GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 150

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

derzij ds zijn het juist deze groepen die extra verzorging vereisen, niet alleen in een poging om ze in leven te houden, doch vooral ook om te voorkomen dat zij als gevolg van hun slechte start later alle mogelijke defecten tonen in de zin van spasticiteit, achterlijkheid e.d. De bijzondere zorg voor het leven vlak na de geboorte richt zich dan ook voornamelijk op juist deze groepen, daarbij in-

begrepen de kinderen die ter wereld komen met aangeboren afwijkingen of aangeboren stofwisselingsziekten. Omtrent de levensverrichtingen van dergelijke met een handicap ter wereld komende kinderen is nog slechts zeer weinig bekend. Terwijl men dus enerzijds met een team van toegewijde verpleegsters, laborantes en artsen zijn uiterste best doet deze kinderen

DE ZORG VOOR MET LEVEN MET EIND VAN MET LEVEN De zorg voor het leven aan het eind van het leven is voor een deel niet anders dan die in de voorafgaande levensperiode. De arts behandelt de ziekten op dezelfde wijze. Het wordt pas anders als het reactiepatroon van de patiënt onder invloed van zijn leeftijd zich heeft gewijzigd, of wanneer bepaalde behandelingen door de leeftijd van de patiënt niet meer kunnen plaatsvinden. Zo worden we aan het eind van het leven vaker dan in een andere levensperiode geconfronteerd met dodelijke ziekten. Ten dele verlopen deze dodelijke ziekten zó chronisch, dat de patiënt in wezen lange tijd stervende is. Dan is het de plicht

van de arts de patiënt in deze stervensperiode te begeleiden en hem op de dood voor te bereiden.

Het is niet zijn plicht" om te allen tijde de patiënt in leven te houden; wel zal hij het lijden van de patiënt zoveel als in zijn vermogen ligt dienen te verlichten. Dit houdt veelal in een adequate behandeling van geneselijke ziekten, die zich tijdens deze stervensperiode voordoen, maar soms ook een afzien van behandelen. Dit laatste als de behandeling van de aandoening het lijden van de patiënt niet zal verlichten, maar juist verlengen.

in leven te houden en voor beschadigingen te vrijwaren, dient anderzijds een zo grondig mogelijke studie gemaakt te worden van die aspecten van hun stofwisseling en verrichtingen zoals ademhaling, temperatuursregulatie e.d., waarin ze afwijken van de gebruikelijke gang van zaken. Aan de hand van enige dia's wordt getracht één en ander toe te lichten.

Prof. dr. C. van der Meer vat zijn betoog zó samen:

In deze stervensperiode heeft de arts vaak zeer nauw contact met de patiënt en niet zelden zal op een gegeven ogenblik de vraag door de patiënt gesteld worden of nu zijn einde nadert. De arts dient dan ook voorbereid te zijn op een juiste geestelijke begeleiding van de patiënt, waarbij de waarheid niet verzwegen mag worden. Evenwel is het in vele omstandigheden, vooral bij langdurige ziekten, wenselijk het mededelen van de waarheid uit te stellen totdat de patiënt daar geheel op voorbereid is. Samenwerking met een geestelijke kan in deze periode soms bijzonder heilzaam zijn.

VRAAGGESPREK MET prof. dr. T. D. STAHLIE Is het gevaar niet denkbeeldig, dat u als mens, als christen, door de grote en snelle ontwikkeling in de medische wetenschap gemakkelijk in een conflictsituatie terechtkomt? Ik heb de indruk dat de neiging bestaat het ontstaan van conflictsituaties als gevolg van de grote en snelle ontwikkeling in de medische wetenschap VU-BLAD

te overdrijven. Die conflictsituatie heeft mijns inziens altijd op de achtergrond van alle medische werk bestaan, en laat zich concretiseren in een tweetal vragen. De eerste is: Wat is nu eigenlijk de taak van de medicus? Te trachten het leven te verlengen, of het lijden te verzachten? Eén van de oorzaken waardoor die conflictsituatie heden ten dage zo sterk naar voren wordt gebracht

is dat men het leven, althans van bepaalde weefsels en celgroepen, zeer lang kan verlengen met moderne methoden. Men kan dat zelfs in beperkte mate voor het gehele menselijke organisme, maar dan moet daarbij wel aangetekend worden dat dat menselijke organisme niet meer als mens functioneert. Maar, zoals ik al zei, die conflictsituatie is niet nieuw en heeft al-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's