Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 114

hoogleraren en de wetenschappelijke staf. Dan ga ik ervan uit dat zij hun opdracht tegenover de maatschappij verstaan, dat vertrouw ik hun wel toe. Redactie: Bestaat er tussen studenten en bestuurders een wederzijds wantrouwen ? Dr, Van Nes: Ik wantrouw de jeugd niet. Van der Wal: Bij de studenten bestaat wel een fundamenteel wantrouwen tegen de bestuurders. Niet tegen hen persoonlijk, maar vanwege de structuren. Dat wordt versterkt door het gebrek aan openbaarheid. Dr. Kiers: Ik betrap mezelf nog dagelijks op geheimzinnigheid. Houd het binnenskamers, ik zeg het je in vertrouwen... Waarom zeg je dat eigenlijk? Ik ben nog nooit teleurgesteld in het vertrouwen dat ik de studenten gaf. Zo langzamerhand groeit er niettemin een haast onoverbrugbaar wantrouwen tussen studenten en bestuurders. Ik ben het met Van der Wal eens dat dit ook komt door een gebrek aan informatie.

Redactie: Geven de studenten met hun geringe animo voor compromissen ook geen reden tot wantrouwen.' Ds. Ringnalda: Die houding is een gevolg van de machteloosheid van de studenten. Dr, Kiers: De studenten hebben nog jaren nodig om hun basis te 'politiseren'. Ze kunnen geen compromis aanvaarden, omdat zij bang zijn dat die compromissen hun uiteindelijk doel in de weg staan. Ik vrees dan ook dat de studenten en de bestuurders lange tijd niet tot elkaar zullen komen. Om die reden wantrouw ik de studenten ook wel een beetje. Van der Wal: Je hebt het gevoel dat er toch niets wezenlijks verandert, zolang er niets aan ons onrechtvaardige maatschappelijke systeem verandert. Dat kan nog tientallen jaren duren. Misschien gebeurt het wel nooit. Redactie: Hoe denkt u over een toekomstige 'universiteitsraad' als hoogste bestuurscollege van de universiteit, uitgaande van ongeveer deze zetelverdeling: wetenschappelijk corps-10; stu-

Vraten over de oorzaken van de onrust aan de universiteit(en). Van links naar rechts: G. van der Wal, dr. J. Kiers, ds. L. Ringnalda en dr. K. van Nes.

denten-10; personeel-10; en (eventueel) vertegenwoordigers van de maatschappij-10? Dr. Van Nes: Dan vind ik het wetenschappelijk corps te zwak vertegenwoordigd. Ik zou de hoogleraren en de staf samen 20 zetels willen geven. Van der Wal: Omdat ze maar een vierde van het aantal studenten uitmaken zeker? Dr. Van Nes: Het aantal is het punt niet. Het gaat mij in de eerste plaats om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Dan moet de deskundigheid van het wetenschappelijk corps zwaar wegen. Verder zou ik er bepaald bezwaar tegen hebben wanneer de maatschappij-vertegenwoordigers uit de universiteit verdwenen, zoals sommigen nu wensen. Van der Wal: Wat is dan de maatschappij die zij vertegenwoordigen ? Ik dacht niet dat je nog mensen uit de maatschappij nodig had, wanneer de universiteit zichzelf meer op de maatschappij gaat richten. Het lijkt me niet nodig dat mensen van buitenaf zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen