VU Magazine 1972 - pagina 30
Feiten en cijfers Hoeveel afgestudeerden promoveren er? In absolute aantallen zijn dat er, zoals reeds vermeld, zo rond de 600 per jaar. In het studiejaar 68/69 promoveerden er 555, waarvan 21 vrouwen. In het jaar 69/70 waren dat er 628, waarvan 28 vrouwen. In diezelfde jaren bereidden zich resp. 870 en 1099 afgestudeerden voor op een promotie. Er is dus een stijging van het aantal te constateren. Bekijkt men de promoties per faculteit, dan valt meteen op, dat de meeste promoties plaatsvinden in de Faculteit der Wis- en Natuurkunde en in de Faculteit der Geneeskunde. Daarna volgen de technische wetenschappen en de sociale wetenschappen. De faculteiten der Letteren, Rechten en Theologie zijn in dit rijtje de hekkesluiters. De verklaring voor deze verschillen is niet uitsluitend de verschillen in grootte van de diverse faculteiten. Vergelijkt men het aantal promoties met het aantal studenten in de verschillende faculteiten, dan blijkt ook dat de exacte wetenschappen voorop lopen in het corps der doctoren. De wis- en natuurkunde zijn
gezien hun omvang oververtegenwoordigd, sociale wetenschappen en rechten zijn ondervertegenwoordigd.
Gemakkelijk De verklaring die hiervoor gegeven wordt is meestal de volgende. In de bèta-faculteiten is het naar verhouding gemakkelijker om te promoveren dan in de alfa- en gammafaculteiten, omdat in de eerste de omstandigheden gunstiger zijn. Het proefschrift, waar de promotie uiteindelijk om draait, dient in de regel gebaseerd te zijn op zelfstandig verricht onderzoek. Nu wordt er in de exacte wetenschappen meer aan onderzoek gedaan dan in de niet-exacte wetenschappen. Bekijkt men alleen al de bedragen die aan onderzoek worden besteed, dan blijkt dat de exacte wetenschappen ongeveer 90%, en de overige ongeveer 10% van het totaal opslokken. Deze bedragen zeggen natuurlijk niet alles omdat natuurwetenschappelijk onderzoek relatief duurder is (vanwege de dure apparaten) dan sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Een tweede factor die
echter een rol speelt, is gelegen in het feit, dat de meeste afgestudeerden in de exacte wetenschappen een baan krijgen in een laboratorium aan een universiteit of in een bedrijf. De onderzoeksapparatuur ligt daar al klaar. En het ligt in de aard van het werk van de afgestudeerde dat hij zich met onderzoek bezighoudt.
Tijdsduur Promoveren is dan ook niet meer zo'n probleem. De tijdsduur tussen het tijdstip van afstuderen en promoveren is dan ook niet zo groot: gemiddeld een jaar of drie. In de sociale wetenschappen ligt dat anders. Daar is de tijdsduur tussen afstuderen en promotie gemiddeld ongeveer 7 jaar. Het is voor de sociale wetenschappen dan ook moeilijker om tot zelfstandig uitgevoerd onderzoek te komen. De middelen zijn nogal beperkt, en meestal krijgt een afgestudeerde in deze richting een baan waarin niet zoveel tijd overblijft voor onderzoek, zeker niet als hij niet aan een universiteit blijft werken. Daar is het overigens ook al niet zo gemakkelijk om tijd vrij te
Menigeen luistert bij promoties verbaasd naar de plechtige volzinnen die ontsnappen aan de lippen van de promovendi voor en na de verdediging van liet proefschrift. Waar haalt-ie dat vandaan? Het antwoord luidt: Van een papiertje, hem voor de plechtigheid aangereiict door de pedel.
formulier
formulier
voor de verdediging
na de verdediging
Op gezag van den Rector dezer Universiteit; met
Na hiermede de verdediging van mijn proefschrift
machtiging van den Senaat; en volgens besluit van
een einde neemt, zij het mij vergund mijn oprechten
de faculteit dei
dank te betuigen aan den Rector voor zijn machtiging, aan den Senaat der Universiteit en aan de faculteit der
sta ik gereed openUjk mijn proefschrift dat tot titel heeft voor hun medewerking, aan mijn promotor voor zijn voorlichting, aan mijn paranymphen voor hun bijstand, en aan mijn opponenten voor de eer naar vermogen te verdedigen, ten einde den graad
hunner bestrijding; eveneens tenslotte, aan U allen
van Doctor in de
die bij deze plechtigheid tegenwoordig hebt willen zijn. Terwijl ik hiermede besluit, zie ik het oordeel tegemoet van den Senaat dezer Universiteit, wiens uitspraak beslissen zal, of mij de eer waarnaar ik
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam te verwerven, weshalve ik U allen, die mij de eer wilt aandoen tegen mijn proefschrift of de daarachter gevoegde stellingen op te komen, alsnu uitnodig Uw bezwaren te willen inbrengen en - moge het zijn in termen, die bondig en op het eerste horen begrijpelijk zijn - de gronden te wiUen aangeven, waarop zij rusten.
28
ding, zal worden gegund.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972
VU-Magazine | 570 Pagina's