GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 234

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 234

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

bleem van de ontwikkeling, dat toen nog wel niet zo in het vizier kwam als nu, maar goed, men had het er toch kennelijk wel over. Daarvoor was het IMF helemaal niet bedoeld. Daarvoor was een andere instelling nodig, de Wereldbank, die op lange termijn leent. Hef Internationaal Monetair Fonds geeft dus die trel<kingsrechten uit, en tot dusver is dat gebeurd op grond van de bijdragen die de bij het fonds aangesloten landen hadden 'gegeven. Dat bete/cent natuurlijk, dat de landen die de grootste bijdragen leveren de meeste trekkingsrechten krijgen. Hoe is het voorstel van de Unctad eigenlijk geboren, om die trekkingsrechten te gaan toekennen, juist aan de ontwikkelingslanden ? Men heeft het probleem van dat mogelijke tekort aan internationaal geld naar mijn smaak wat academisch opgelost. Men heeft zich alleen met het vraagstuk bezig

ten. Men heeft niet diep nagedacht over de vraag of de verdeelsleutel, die bestaat in het IMF, en daar ook zin heeft, of die geschikt zou zijn voor iets heel anders, namelijk de aanvulling van de internationale reserves. Het gaat immers om een wereldtekort en wie zegt dat je dat moet vertalen in een tekort van al die specifieke landen, volgens die vaststaande verdeelsleutel? Dat heeft men voor het gemak aangenomen? Ja precies. Dat is de historische verklaring. Het is ook wel begrijpelijk. Voor 1966 sprak men alleen over reservecreatie, het scheppen van nieuw geld, en het verdelen daarvan binnen een beperkte groep landen, degroep van tien. Maar in 1966werdopde conferentie van de groep van tien in Den Haag besloten dat de creatie van nieuw geld niet een zaak mocht zijn van de tien landen, maar van de hele wereld. Vandaar dat men terecht kwam bij het IMF, dus was

ten niet meer nodig zijn voor de internationale geldhoeveelheid (op een gegeven moment is er genoeg) dan stopt ook die uitgifte aan de ontwikkelingslanden. Hoe moeten die dat opvangen? Dat bezwaar wordt meer geuit. Als je dat koopkracht-voordeel weggeeft aan de ontwikkelingslanden, dan stellen zij zich erop in, terwijl reservecreatie iets is dat kan variëren. Nu is er zoveel nodig, morgen misschien niets. Daar zijn wel antwoorden op te geven. Ik zou zeggen: onder normale, stabiele omstandigheden (en dat is de enige situatie waarin het verstandig is om trekkingsrechten te creëren) kun je spreken van een stabiele behoefte. Dan kun je inderdaad zeggen: per jaar één of tw/ee miljard van die trekkingsrechten in omloop brengen. Dat is een zinnige benadering. leder die zegt: we hebben dit jaar drie miljard nodig, volgend jaar vier en daarna twee, die kan dat nergens op baseren. Het

Deze foto's van een koffieoogst zijn gemaakt in Columbia, het land dat hier ondermeer bekend werd als het vaderland van Juan Valdez, de vriendelijke bonenplukker uit de STER-reclame. Piet Beekman schreef enige tijd geleden een 'brief' aan Valdez. Daarin stond: 'We maken jou hier pittoresk, fleurig, arbeidzaam en welvarend, terwijl we best weten dat jij en de jouwen driekwart van het jaar werkloos zijn en dat je nog geen vijfhonderd gulden per jaar verdient. We weten ook dat jij toevallig tot die kleine bevoorrechte groep behoort die kan lezen en schrijven en dat bij jullie de kindersterfte zo hoog Is, dat de helft van de levendgeborenen het niet zo iang maakt als de cyclus van de kofflepiant. Alleen al aan Invoerrechten op produkten uit Latijns-Amerika verdienen de rijke landen meer dan ze aan die landen aan ontwikkelingshulp geven. We wilden eigenlijk dat jullie de boeren en delvers blijven die jullie in de koloniale tijd waren. We willen jullie wel gebruiken om de moestuinen en delfvelden van onze industrie netjes bij te houden.'

gehouden: hoe kunnen we dat aanvullen? Maar vraag twee - en die is wat over het hoofd gezien - is onmiddellijk: als we dan geld creëren, hoe brengen we dat in omloop? Waar duikt dat op? Want het gaat om een tekort dat zich voor de wereld als geheel manifesteert en als je geld in de wereld wilt brengen dan moet de vraag zijn: waar injecteer je dat? Waar breng je het in het monetaire verkeer? Toen heeft men dit verdelingspunt eigenlijk zonder meer afgedaan met te zeggen: we hebben al een verdeelsleutel, namelijk de inbreng in het IMF. leder land heeft daarin deelgenomen, heeft daarin gestort en we kunnen die bestaande verhoudingen ook best gebruiken voor die speciale trekkingsrech-

26

de volgende gedachte - die rolde toen als vanzelf naar voren - dan moet die verdeling ook maar geschieden op basis van de deelnemingen in dat Internationale Monetaire Fonds. Sindsdien heeft men de speciale trekkingsrechten vaak aangezien voor een aanvulling op de kredietverleningsmogelijkheden binnen het IMF, en dat is nooit de bedoeing geweest. Nu het voorstel om deze trekkingsrechten ten goede te doen komen aan de ontwikkelingslanden. Een van de argumenten die daar tegen zijn ingebracht onder anderen door de heer Martin, voorzitter van het comité voor ontwikkelingshulp van de OESO-landen, luidt: als die trekkingsrech-

blijft een vrijwel volstrekte slag in de lucht Als dat zo is, kun je wel degelijk rekening houden met de behoeften van de ontwikkelingslanden, maar dat zou ik er niet eens in willen brengen. De ontwikkelingslanden zelf zeggen ook; nee, wij willen de omvang van het bedrag laten afhangen van de monetaire situatie, niet van onze behoefte. Je zou je toch kunnen voorstellen dat er omstandigheden zijn, waarin het nodiö blijkt per periode een verschillend bedrag te creëren. Dus in de eerste periode een bedrag van zeg maar twee miljard per jaar en in een volgende periode een bedrag van één miljard per jaar. Dat lijkt me geen enkel bezwaar. Het gaat steeds om vijf-jaren-

^^^m^^^^m^msm^^^^ms^^^^^^m^^^ma^^m^m^^^^^^^^^^^^^^^^^^m^^^^s^^^^m^Ê^mi!!:^^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 234

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's