Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 174

Twee dagen voordat het jaar 1957 zijn intrede deed, werd officieel de eerste paal voor het Academisch Ziekenhuis geslagen. De toenmalige president-directeur, wijlen dr. J. Schouten, zei o.m. in een begeleidende toespraak: „Wij staan hier voor een arbeid, welke niet uitsluitend voor onze Vereniging en Universiteit van belang is en voor onze geestverwanten in de engere zin van het woord. Wij voelen en zien dit werk als een stuk nationaal werk. Wij verrichten ons werk op onze eigen grondslag in overeenstemming met het christelijk geloof naar de Schrift. Wij danken ook op dit ogenblik die vele duizenden medewerkers in den lande, mannen en vrouwen, die eraan meegewerkt hebben, dat wij niet alleen over de plannen konden gaan denken, maar dat wij konden bevorderen, dat deze tot uitvoering zouden worden gebracht."

Binnenskamers wordt hard gewerkt aan definitieve plannen voor de noodzakelijke voorzieningen ten behoeve van een universiteit in uitbouw. Het universitaire werk gaat inmiddels door. Uit het V.U.-blad van oktober 1958 lichten wij een gedeelte van een rede, gehouden door prof. dr. J. Lever, over zijn werk aan de Vrije Universiteit: „De opdracht is om positief, vanuit het uitgangspunt van de Vrije Universiteit, de werkelijkheid van de planten- en dierenwereld en de moderne biologie, die deze bestudeert, te benaderen. Nooit genoeg kunnen wij ons realiseren hoe volkomen anders deze werkelijkheid bij het licht van het evangelie is, dan volgens de leidende stromingen in de moderne biologie. Een niet-gelovige kan geboeid door de microscoop de processen in de planten en dieren bestuderen. Hij kan onder de indruk komen van de

geweldige vormen-rijkdom en van de schoonheid van de levende natuur. Hij kan er met volkomen overgave in werken. Maar uiteindelijk is alles voor hem onderworpen aan koude, harde wetmatigheden, die volkomen autonoom zijn, die de hoogste werkelijkheid hierin licht veten w i j ' S e n , "aat deze pracht, al deze bonte gevarieerdheid door God is geschapen, door Hem is gewild, en door Hem van ogenblik tot ogenblik in stand wordt gehouden en wordt geleid."

10

Januari: De rector-magnificis schrijft de 2500ste student aan (ie V.U. in. De studie voor Franse en Engelse Taal- en letterkunde werd mogelijk m.i.v. het academiejaar 19541955. Die voor het Duits in 19581959. De belangstelling die de studenten aan de dag legden voor deze nieuwe studierichtingen, bleek reeds dadelijk verheugend groot en hun aantal neeiVit van jaar tot jaar toe. In feite zijn deze nieuwe studiemogeüjkheden dus van vrij recerte datum. De plannen tot het instillen van deze nieuwe studierichtingen zijn dit bepaald niet. Dat deze plannen pas na de oorlog vastere vormen hebben aangenomen hangt samen met de nieuwe en grotere mogelijkheden tot uitbouw.

Het is de bedoeling de studie v. n deze talen, de litteratuur die er in geschreven is en de cultuur van ie landen waar ze gesproken word.'n te betrekken bij het wetenschappelijk onderzoek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen