Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 81

In een nog bestaande vacature werd tot lid van de Raad benoemd de heer J. Tabak. 7. Groei van het studentenaantal

Op 17 februari 1969 werd de 7000ste student ingeschreven. Een sterke toeneming van het aantal studenten viel met name te constateren bij de studie in de scheikunde, de biologie en de sociale wetenschappen. 8. Reorganisatie onderwijs

Het is duidelijk, dat de traditionele onderwijsvormen aan de grote jaarklassen studenten aangepast moeten worden. Het verlangen van de studenten naar een meer actieve deelname aan het proces van de eigen vorming via het onderwijs en naar de bestudering in teamverband van maatschappelijk relevante vraagstukken, is zonder voorbehoud toe te juichen, mits eerst een voldoende basis aan wetenschappelijke vakkennis gelegd wordt. Ook dit vraagt zowel aanpassing als versterking van de staf van docenten en wetenschappelijk medewerkers. Helaas moet worden vastgesteld, dat in het verslagjaar onvoldoende personeel ter beschikking kon worden gesteld om tegelijkertijd de aanwas van studenten op te vangen en een verantwoorde onderwijsvernieuwing door te voeren, nog afgezien van de nodige verdieping van het wetenschappelijk onderzoek. De financiële middelen, welke in de rijksbegroting ten behoeve van onze universiteit konden worden uitgetrokken, lieten onvoldoende ruimte om aan gerechtvaardigde verlangens van de faculteiten te voldoen. 9.

Interuniversitaire samenwerking

In het verslagjaar nam onze universiteit deel aan de oprichting van enkele interuniversitaire instituten. Deze hebben ten doel versnippering van mankracht en materiële middelen tegen te gaan door bundeling van wetenschappelijke activiteiten op een bepaald terrein. Bedoeld zijn het „interuniversitair instituut voor missiologie en oecumenica" en het „interuniversitair instituut voor het onderzoek van normen en waarden in de geïndustrialiseerde samenleving". Voorts werd in beginsel besloten met het Nederlands Kankerinstituut en de Universiteit van Amsterdam samen te werken in een nieuw te bouwen ziekenhuis voor de verpleging en behandeling van kankerpatiënten. Tevens werd besloten tezamen met de Universiteit van Amsterdam en het Mathematisch Centrum te komen tot de stichting van een academisch rekencentrum te Amsterdam. Ook hier geldt dat de hoge kosten der voorzieningen dwingen tot bundeling van activiteiten. 10.

Bouwwerl<zaamheden

Het gebouw voor de faculteit der geneeskunde werd op 13 februari 1969 officieel in gebruik gesteld door de minister van onderwijs en wetenschappen, dr. G. H. Veringa. De werkzaamheden aan het nieuwe hoofdgebouw van de universiteit hadden in het verslagjaar een gunstig verloop. De voorbereidingen voor de bouw van de laboratoria voor de scheikunde vorderden zodanig, dat de ruwbouw in 1970/1971 gereed zal kunnen komen. Een aanvang werd gemaakt met de bouw van een zogeheten radionuclidencentrum. 11.

Academisch ziekenhuis

In 1969 kon het ziekenhuis verder in gebruik worden genomen, zij het dat ten gevolge van personeelsschaarste het tempo achterbleef bij hetgeen aanvankelijk was voorgenomen. Het aanbod van leerling-verpleegkundigen neemt langzamerhand af. De oorzaak daarvan is ongetwijfeld gelegen in het feit dat de opleiding voor verpleegkundigen in ons land allerwegen op nieuwe leest is geschoeid. Niettegenstaande de problemen op het gebied van de personeelsvoorziening waren toch per ultimo december 607 bedden in gebruik en bovendien 55 wiegen voor gezonde zuigelingen. In de loop der jaren is wel gebleken dat de voorzieningen in het ziekenhuis, mede door de groei van de specialismen en de ontwikkelingen op het gebied van de medische wetenschap, op verscheidene plaatsen ontoereikend zijn. Voor de poliklinische verrichtingen moet het ziekenhuis zich nog steeds behelpen met houten noodgebouwen, die ten enenmale ontoereikend zijn. Er is dan ook breedvoerig overleg gepleegd om te

komen tot een uitbreidingsplan, Met het oog hierop zijn in 1968 onderhandelingen met de gemeente Amsterdam geopend over de beschikbaarstelling van aangrenzend terrein; ook in 1969 was daarover helaas nog geen beslissing gevallen. Met ingang van 1 oktober 1969 heeft de directrice van de verpleegstersschool, zr. J. C. Groneman, haar functie neergelegd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Zij werd opgevolgd door de heer J. Sorgdrager. 12.

