Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 97

VERSLAG V A N DE VERENIGING VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG OVER HET JAAR 1 9 6 7 INLEIDING Het jaar 1967 is zowel voor de Vereniging als voor de van haar uitgaande universiteit een jaar van levendige activiteit geweest. De nog steeds snel voortschrijdende uitbouw der universiteit en de vele daarvoor noodzakelijke personele, materiële en organisatorische voorzieningen hebben van alle daarbij betrokken verantwoordelijke Instanties en medewerkers veel aandacht en inspanning geëist. Zij werden daarenboven op allerlei wijzen betrokken in de algemene problematiek van het universitaire leven, die zich zowel nationaal als internationaal manifesteert. Ten aanzien van de zich allerwegen voordoende drang tot herziening van de bestuursorganisatie en van de structuur van het onderwijs, evenzeer als ten opzichte van de zich overal openbarende tendenzen in de ontwikkeling van het studentenleven, heeft ook de Vrije Universiteit haar positie te bepalen. Zij heeft zich daarenboven te bezinnen op de vraag hoe in deze problematiek haar eigen principieel karakter tot gelding kan worden gebracht. Het jaarverslag kan van de met dit alles verbonden werkzaamheden slechts een schematisch en onvolledig beeld geven. Gaarne willen wij echter uitdrukking geven aan onze grote waardering en erkentelijkheid voor de inspanning en toewijding, waarmede de onderscheiden groeperingen en leden van de universitaire werkgemeenschap zich daarbij van hun taak en verantwoordelijkheid hebben gekweten. Met diep leedwezen gedenken wij daarbij degenen die in het verslagjaar aan deze werkgemeenschap ontvielen. Uit haar kring werden weggenomen: Klaas Fokkema, doctor in de letteren, hoogleraar Friese taal- en letterkunde, Lodewijk Willem van Sintemaartensdijk, pedel, Zager Adriaan Siuymer, nnedewerker bij de technische afdeling van het Academisch Ziekenhuis, Benita Sjoukje Reinsma, hoofdverpleegster Academisch Ziekenhuis, Wieger Namme Visserman, doctorandus in de letteren, docent in de didactiek van de Duitse taaien letterkunde, Tjasse Derk Smid, oud-administrateur bibliotheek. Peter Hoveling, medewerker bij de personeelsdienst van het Academisch Ziekenhuis,

8

Anton Brouwer, predikant van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam, kandidaat in de theologie, Alan Buchanan, student in de wijsbegeerte, Frans Jan Knibbe, kandidaat in de sociologie. Abraham Nicolaas Korstanje, student in de sociologie, Herman Pieter Michiel Krüger, student in de economie, Jacob Hendrik August Alexander van Oostveen, student in de medicijnen, Hendrik Zuidersma, student in de psychologie. Onze gevoelens van deelneming blijven uitgaan naar de achterblijvenden in familie- en werkverband. Moge het Evangelie van Jezus Christus, dat de belofte van de Opstanding en het nieuwe Leven inhoudt, hen allen tot troost zijn. BESTURENDE COLLEGES De heer H. M. Oldenhof, wiens zittingsperiode als lid van het bestuur in 1967 eindigde, werd conform de uitslag van de ter Algemene Vergadering gehouden stemming als zodanig opgevolgd door de heer J. D. F. van Halsema, notaris te Hilversum. Het vele en belangrijke werk door de heer Oldenhof voor het welzijn van Vereniging en Universiteit verricht, verdient bijzondere vermelding: hij heeft zich gedurende twee maal zeven jaar (van 1950 tot 1957 en van 1960 tot 1967) beschikbaar willen stellen voor een zware aanvulling op zijn toch al niet lichte dagelijkse arbeid. De heer Van Halsema is met zijn benoeming tot lid van het college in het verslagjaar een vierde zittingsperiode van zeven jaar aangegaan. In het verslagjaar werd afscheid genomen van mr. dr. J. Donner, die van 1945 tot 1967 ononderbroken het voorzitterschap van het college van curatoren heeft vervuld. Aan zijn afscheid is terecht de nodige aandacht gewijd in de daarvoor geëigende universitaire periodieken; hier zij volstaan met het onderstrepen van de vele en goede woorden van dank die tot hem werden gericht tijdens een bijeenkomst, gehouden vanwege de universiteit op 22 april in het Hilton-Hotel te Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst werd — ter herinnering aan het vele belangrijke werk, dat de heer Donner voor de universiteit heeft gedaan — door de Vereniging en de aan de V.U. verbondenen een geschilderd portret aan de universiteit aangeboden, dat thans een ereplaats in de bestuurskamer van de universiteit inneemt. Dr. Donner is in zijn functie van president-curator opgevolgd door mr. J. Meynen, die sinds 1965 zitting heeft in het college van curatoren en nog in 1967 voor een periode van vijf jaar werd herbenoemd. Ook dr. N. G. Geelkerken kon als lid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen