GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 136

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 136

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

reeks boeken over de verschillende gebieden van de werkelijkheid, zoals fysica, biologie, psychologie, nnedische wetenschap, enz. Deze boeken staan naast elkaar geordend en vornnen tezamen een soort encyclope.die. Maar men bedenke dat zij de werkelijkheid zelf niet zijn en van die dagelijkse maatschappelijke werkelijkheid slechts een abstracte neerslag vormen. Pas als de boeken ter hand genomen worden en men ermee gaat werken komen zij tot leven. De universiteit zal meer moeten geven dan deze boeken en zal daarom ook moeten opvoeden tot het werken ermede. Zou het dan niet kunnen gebeuren dat de universiteit mensen uit hun slaap doet wakker schrikken — uit de slaap van de welvaartsroes, de consumenten-mentaliteit, het niet meer zien van de sociale rechtvaardigheid? De Vrije Universiteit is vanuit het Evangelie gericht op ontwaken uit de slaap, ja zelfs heeft deze universiteit toch iets meegekregen van de bijbelse visie van een ontwaken uit de doodsslaap, waarin mens en samenleving telkens weer gevangen zijn. Zulk een kritiek richt zich in de eerste plaats tegen de christenen zelf: de wetenschap, goed, kritisch en werkzaam beoefend kan vele zwakke plekken en onjuiste voorstellingen aan de dag brengen in eigen ideologie en sociaal bewustzijn. Maar juist als deze zelfkritiek radicaal genoeg is, zal de universiteit kunnen bewijzen ,,vrij" te zijn en meer in het zicht te hebben dan boekenwijsheid of encyclopedische kennis. Dan wordt de universiteit meer een werkzaamheid dan een instituut, meer een evangelisch elan dan een gevestigde opinie.

Tijdens de rondvraag werd het woord ondermeer gevoerd door een andere student, de heer H. A. van Ramshorst, vertegenwoordiger van de Raad van Samenwerking. Deze drong er op aan in het vervolg tijdig de personalia en overige gegevens van de kandidaten voor bestuursvakatures bekend te maken, zodat de leden zich beter zouden kunnen oriënteren. In tweede instantie zei de heer Van Ramshorst dat hij in het referaat van prof. Sizoo had beluisterd dat het gedachtenpatroon binnen de Vereniging en binnen de universiteit neiging vertoont uit elkaar te groeien en ook dat directeuren het van belang achten dit uitelkaargroeien te voorkomen. Zou het daarom b.v. niet gewenst zijn alle studenten op te wekken lid van de Vereniging te worden? Prof. Sizoo lichtte naar aanleiding van deze vraag toe, dat hij deze kwestie heeft gesteld tegen de achtergrond van het ontstaan van de V.U.; geboren uit de nood van een volksdeel. Het is mogelijk dat de betrokkenheid van de studenten in een universiteit tot nog toe onvoldoen-

de is gerealiseerd. Hij zou het echter toejuichen wanneer de studenten lid of contribuant van de Vereniging wilden worden en zich daarmee zouden scharen achter doel en grondslag van de V.U. Mr. J. J. Tooien herhaalde zijn vraag van vorig jaar: wat doet de V.U. voor het geestelijk afwijkende kind? Laat men, zo zei hij, nu de V.U. binnenkort voor 100% gesubsidieerd wordt, hieraan aandacht blijven geven en daarvoor zo nodig het geld van Vrouwen V.U.-Hulp gebruiken. Prof. dr. J. F. Folkerts, decaan van de medische faculteit, wees op allerlei aspecten die aan het probleem dat door mr. Tooien werd genoemd,

BIJ de maquette. vastzitten en die op het terrein van verschillende faculteiten liggen. Bij de medische faculteit heeft deze aangelegenheid — juist ook naar aanleiding van de vragen van vorig jaar — de volle aandacht. Hij was met de heer Tooien van mening dat het hier om een essentieel vraagstuk gaat en zij, die in de praktijk met dit probleem worstelen, hebben er recht op een zo groot mogelijke aandacht van de V.U. te krijgen.

De dames van Vrouwen V.U.-Hulp konden prof. Van Peursen niet beluisteren, zij vergaderden op dat moment afzonderlijk. In ,,Helpende Handen" zat uitvoeriger over deze bijeenkomst bericht worden, maar wij willen nu toch doorgeven dat de lichting van de busjes in het afgelopen najaar 224.000 gulden opleverde en dat de, nog onvoltooide, lichting van dit voorjaar f 207.000 in kas bracht. Met aandacht en ook enigszins verrast hoorden de dames — voorgezeten door mevrouw B. Bos)<oning — de praeses van de vereniging van 11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 136

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's