GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 175

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 175

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

reid moeten zijn een zelfstandige verantwoordelijkheid te dragen. Democratie omvat voorts een scala van mogelijkheden en gaat niet op in (mede) beslissingsbevoegdheid. Discussie — een tweede opmerking — is geen doel, maar een middel. Een discussie dient om een oplossing voor een bepaald probleem te vinden, niet om het gestelde probleem in te schakelen in een eindeloze reeks van problemen. Bedenkt men bij de kritiek op de bestaande orde voldoende, dat zij in ieder geval als wezenselement heeft, dat men zijn regeerders zonder einig gevaar kan kritiseren? Men kan er bezwaar tegen hebben, dat bepaalde kranten en bepaalde tijdschriften verschijnen en lezers trekken, maar heeft men voldoende doordacht wat het zou betekenen te moeten leven in een staatkundig systeem, waarin juist de kranten en tijdschriften, waarop men zelf prijs stelt, niet zouden mogen verschijnen?

„De Heer toch roept ons tot waarheid en niet tot orthodoxie of liberalisme!". ...Ik ben gekomen aan het laatste punt, dat ik aan de orde meen te moeten stellen, de wens die in de studentenwereld leeft naar inspraak in het bestuur der universiteit, de wens mee te spreken over de organisatie en de inhoud van het onderwijs, de roep om een ,,kritische universiteit" tot uiting komend in een kritische instelling ten opzichte van de maatschappelijke orde. Er is daarin heel veel wat te waarderen valt. Dat de studenten willen weten, hoe hun universiteit in elkaar zit en welke overwegingen bij de bepaling van het beleid een rol spelen, dat zij hun leermeesters kritisch volgen, dat zij vragen naar de zin van de collegestof en naar die van onderdelen van het examenprogramma, dat zij zich betrokken voelen bij de staatkundige en maatschappelijke ontwikkeling en kritisch staan tegenover het historisch gewordene, men kan er alleen maar blij om zijn. Wanneer ik enkele kritische vragen en opmerkingen laat volgen, dan neem ik daarmee van het voorgaande niets terug. Evenmin vermeet ik mij ex cathedra met het vermanend vingertje waarschuwingen te geven. Ik wil alleen een bescheiden bijdrage geven aan de gedachtenwisseling over deze zaken. Democratie — dat is mijn eerste opmerking — kan alleen in zeer primitieve en kleine gemeenschappen functioneren door het meepraten en meebeslissen van allen over alles. In meer ingewikkelde verbanden en dat zijn universiteiten in een geïndustrialiseerde samenleving als de onze, kan zij alleen functioneren door het principe van vertegenwoordiging, waarbij de vertegenwoordigers be10

Ik meen, dat een christen in ieder geval nooit mag ophouden kritisch te staan tegenover de maatschappelijke orde, want hij kent de norm van het Koninkrijk Gods. Maatschappelijk geëngageerd zijn is zeker de plicht van mensen, die wetenschap beoefenen en wetenschappelijk onderwijs mogen volgen. Ik weet, dat veel studenten ook daadwerkelijk bezig zijn op plaatsen, waar het maatschappelijk wringt. Van veel anderen zou de kritiek op de maatschappij echter meer indruk maken, wanneer zij niet ook van de geneugten van die maatschappij, als het hun goed uitkomt, profiteerden, en wanneer zij ook zelf zich wilden inzetten, bijv. in een ontwikkelingsland. Kritisch is de universiteit naar haar wezen. In de wetenschap kan men niets aanvaarden dan wanneer men alles tot de laatste vraag heeft doorgedacht Zoals ieder mens heeft ook de beoefenaar van d( wetenschap een maatschappelijke verantwoorde lijkheid. Zij is voor hem zelfs zwaarder. Hem is veel geschonken, van hem wordt dus ook veel ge eist. Die kritische instelling zal bij ieder vak o|: een andere wijze blijken. Als universiteit een oor deel geven over maatschappelijke vragen, zal ech ter alleen in enkele zeer, zeer klemmende moge lijk en nodig zijn. Ik wil wel zeggen, dat voor m zulk een klemmende maatschappelijke vraag he: rassenvraagstuk is. Een universiteit, die princ • pieel daarin geen positie kiest, blijft beneden ds maat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 175

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's