GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 113

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

winst-maken. Dat wordt weerspiegeld in het onderwijs. Veel mensen zien dat niet, omdat ,,we het veel beter hebben dan vroeger". Die ,,welvaart" versluiert de werkelijkheid. En die werkelijkheid is dat de produktie-verhoudingen bepalend zijn en de mens niet meer is dan consument. Dr. Van Nes: Wat heeft dat met de universiteit te maken ? Van der Wal: Dat heeft er alles mee te maken. Het grootkapitaal stelt eisen aan het onderzoek en aan de afgestudeerden van de universiteiten. Daardoor kunnen de studenten zich niet in vrijheid ontplooien en kan de universiteit zich niet in dienst stellen van degenen die haar werkelijk nodig hebben. Voor ons is het de vraag hoe je dat kunt veranderen. Ds. Ringnalda: Het teleurstellende is dat er niets verandert. De derde-wereld-week heeft veel studenten de ogen geopend voor de problematiek van de arme landen. Maar ze hebben ook gezien dat je er bitter weinig aan doen kunt. Daar mag je je niet bij neerleggen, zeker de V.U. niet. De Vrije Universiteit moet niet alleen vrij zijn van de staat, maar ook van elke ideologie. We zullen moeten nagaan in hoeverre de universiteit inderdaad een verlengstuk is van het grootkapitaal. Is dat waar ? In Amerika is dat wel duidelijk. Maar in Nederland ook? Ik dacht in toenemende mate.

vlochten is, wordt een ivoren toren. Als ik naar de V.U. kijk geloof ik niet dat we daarvoor bang behoeven te zijn. Tegen sommige dingen heb ik wel bezwaar, maar de universiteit is geen verlengstuk van het groot-kapitaal. Als u dat beweert daag ik u uit voorbeelden te noemen. Van der Wal: De universiteit stelt zich meestal neutraal en a-politiek op. Dat lijkt heel mooi, maar die zogenaamde objectiviteit slaat om in haar tegendeel. Een voorbeeld: een medicus krijgt te maken met longziekten. Hij probeert daar middelen tegen te vinden en deze ziekten zo goed mogelijk te genezen. Maar hij probeert niet iets tegen luchtvervuiling te doen en zo de oorzaak van die ziekten weg te nemen. Want dat is politiek en daarmee bemoeit de objectieve wetenschapsman zich niet.

Dr. Van Nes: Ik geloof dat dit erg overdreven wordt. De studenten zeggen dan dat de universiteit ,,vervlochten" is met de maatschappij. Op zichzelf is dat niet verkeerd. Een universiteit die niet met de maatschappij ver-

Dr. Van Nes: Nu noemt u een voorbeeld van typisch toegepaste wetenschap. Dat toegepaste onderzoek geschiedt voor het grootste deel buiten de universiteit, onder andere in overheidsinstituten. Toch geef ik toe dat deze zaken niet goed zitten. Door de scheiding van faculteiten en de ver doorgevoerde vak-specialisatie doen we soms te weinig aan de grensgebieden. Voor de V.U. ligt daar zeker een taak. De universiteit mag de problemen waarmee de wereld worstelt niet links laten liggen. Ik zeg erbij dat de V.U. tegenwoordig niet zo heel erg vrij meer is om te doen wat zij wil. Wanneer wij nieuwe leerstoelen willen instellen of bijvoorbeeld onze centrale interfaculteit (filosofie) extra sterk willen maken, is dat een hard gevecht

Dr. K. van Nes

G. ran der Wal

, . . . geen wantrouwen . . .

, . . . ontzettend veel te doen . . . .

met Den Haag. Sinds I960 bestaat de tendens om de bijzondere universiteiten gelijk te schakelen met de openbare. Wij zullen moeten zorgen dat we toch ons eigen karakter behouden. Een probleem waar ik ook wel iets over wil zeggen is de inspraak van de studenten in het onderzoek-beleid. Ik ben een hartstochtelijk voorstander van het systeem van één-stem-de-man. Dat vind ik een echt reformatorisch beginsel. Maar als je dat gaat toepassen op de universiteit zijn er wel beperkingen, vooral bij het onderzoekbeleid. Daarover kun je als student niet meebeslissen. Dr. Kiers: Waarom niet? Dr. Van Nes: Je kunt pas onderzoek beoordelen, wanneer je getoond hebt dat je het zelf kunt, wanneer je afgestudeerd bent. Op bepaalde punten kunnen studenten wel meepraten over het onderzoek. Maar wanneer je gaat zeggen dat de jonge mensen dit beleid in de eerste plaats moeten bepalen, dan zeg ik: dat zou een ramp zijn. Dr, Kiers: Als het doel van de wetenschap nu is het bewoonbaar maken van de wereld, kan dan een jonge vent van 20 of 22 jaar daar niet zinvol over meepraten? Dan hoeft hij nog niet alle details te kennen. Ds. Ringnalda: Iedereen is hierbij betrokken. De jonge generatie in de eerste plaats. Het gaat om hun eigen toekomst. Om hierover mee te kunnen praten zullen de studenten zeker van de ervaring en vakkennis, van de informatie van de wetenschapsbeoefenaars gebruik willen maken. Dr. Van Nes: Daar ben ik het niet helemaal mee eens. De eerste categorie die het wetenschapsbeleid moet uitmaken is de academische wereld; de

Ds. L. Ringnalda . . , » » « , • kans voor de Vereniging . , , « , ^ B

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's