Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 192

ningen van 1895 (Seinpost) voor „gereformeerd" gehouden werd, is nog wel grotendeels, maar niet voor 100% daarvoor te houden. Wij moeten afstand van de geschiedenis kunnen nemen. En dat Is positief bedoeld. Want als ,,gereformeerd" nu ooit wat zegenrijks betekend heeft, dan is het dat: afstand van de geschiedenis, zelfs van de geschiedenis, als Gods Woord dat vraagt. .Men denkt maar al te gemakkelijk dat ,,GereforTieerd" en „Calvinistisch" (nu maar eens met loofdletters geschreven) duidelijker en concreter s dan bijbels. Dikwijls is de vraag naar het kennerkende grondprincipe van het Calvinisme gesteld. Zoiets consequents en monumentaals als iet Calvinisme moest toch zeker een grondprincipe hebben. Als zodanig zijn genoemd de leer der souvereiniteit van God, de predestinatie, de heocentrische visie enz. enz. Maar prof. Greijdanus schreef in 1941 een brochure ,,Wezen van het Calvinisme" en betoogde •erecht, dat de schriftuurlijkheid als grondprincipe :ou kunnen worden aangeduid. In die lijn de dingen doordenkend, mag men alleen maar .;eggen dat ,,gereformeerd" altijd ,,bijbels" heeft 'Villen zijn en dat het geen verontrusting recht••aardigt, wanneer wij in onze grondslagformuering van de ,,gereformeerde beginselen" zouden overgaan naar ,,het Evangelie van Jezus Christus". in de tweede plaats denk ik dat de commissie verhoeden wilde, dat door de term ,,gereformeerde beginselen" mensen worden buitengesloten, die de Vrije Universiteit naar haar opzet in 1880 riet wilde buitensluiten. tn in de derde plaats denk ik dat zij de traditie van het Gereformeerd Protestantisme wilde handhaven en zo mogelijk deze traditie „oecumenisch" wilde laten fungeren. De traditie van het Gereformeerd Protestantisme is, dat de gelovigen ook „In de wereld" actief zullen zijn in dienst van Christus en Zijn Koningschap. Dat is dus de traditie van „het Calvinisme", van ,,Pro Regé". Hoe krijgen wij christenen met een andere traditie in dit opzicht, met ons mee? Misschien dat zij met ons willen werken op een grondslag als werd voorgesteld.

Verdere vragen Er blijven natuurlijk vragen. De zagk van de grondslagformulering is thans bij het bestuur van de Vereniging. Velen zullen er zich nog over moeten beraden. Lezers die lid zijn van een van de Gereformeerde kerken in Nederland, zullen zich misschien afvragen hoe het in de toekomst zal gaan met ,,het Verband" tussen de Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag en hun kerken. Ik meen dat men op dit punt gerust kan zijn. Het gaat hier om een uiterst belangrijke zaak. De dingen zullen zich wel zo ontwikkelen, dat deze belangrijke zaak door één van de beide ,,partijen" in ,,het Verband", nl. door de Vereniging, te gelegener tijd op de tafel van de andere ,,partij", de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken, wordt gelegd. Dan komt alles in de openbaarheid. Het staat intussen ieder vrij er zijn gedachten alvast over te laten gaan. Hij zal dan de grote zaak voor ogen moeten hebben van de verantwoordelijkheid van onze universiteit voor het onderwijs in de godgeleerdheid en van de Gereformeerde Kerken voor de opleiding van hun dienaren des Woords. Hier kan en mag niet geschipperd worden. Persoonlijk zie ik goede mogelijkheden om het huidige Verband voort te zetten en te bevestigen op zodanige wijze, dat de arbeid van de theologische faculteit toch ook dienstbaar is voor andere kerken. Er zullen naar mijn mening regelen moeten worden getroffen, die voor ieder duidelijk zijn. En dat lijkt mij mogelijk. Maar het rou voor mij voorbarig zijn er in dit verband thans meer over te zeggen. R. Schippers

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen