GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 200

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 200

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

I niet in strijd met de belijdenisgeschriften en ondertekening daarvan is nodig. ,,Van geen lid mag m.i. minder geëischt worden dan die onderteekening. Maar ook niet meer!"

een als het ander af. Deze uitleg is ,,in strijd met de roeping en den aard van waarlijk wetenschappelijk onderwijs"; vrees voor verlies van betrekking zou de zuiverheid van het onderwijs aantasten. En duidelijk stelt hij: „afzetting van een hoogleeraar op grond van diens wetenschappelijke overtuiging is voor een school voor Hooger Onderwijs doodelijk." Daarmee lag de knuppel duidelijk zichtbaar in het toenderhok. De oorzaak Üe oorzaak der moeilijkheden in de beginjaren, rog vóór de opening van de VU, moet m.i. gezocht v'orden in de door Smitskamp gesignaleerde oncerscheiding van Vrije Christelijke eh Vrije Gereformeerde Universiteit. Kuyper had tenslotte voor de laatste gekozen, Lohman verkoos het eerste. Bij Kuyper sprak ook een sterk historisch sentinent mee: hij wilde het werk der vaderen uit de tjd van de Reformatie voortzetten en in vorm en t ,>rminologie dicht bij hen blijven. En bovendien vas hij een tacticus: de beurzen voor de nieuwe t-niversiteit zouden bij velen, van wie de universiteit het moest hebben, gesloten blijven als de schijn van relativering der oude waarheden zou V orden gewekt. Eij Lohman is er geen twijfel wat de drie formulieren van enigheid betreft, maar hij ziet ,,de waarheden" verhuld in het kleed van de tijden: de tijd der vaderen is onherroepelijk voorbij, de eigen tl d kan die waarheden in andere vormen kleden. /^'s Kuyper de benoemingsvoordracht van een ,,op en top ethisch" man beslist afwijst met de motivering: dit ,,zou allerlei hoofdschuddens wekken e i de beurzen sluiten" schrijft Lohman: ,,lk ontken dit geenszins..." Maar hij zou zich om deze reden toch niet tegen bedoelde candidatuur willen verzetten, ,,al is het, dat hij in dezen tijd ter verdediging van het Evangelie een andere, dan de toen bruikbare (bedoeld is in de tijd van de Hervorming) methode noodig keurt." En verder open en eerlijk: ,,lk heb van den beginne af betuigd Zeer veel sympathie te hebben voor wat men de ethische richting noemt." Wat zij leren acht hij

Uitstel van executie Ondanks het feit dat de nieuwe universiteit het smalle spoor koos bleef Lohman toch als Curator aan. Dat is een wonderlijke zaak, want in de kring van Directeuren was men van zijn heengaan overtuigd. In een brief van de Directeur Seefat aan de President-directeur Hovy, gedateerd 5 juli 1879 (maar over de juistheid van die datering ben ik niet helemaal gerust), leest men: „Ik ben het volkomen met U eens, dat wij in het bedanken des heeren Lohman, na diens zoo openhartige belijdenis niet tot de onzen te behoren, moeten berusten." Lohman bleef tot 1883 curator, om zich in dat jaar nog nauwer aan de VU te verbinden door er als hoogleraar op te treden. Die periode werd in 1896 beëindigd met zijn tragisch ontslag; maar dat verhaal valt buiten de hier behandelde Jaren. Moedig organisator Mét Lohman ging het werk van de voorbereiding verder en het zijn vooral Kuyper en Rutgers geweest die daarvoor hebben gezwoegd. Kuyper trad daarbij het meest in de openbaarheid. Daarbij frappeert zijn grote moed. Er was veel verzet, veel spot, bij geestverwanten soms veel halfheid; er was weinig geld, geen gebouw. Desondanks heeft Kuyper bij de opzet niet beknibbeld. Hij heeft geweten dat de aanmelding van studenten maar zeer gering zou kunnen zijn en de practijk heeft in de eerste Jaren dat gevoelen niet gelogenstraft: totaal vijf studenten in 1880, acht in 1881 en veertien in 1882. Toch komt hij met grootse plannen bij Directeuren en Curatoren: zeven leerstoelen voor theologie, vier voor rechten en vier voor letteren. Toch ontbrak het hem zeker niet aan nuchterheid. Uit Wiesbaden schrijft hij in het voorjaar van 1880 naar Amsterdam dat het Gereformeerde volksdeel niet in staat zou zijn aan die gerechtvaardigde eisen te voldoen. Dat was niét een kwestie van geld: ,,al hadden we over millioenen te beschikken", schrijft hij, we kunnen in onze kring de mensen voor al die leerstoelen niet vinden. Als de VU in 1880 start zijn er van de vijftien door Kuyper nodig geachte hoogleraren maar vijf in functie, van wie er één uit Duitsland is overgekomen. Actueel? Het is allemaal zo erg lang geleden, negentig Jaren. Zegt het vandaag nog iets? Men zou een tegenvraag kunnen stellen: Zijn de 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 200

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's