GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 221

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 221

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Open Universiteit op een kier door drs. Cees Faber De Open Universiteit die sinds enige jaren in Engeland werkt, dankt haar naam aan het feit dat men niet aan toelatingseisen behoeft te voldoen om er te kunnen studeren. De Open Universiteit is verder ook open, omdat men, waar men ook woont in Groot Britannië en Noord-Ierland, kan worden ingeschreven als men maar ouder is dan 21 jaar. In 1963 lanceerde Labour-leider Harold Wilson het idee van een 'Universiteit van de ether'. Deze universiteit zou haar onderwijs moeten geven via radio en televisie, aan iedereen die dat onderwijs wil volgen. De oude socialistische gedachte lag hier ten grondslag, dat een goed functionerende democratie in feite een goed opgeleide democratie behoort te zijn. De Open Universiteit zou zich vooral moeten richten op degenen die om allerlei redenen niet in staat waren geweest om universitair onderwijs te volgen of af te maken. Ze kreeg dan ook als ondertitel mee: 'De universiteit van de tweede kans'.

Open Universiteit de universiteit van de tweede kans zou zijn, aangevochten. Er wordt dan gezegd, dat ze geen universiteit van een tweede kans moet zijn, maar van de eerste kans. In een plaats als Dagenham bij Londen bijvoorbeeld, wonen tal van mensen die nooit een kans hebben gehad. Velen hebben geen voortgezet onderwijs gevolgd. Als deze mensen aan de Open Universiteit zouden willen studeren - en dat kunnen ze omdat er geen toelatingseisen worden gesteld - dan zou dat voor hen een eerste kans betekenen, al zou voor velen de sprong naar de universiteit te groot zijn. Wanneer men de samenstelling van de studenten naar maatschappelijke achtergrond bekijkt, dan blijken de meeste inderdaad bezig te zijn aan hun tweede kans. Meer dan een derde van het totale aantal studenten werkt bij het onderwijs en heeft dus een goede opleiding gehad. Meer dan een derde is werkzaam in de vrije beroepen of in de hogere administratieve en technische beroe-

Schriftelijk Nu klinkt dit laatste erg mooi, maar het blijkt niet helemaal met de praktijk te kloppen. De ideeën van Wilson zijn totaal verlaten: wanneer men in 1972 de Open Universiteit aan een beschouwing onderwerpt, dan blijkt dat slechts 5-6% van het onderwijs via radio en televisie wordt gegeven. De rest kan dan nog het best worden vergeleken met schriftelijk onderwijs zoals wij dat ook kennen. Achteraf kan worden geconstateerd dat dat er eigenlijk vanaf het begin al heeft ingezeten. De voorbereidingscommissie die in januari '69 een rapport uitbracht, heeft daarin al een groot gebruik van radio en televisie en daarmee een sterk naar buiten treden van de Open Universiteit, voorkomen. Of dit nu opzettelijk of niet opzettelijk is gebeurd, kan in het midden worden gelaten, maar een feit is, dat in het rapport wordt uitgegaan van schriftelijk onderwijs, waarbij dan ook radio en televisie een (ondergeschikte) rol zouden kunnen spelen, maar waarbij de nadruk werd gelegd op het verzenden van studiemateriaal per post.

Eerste Itans Steeds vaker wordt het gezichtspunt dat de

pen. Ook aan hun vooropleidingen zal weinig mankeren. Van het derde deel dat dan overblijft zal men ten hoogste de helft kunnen aanmerken als mensen die komen uit de zogenaamde niet-academische miheus en dan met name uit de lagere beroepscategorieën. Slechts ongeveer 9% van het totale aantal studenten komt uit de lagere klassen van de maatschappij. Voor deze mensen is de Open Universiteit de universiteit van de eerste kans. Uit deze cijfers valt af te lezen, dat een Open Universiteit zonder meer een aanvechtbare zaak kan zijn. Eigenlijk zou ze moeten worden voorafgegaan door bijvoorbeeld een open lagere school en een open middelbare school. Waarom onderwijs op academisch niveau open stellen voor iedereen wanneer men in feite hoge drempels inbouwt, in de vorm van grote hoeveelheden voorkennis? Er zit iets tweeslachtigs in de problematiek.

Verbaal Drs. C. D. Faber

De onderwijsmethodes die de Open Universiteit nota bene hanteert, is die van schriftelijk onderwijs. Dat wil zeggen het is gericht op het verbale voorstelhngsvermogen, terwijl tal van onderwijsdeskundigen het erover eens zijn, dat het onderwijs zoals het nu wordt gegeven veel te verbaal gericht is. Dick Snow van de Universiteit van Stanford heeft er bijvoorbeeld op gewezen dat bepaalde lagen van de bevolking vanwege de minder grote woordenschat die zij bezitten, niet verbaal gericht zijn maar meer visueel. Of dit nu juist is of niet: aan de Open Universiteit bestaat, zoals gezegd, slechts 5 tot 6% van het totale pakket uit audiovisuele middelen. De rest (meer dan 92%) is zuiver verbaal gericht. Hierdoor is bij voorbaat de mogelijkheid aanwezig dat juist degenen die, naar Wilson's idee, een eerste kans zouden moeten hebben, er in ieder geval niet toe worden aangezet om aan de Open Universiteit te gaan studeren.

Jargon Het onderwijs aan de Open Universiteit wordt bovendien samengesteld door academici, vaak zeer hoog gekwalificeerde. Deze hebben een schat van kennis die zij moeten 13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 221

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's