GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 50

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

gelden gefinancierde universiteit haar plaats in de universitaire wereld inneemt, zal zij deze pretentie des te meer waar hebben te maken. Dat geldt daarbij evenzeer voor die andere pretentie, die In de naam en de grondslag van de Vereniging waarvan zij uitgaat, evenzeer als in haar eigen naam, Universitas Libera Reformata, tot uitdrukking komt: de pretentie nl. dat zij voor al haar arbeid wil uitgaan van de fundamentele inhouden van het christelijk geloof, zoals deze in de reformatie gestalte hebben gekregen, en dat zij derhalve Gods open baring in de Heilige Schrift als toetssteen en richtsnoer voor het gehele leven en dus ook voor haSr eigen wetenschappelijk leven wil aanvaarden en tot gelding brengen. Hierin ligt de essentie van haar band met het reformatorische volksdeel, waaruit zij is voortgekomen en waarin haar bestaan nog steeds geworteld is. Hiermede raak ik dan aan het tweede aspect, dat aan de instelling van de Raad van Bijstand te onderkennen valt: het aspect, dat In de bewoordingen van de statuten wel niet expliciet tot uitdrukking komt, maar dat het bestuur wel degelijk voor ogen gestaan heeft en dat ook verdisconteerd Is in de voorgeschreven wijze van verkiezing der leden, waarbij de Landelijke Organisatie en de Algemene Ledenvergadering der Vereniging zijn ingeschakeld. Gehoopt en verwacht werd nl. ook, en zeker niet in de laatste plaats, dat het met de Raad te voeren overleg ook vruchtbaar zal blijken voor de versterking van de wisselwerking tussen universiteit en vereniging en daardoor voor het behoud van haar binding aan het reformatorische volksdeel. Onder de vele beleidsvragen, die zich bij de bezinning op de toekomst der universiteit voordoen, is die naar de wijze waarop deze binding kon worden gehandhaafd misschien wel de meest essentiële. De volledige financiële afhankelijkheid der universiteit van de offervaardigheid van wat men dan ,,het gereformeerde volk" noemde, had natuurlijk ook haar schaduwzijde. Maar er ging ook een sterke samenbindende kracht van uit. Het gangbare spreken van „onze universiteit" had ook te maken met het besef, dat zij slechts door gezamenlijke financiële inspanning In stand kon worden gehouden, zodat het resultaat van die Inspanning dan ook als gezamenlijk eigendom mocht worden beschouwd. Zal bij volledige subsidiëring dit besef niet geheel verbleken, zal er in' de toekomst in den lande nog met enig affect, laat staan met liefde gesproken worden over ,,onze eigen universiteit"? Zal het, ondanks 100% subsidie, tosh verantwoord blijven een beroep te doen op de offervaardigheid van zovelen in het land, die van het onderwijs en het onderzoek der universiteit voor zichzelf toch slechts heel weinig onmiddellijk aanwijsbaar profijt kunnen trekken? Of zal het mogelijk zijn nieuwe activiteiten te entameren, nieuwe taken te aanvaarden, die, hoewel niet voor overheidssubsidie in aanmerking komend, toch terecht geacht kunnen worden uit karakter en roeping der universiteit voort te vloeien? Zal het misschien zelfs mogelijk zijn nieuw élan te wekken, nieuwe bezieling te kweken, omdat eerst nu en juist nu zich nieuwe horizonten openen, die vroeger wel zichtbaar, maar niet bereikbaar waren, omdat de financiële middelen zo ver niet strekten? Zou het geoorloofd zijn de pretentie van een nationale, in alle voorzichtigheid en bescheidenheid, maar toch op verantwoorde wijze uit Ie brertlen tot die van een mondiale roeping? Zou misschien ook in het stellen van een wijder strekkend ideaal en het aanvaarden van een bredere roeping dan tot nu toe, gozien de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's