Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 73
Het kan en mag niet de bedoeling zijn, de werknemers te laten plaatsnemen op de stoel van de directeur. De werknemers zelf verlangen daar allerminst naar. Wat hen wel prikt, is het feit dat zij niet waardig worden bevonden een reële mede-verantwoordelijkheid te dragen voor het beleid. Ik wil over deze mede-verantwoordelijkheid tenslotte nog drie opmerkingen maken: In de eerste plaats kunnen we ons afvragen, in hoeverre werknemers wel bereid zijn om mede-verantwoordelijkheid te dragen. Ons onderzoek waarover ik in het begin sprak, laat immers zien dat het verlangen naar medezeggenschap zich allereerst richt op de eigen belangen (lonen, winstdeling, arbeidsomstandigheden
e.d.) en juist niet
op het algemene beleid. Op zichzelf is dit wel juist, maar hierbij dient opgemerkt te worden | dat werknemers hun belangstelling voor het algemene beleid vooral i laten verlopen via ondernemingsraad en vakbonden. Zij zijn van me- i ning,
dat
deze
instellingen
meer
namens
hen
te
zeggen
moeten j
krijgen. Verder mogen we niet ontkennen, dat er een overheersende I aandacht is voor de eigen belangen. Dit is juist wat ons zorgen moet \ geven. Is de opvoeding te eenzijdig gericht op de eigen belangen? I Nu de mensen mondiger worden, d.w.z. meer dan vroeger gaan vra- \ gen om
inspraak
en zeggenschap,
lopen wij
het gevaar
dat
deze
mondigheid zich eenzijdig gaat richten op de eigen belangen. Naast ' het scheppen tegelijkertijd
van de
mogelijkheden
opvoeding
tot
moeten
een
worden
grotere
zeggenschap
gericht
op
het
zal
dragen
van een mede-verantwoordelijkheid voor het belang van anderen. In de tweede plaats wil ik nog iets zeggen over het gezag in de onderneming. Ik heb al gezegd, dat het nooit de bedoeling kan zijn, : dat werknemers op de stoel van de directeur gaan zitten. Bestaat .er ; dan nog het gevaar, dat door de medezeggenschap van de werkne- = mers het gezag in de onderneming
schade wordt
toegebracht?
Bij ;
het zoeken van een antwoord op deze vraag moeten w e bedenken, ; dat het in onze tijd steeds minder mogelijk wordt gezag te zien als j blindelingse gehoorzaamheid. D e ' erkenning
van
de
noodzaak
van \
gezag en leiding sluit niet uit, dat de geleiden een weerwoord hebben | en zelfs reëel worden betrokken in het beleid. Het is een voordeel , van onze tijd dat w e scherper dan vroeger de dienende functie van het gezag gaan zien. Het gezag moet dienstbaar zijn. W i e het zo stelt, zal niet zoveel moeite hebben met de medezeggenschap en de mede-verantwoordelijkheid van de werknemers. W e kunnen immers bij de vraag wat wel en wat niet dienstbaar is, het oordeel van de werknemers niet buiten beschouwing laten. Een gezagsdrager, die dit oordeel van de werknemers schept een belangrijke voorwaarde gezag. Hij weet zich
niet
v o o r het voortbestaan
in zijn gezagsuitoefening
negeert, van
zijn
afhankelijk van
zijn
ondergeschikten. Tenslotte een derde opmerking. W e kunnen ons onderwerp niet los zien van de geloofwaardigheid ons onderschrijven
van ons produktiestelsel. Velen
de uitgangspunten
van
de
particuliere
van
onderne-
mingsgewijze produktie. W e weten allen, dat dit produktiestelsel een grote mate van vrijheid voor de ondernemer betekent. Het is ondenkbaar, dat hij voor al zijn beslissingen
vooraf
de
instemming
van
anderen
zou
stelsel zou dan niet meer functioneren. Tegenover
vragen.
deze
Ons
kenmerken
van ons produktiestelsel staat echter het christelijk en humanistisch ideaal van de menselijke
mede-verantwoordelijkheid
en
ontplooiing.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
VU-Blad | 226 Pagina's
![Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 73](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/vu-blad/vrije-universiteitsblad-1968/1968/01/01/1-thumbnail.jpg)