Studentenaangelegenheden

Nauw samenhangend met de gedachten van studenten met betrekking tot herstructurering en medezeggenschap c.q. medebeslissingsrecht, is een sterk gewijzigd inzicht aan de dag getreden betreffende studentenvoorzieningen van collectieve aard, waarvan wij als de voornaamste noemen: de zorg voor studentenhuisvesting, gezondheidszorg, voeding, sport, culturele en geestelijke vorming. Deze voorzieningen en de individueel gerichte hulp, verleend door studentendecanen, studentenpsychologen en geestelijk verzorgers, hebben na de tweede wereldoorlog het klimaat aan de universiteiten en hogescholen mede bepaald en aan de noodzakelijkheid van hun bestaan bestond dan ook lange tijd geen twijfel. Twijfel is nu gerezen over de vraag of het wel juist is studentenvoorzieningen te behartigen, wanneer de behoeften van studenten niet van de algemene behoeften verschillen, waarvoor algemene voorzieningen gecreëerd zijn. In de commissies die zich aan onze universiteit met deze voorzieningen bezighouden werden deze nieuwe gedachten met veel belangstelling bestudeerd, maar tevens was het een ieder duidelijk dat realisering van deze ideeën niet van de ene dag op de andere zal kunnen plaatsvinden. De besturende colleges hebben overigens ten aanzien van het vraagstuk als zodanig nog geen standpunt bepaald. In het verslagjaar trad als adviseur voor het vormingswerk in dienst drs. W. van Raamsdonk; de heer R. van Randwijk werd benoemd tot adviseur voor de culturele vorming. Tot studentenpsycholoog werd benoemd dr. A. Gravestein. Op het terrein van het Studentencentrum „Uilenstede" werd verdere voortgang gemaakt met de bouw van studentenflats. Aan het einde van het verslagjaar waren daar ruim 1400 studentenflats voor bewoning beschikbaar. Op hetzelfde terrein kon de bouw voortgang hebben van een zogeheten combinatiegebouw, dat bestemd is voor de beoefening van allerlei vormingsactiviteiten en voor ontspanning. 13.

Civitasraad

Deze raad kreeg bij zijn oprichting in 1949 tot taak de bevordering van ten eerste de eenheid der cives en ten tweede de belangen van de Vrije Universiteit en de bij haar betrokkenen. De ideële gedachte om de band tussen allen die bij de Vrije Universiteit betrokken zijn — inclusief de afgestudeerden — te versterken, is — gezien de geweldige toename van het aantal studenten — praktisch onuitvoerbaar gebleken. De bevordering van de belangen van de Vrije Universiteit en de bij haar betrokkenen is in de loop der jaren sinds 1949 uitgemond in de behartiging van collectieve studentenvoorzieningen, welke taak evenwel — door uitbreiding en schaalvergroting in de praktijk meer en meer werd toevertrouwd aan daarvoor in het leven geroepen commissies of stichtingen. Dit leidde in 1969 tot een herstructurering van de Civitasraad. Een van de belangrijkste taken van deze nieuwe raad zal zijn het aankweken van belangstelling van zoveel mogelijk bij de Vrije Universiteit betrokken personen voor de universitaire problematiek en het desgevraagd of op eigen initiatief verstrekken van adviezen aan de verschillende bestuurlijke organen der universiteit. 14. Landelijke Organisatie

In de eerste maanden van 1969 trad de Vereniging opnieuw sterk naar buiten door een vervolg van de actie Kernvraagstukken. In tien N.B. Aan de l e d e n der Vereniging en aan de correspondenten is de o n v e r k o r t e uitgave van het jaarverslag reeds toegezonden. Overige belangstellenden kunnen dit verslag aanvragen bij: Vrije Universiteit A f d . Landelijke Organisatie Postbus 7161 - Amsterdam Z l i

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen