Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 78

bepaalde primaire vragen blijkt het dat er een niet geringe verschuiving zich voordoet. Het betreft niet uitsluitend vragen op theologisch gebied, al richt zich hierop in bijzondere mate de belangstelling. Ook ten opzichte van politieke en economische vraagstukken worden er opvattingen verdedigd, die afwijken van lang met kracht voorgedragen inzichten. Wie poogt de feiten in dat opzicht eerlijk weer te geven en op grond daarvan een vergelijking te trekken, moet hier en daar van een grondige omkeer zelfs spreken. Er hebben zich in werkelijkheid onder ons grote veranderingen voltrokken, wat betreft de benadering der vraagstukken en niet minder wat betreft de inhoud van de voorgestane opvattingen. Nu is daarbij zonder twijfel van invloed geweest de gewijzigde situatie in de wereld om ons heen. Wij leven in een veranderde en zich nog aldoor vei'anderende wereld. Wij kunnen en mogen niet anders dan daarmee rekening houden bij de aanpak der kwesties. Maar wij zullen moeten erkennen, dat daarin niet de enige factor moet worden gezocht voor de bedoelde veranderde opvattingen. Hoe over deze ontwikkeling te oordelen? Sommigen blijken geneigd te zijn daarover een ongunstig oordeel uit te spreken. Zij gevoelen zich in mindere of meerdere mate verontrust en verbinden aan dit gevoel zelfs, zij het gelukkig niet steeds, zonder verwijl het treffen van een bepaalde maatregel tegen de Vereniging, die een dergelijke Universiteit organiseert. Voor het besef van dezulken moet de geschetste verandering worden gekarakteriseerd als een vervreemding van het oorspronkelijk erfgoed der Universiteit. Wat van een oordeelvelling in deze geest te zeggen? Daargelaten het opzeggen van het lidmaatschap en dergelijke, maatregelen die voor het minst voorbarig moeten worden geacht en moeilijk als bewijs van echte liefde kunnen gelden, wil ik beginnen met de opmerking dat wij goed doen met te luisteren naar zulk een oordeel. Wij zullen er mee hebben in te keren tot onszelf. Het is inderdaad mogelijk, dat veranderingen ons doen drijven uit de goede koers. Wij kunnen vervreemd raken van de beginselen, die onze Universiteit altijd heeft willen belijden en voorstaan. Wij zullen moeten openstaan juist voor alle kritiek, die ons bedoelt te herinneren aan het eigen karakter en de bijzondere grondslag der Universiteit. Maar dan mag worden verwacht en verlangd, dat die kritiek het niet laat bij algemene klachten en verzuchtingen, doch duidelijk en concreet de bezwaren noemt. Want alleen met behulp van dergelijke aanwijzingen kunnen eventuele bezwaren worden bekeken. Alleen zo kan het komen tot een grondig onderzoek en een verhelderende discussie. Het ontbreekt nogal eens aan een grondige en welgeargumenteerde bestrijding van wat men dan meent te moeten zien als een afval van de oorspronkelijke beginselen. Ik wil daarom een stap verder gaan. Ook bij gemis er van zullen wij ons ernstig rekenschap moeten geven van de vraag, of een bepaalde verandering niet in werkelijkheid betekent een loslaten van wat ons dierbaar behoort te zijn, en vervreemding van eigen met nadruk beleden beginselen. Dit kan naar mijn mening niet beter geschieden dan doordat wij voor onszelf en voor anderen steeds trachten aan te geven, waarom deze en gene verandering van opvatting, waarin wij betrokken worden, gerechtvaardigd is. Het is niet voldoende dat wij op een bepaald moment' met onze ideeën voor de dag komen. Maar wij moeten ook de moeite nemen geduldig en uitvoerig in het licht te stellen, welke overwegingen ons daarbij hebben geleid en op welke gronden het onontwijkbaar is de vroegere opvatting op te geven en de nieuwingeslagen richting te gaan volgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen