Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 60

Zorg voor

Al lang vóór de laatste wereldoorlog was het niet ongebruikelijk

dat

buitenlandse studenten aan de Vrije Universiteit studeerden. Ik herinner me uit die tijd studenten uit Amerika, Zuid-Afrika, Duitsland en

buitenlandse

Hongarije. Ook een enkele student uit Indonesië had zijn weg naar de V.U. gevonden. Dat het aantal buitenlandse studenten aan de V.U. na de oorlog sterk

studenten

IS toegenomen,

komt

met

alleen

omdat

hun

getal

met

het

totale

studentencijfer is meegegroeid. Het komt ook omdat de relaties van de Vrije Universiteit met het buitenland sterk zijn gegroeid. Zij nemen van jaar tot jaar toe en te verwachten valt dat ze in de eerstkomende tijd intensiever dan ooit zullen worden. Ik hoef alleen maar de contacten te noemen met geestverwante wijs in

Indonesië,

Pakistan

en

de

instellingen van Hoger Congo.

De

Onder-

aanwezigheid

van

studerende buitenlanders aan de Vrije Universiteit vormt van die relaties met het buitenland een onderdeel, en het springt in het oog dat het een zeer belangrijk onderdeel is. Men kan zich geen nauwere betrekkingen van een universiteit voorstellen dan die tot haar studenten, respectievelijk abituriënten. Van het slagen van deze relatie hangt de goede naam van de V.U. in het buitenland grotendeels af en als de studie mislukt, schaadt dat in de meeste gevallen de naam van onze universiteit. Dat geldt temeer nu de variatie onder de buitenlandse studenten groter dan ooit is geworden. W e zijn bijzonder verheugd dat ook uit andere landen dan die waarmee we vanouds betrekkingen hadden, studenten naar de V.U. gekomen

zijn.

Ik

noem

landen als Ghana, Nigeria, Somalia, Egypte, Iran, India, Korea. Ik denk ook aan ruim vijftig studenten uit Suriname en de Nederlandse Antillen. Aan al die studenten moet zorg worden besteed. In de eerste plaats natuurlijk de zorg waarop elke student recht heeft, die van onderwijs en opleiding. Maar daarnaast zijn er andere zorgen, die de

Neder-

landse student niet kent. De

buitenlandse

student

komt wonen en werken in een v o o r hem

vreemde maatschappij en hij moet zich op allerlei manier aanpassen. Dat geldt natuurlijk nog sterker voor de studenten uit Azië en Afrika, voor wie de hele Westerse cultuur vaak een nog vreemde en verbijsterende zaak IS. Aan de V.U. wordt ernst gemaakt met deze zorg. Al jarenlang werkt er een zogenaamde Studenten Commissie

Buitenland,

samengesteld

door de Studentenraad. Onder de energieke leiding van mej. A. M. Sap, later mevr. A. M. Kruyswijk-Sap, heeft deze Commissie talloze buitenlandse studenten opgevangen, huisvesting bezorgd, geholpen in allerlei

problemen

en zo

mogelijk

geïntegreerd

in

de

Nederlandse

maatschappij. Per 1 februari jongstleden heeft mevrouw Kruyswijk-Sap haar functie neergelegd. Haar naam mag hier wel eens uitdrukkelijk en dankbaar worden

genoemd, want voor vele

buitenlandse

studenten

zijn

haar

naam en de goede naam van de V.U. onverbrekelijk verbonden. Sedert 1 februari geeft de heer J. Erkelens leiding aan de Studenten Commissie Buitenland. "Met de Studenten

Commissie

werkt

het

Bureau

Buitenland van de V.U. samen. Ik noemde de studenten het eerst, omdat hun spontane

activiteiten

bijzonder waardevol zijn. Zij kunnen echter'altijd rekenen op de steun van de door de Vrije Universiteit aangestelde instanties. De Commissie voor de Buitenlandse

Betrekkingen (samengesteld

door

Directeuren,

Curatoren en Senaat en tevens een delegatie van de Studentenraad insluitende), haar

permanente

Secretaris

en

het

Bureau

Buitenland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen