

if.

sidie. O n z e Here G o d kan het ook zonder

Het wetenschappelijk onderzoek van deze

subsidie; denkt u maar aan de oprichting

tijd stelt voor tal van vragen, waarop wij

Behalve naar ds. Van Buuren luisterde men op de vergadering van Vrouwen V.U.-Hulp in Eindhoven ook met groot genoegen naar het koor van V.U.-studenten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen