GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 222

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 222

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m

magazine

vertalen in taal die verstaanbaar is voor iedereen. Maar op de schriftelijke manier zoals nu het onderwijs wordt gegeven is dat bijzonder moeilijk. De uitdrukkingen en begrippen die zo gemakkelijk gebruikt worden door academici moeten in normale huis-, tuin- en keukentaai worden omgezet, wil men het iedereen, maar dan ook iedereen, mogelijk maken om te studeren aan de Open Universiteit. Op dit moment is de gemiddelde student aan de Open Universiteit ongeveer 27 jaar; heeft vaak een hogere beroepsopleiding genoten en heeft al een redelijk inkomen. Het is het type van de iets oudere, gegoede middenklasse student. Het is de vraag of de Open Universiteit door haar onderwijsmethode van schriftelijk onderwijs en doordat ze bepaalde voorkennis aanwezig veronderstelt, niet opzettelijk het type van een middenklasse student mede creëert. Deze middenklasse student is nu eenmaal een gemakkelijk aanspreekbare student en men kan als academicus toch een zekere mate van beroepsjargon hanteren. Dit geheel van faktoren zal wel eens een oorzaak kunnen zijn van het feit dat de lagere klasse sterk ondervertegenwoordigd is in het studenten-totaal van de Open Universiteit.

Ladder Het probleem is, dat wij in onze westerse maatschappij nu eenmaal een prachtige maatschappelijke ladder hebben ingebouwd. Wanneer men voor de ladder staat, weet men het verschil niet tussen twee sporten. Wanneer men op de ladder staat weet men dat maar al te goed en is men geneigd hoger en hoger te klimmen. De Open Universiteit maakt, zoals zij nu functioneert in Groot Brittanië, de achterstand van de lagere beroepscategorieën wat betreft opleidingsniveau groter dan zij al is. Ze is daardoor radicaal in strijd met de oorspronkelijke bedoeling waarmee het idee van een Open Universiteit werd gelanceerd. Ze zou er vooral moeten komen ten dienste van de lagere inkomensklassen. Men had misschien beter kunnen beginnen met een open lagere school en een open middelbare school. Een studie aan de Open Universiteit begint met een basis-cursus. Eens per weelc Icomen studenten en docenten bijeen in een loltaai om de cursus te volgen. De tv staat er bij aan. Chemie-studenten van de Open Universiteit doen hun proeven tliuis boven de gootsteen.

Standaard-vraag Er bestaat al een standaard-vraag: waarom is maar ongeveer 9% van de studenten uit de lagere klassen vertegenwoordigd in het studententotaal? Het standaard-antwoord is: veel ouders van ingeschreven studenten komen wel uit de lagere klassen. Dit is een zwak antwoord, want het is niet de verdienste van de Open Universiteit dat men de colleges kan volgen en begrijpen, maar van het conventionele onderwijs. Het is bovendien hoogst onwaarschijnlijk dat wanneer de kinderen tot een bepaalde, redelijk hoge beroepscategorie behoren, de ouders ook automatisch enige sporten op de maatschappelijke ladder omhoog gaan. Meestal is het omgekeerde het geval. Wanneer de ouders tot een bepaalde hogere klasse worden gerekend, dan hebben de kinderen al een hoger niveau van mogelijkheden dan de kinderen van ouders uit lagere klassen. In de tweede plaats wordt vaak geantwoord: 'Ach, die mensen in de fabrieken zijn misschien wel gelukkig met hun baan en met hun leventje. Waarom moeten ze gaan studeren?' Een zonderlinge redenering. Wanneer namelijk die mensen al gelukkig zijn, hoeveel te meer zullen de mensen dan niet gelukkig behoren te zijn die de betere banen hebben? De Open Universiteit zou dan in het geheel geen aanmeldingen behoren te krijgen. 14

Een cursusjaar van de Open Universiteit loopt van januari tot december en beslaat ongeveer36weken. In januari 1971 werden er ongeveer 25.000 studenten toegelaten. Er legden echter eind 1971 maar 19.000 studenten de eerstejaars-test af. Ongeveer 6.000 studenten hielden met de studie op, of legden in ieder geval de eerstejaars-test niet af. Van de studenten die de eerstejaars-test aflegden, slaagden er ongeveer 15.000. Een percentage van 75% geslaagden lijkt redelijk hoog. Het is echter niet zo verwonderlijk, wanneer men bedenkt dat zeker 75% van degenen die de eerstejaars-test aflegden, reeds een zo hoog kennisniveau had, dat de eerstejaars-test geen onoverkomelijke zaak behoorde te zijn.

Ophouden Interessant zou zijn, eens na te gaan welke beroepsgroepen het sterkst vertegenwoordigd waren bij de studenten die zijn opgehouden met de studie of die niet aan de test hebben deelgenomen. Ook zou het van be-

lang zijn te weten welke groepen bij de nietgeslaagden voor de test sterk vertegenwoordigd zijn geweest. Tot nu toe is een onderzoek in deze richting bij de Open Universiteit niet gedaan. Wanneer zou blijken, dat de lagere beroepscategorieën sterk vertegenwoordigd zouden zijn bij degenen die zijn opgehouden met de studie, dan zou dat een duidelijke aanwijzing kunnen zijn voor het feit dat de Open Universiteit een universiteit is voor de middenklasse. Tal van medewerkers zijn die mening toegedaan. Men kan de aktiviteiten van de Open Universiteit splitsen in het regionale en het centrale werk. Het onderwijs, de administratie en de voorbereiding worden centraal verzorgd. De begeleiding vindt regionaal plaats, ledere student krijgt een soort begeleider en raadgever aangewezen die'hem kan adviseren. Binnen een straal van ongeveer 10 km van waar men woont is in een school of een ander gebouw een zaal ingericht als studiezaal waar de studenten rustig kunnen studeren. Daar is ook studiemateriaal aanwezig en men kan er de begeleiders spreken.

Londen Het is gebleken dat de regio Londen een onevenredig groot aantal studenten levert. Men had uitgerekend dat uit Londen ongeveer 1/12 van het totaal aantal studenten zou moeten komen. Dit is op dit moment meer dan 1/6. Nu bestaat de regio Londen over het algemeen niet uit typische indu-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 222

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's