GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 69

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 69

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

Philips-Arusha heeft, wordt niet helemaal gerechtvaardigd door de aard van zijn werk, tenminste als je daaraan eisen stelt met betrekking tot zelfontwikkeling. Drs. Brongers deelt het werk in bij het 'partieel gemechaniseerde type': lopende-bandwerk. Dat is een type werk waarvoor hij in zijn scriptie weinig goede woorden over heeft, omdat de arbeider zich machteloos voelt en maar nauwelijks enige zin kan ontdekken in wat hij doet, laat staan dat hij de kans heeft zich in zijn werk te ontwikkelen. Tegenover die negatieve beoordeling van het type werk als zodanig, staan in het geval van PhilipsArusha positieve kanten want bij andere bedrijven is het nog ongunstiger. 'Ze werken in een nette omgeving, ze hebben een vaste plek, ze krijgen geen vuile handen, dat werkt tegen de achtergronden daar allemaal positief, hoewel ze ook wel kritiek hebben. Ze zouden er meer van willen weten. Ze vinden het toch wel saai werk. Een vriend van me heeft een jaar na mij onderzoek gedaan in dezelfde fabriek. Hij probeerde er achter te komen of de arbeiders weg zouden willen. Een groot percentage zou wel weg willen, als ze ander werk zouden kunnen krijgen dat een beetje met hun opleiding in overeenstemming was. Maar de arbeids-

markt is zo slecht, dat ze het niet in hun hoofd halen om weg te gaan.'

Landbouw Joop Brongers voerde een enquête uit onder 47 Philips-arbeiders. 42 van hen kwamen van buiten Arusha; 38 van hen waren van plan thuis een huis te bouwen; 14 stelden een baan in de landbouw bovenaan een lijst met vijf plaatsen; 18 gaven de landbouw een tweede plaats. Die cijfers geven iets weer van de verbondenheid van de Philips-arbeiders met hun agrarische achtergrond. Volgens Joop Brongers was het niet goed te bekijken of de arbeiders nog verkeren in een proces van losmaking van het platteland, of dat ze zich juist een terugkeer daarheen ten doel hebben gesteld. Wel is het zo dat de trek van veelal jonge Tanzaniërs 'rampzalige vormen' heeft aangenomen. Oe westerse ondernemingen die zich in een

ontwikkelingsland als Tanzania vestigen, dragen er niet toe bij dat die trek wordt gestuit. 'De stelling dat die bedrijven de infrastructuur helpen verbeteren gaat vrijwel nooit op, omdat ze altijd daar gaan zitten waar de situatie al relatief goed ontwikkeld is. Er is waterleiding, er is elektriciteit, er is telefoon en er zijn wegen.'

Invoer Wat de Philips radio's betreft moeten alle onderdelen worden ingevoerd; er is niets dat ter plaatse wordt gemaakt, behalve dan de spoelen. Die werden vroeger kant en klaar ingevoerd en worden nu in Tanzania gewikkeld. Dat betekent echter niet meer, dan dat er een kleine waarde is toegevoegd. In Zambia wordt koper gewonnen; het zou logisch zijn wanneer dat daar tot koperdraad zou worden getrokken. Dat koperdraad zou naar het buurland Tanzania kimnen worden geëxporteerd, waar men er spoelen van zou kunnen wikkelen. Zo gebeurt het in werkelijkheid niet: Eindhoven ligt bij wijze van spreken tussen het koper van Zambia en de radio's van Tanzania in. Philips heeft wel gedachten in deze richting. In Utrecht staat een proeffabriek van Philips waar men een model in drie fasen heeft bedacht voor vestigingen in ontwikkelingslan-

den. Begonnen zou moeten worden met een industrie die zo arbeidsintensief mogelijk is (radio's maken, bijvoorbeeld); tweede fase zou moeten zijn: het zoveel mogelijk ter plaatse maken van onderdelen die vroeger moesten worden ingevoerd (de spoelen zijn daarvan een voorbeeld) en tenslotte het fabriceren van een complete radio in het ontwikkelingsland, met de grondstoffen die daar worden gewonnen. Brongers: 'Tussen fase twee en drie zit een geweldige kloof. Dat

betekent in feite een hele omkering in het proces. Hoe dat moet, geven ze zelfs niet aan. Daarbij gaat de technologische ontwikkeling zo snel, dat het niet lang meer duurt of we hebben een radio die in één klap klaar is; in ieder geval is de ontwikkeling die richting op. Het is niet reëel om te veronderstellen dat het in de derde wereld de andere kant zal opgaan, zolang zij in de structuren van zo'n hele onderneming blij-

Bij de opening van de nieuwe Ptiilips-fabriel( Icregen de arbeiders ellc een flets.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 69

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's