GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 150

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

bij de zieken en zag de uitgemergelde, koortsige kinderen en hun wanhopige ouders. Maar officieel was er geen reden voor ongerustheid of tot handelend optreden! Het meest actief waren de functionarissen van de veiligheidsdienst, die pater Nelson en anderen bestookten met hun vragen, en die het hervestigingscomplex voortdurend in het oog hielden. De publiciteit over de ziekte en de sterfgevallen had een gunstig resultaat: er werd een grote hoeveelheid materiële hulp gegeven. Een kerstfeestactie in Johannesburg, op touw gezet door de studenten van de Witwatersrand universiteit, leverde zeven ton aan voedsel, kleding en medicamenten op. Een groep van tien vrijwilligers vertrok op 27 december uit Johannesburg en bleef tien dagen in het hervestigingsgebied, waar zij het voedsel en de kleding verdeelden en meehielpen in een kliniek. Mensen uit Maritzburg, Durban en zelfs van veel verder weg sloten zich bij hen aan. Een deskundige evaluatie van de gezondheidstoestand door artsen, die vanuit Johannesburg de kliniek op de missiepost verzorgden, werd op 31 januari gepubliceerd door de Rand Daily Mail.

ieder geval dat hij mij met opzettelijke leugens op een dwaalspoor bracht. De meerderheid was te bang om de plannen en daden van de regering te kritiseren. Zij vrezen dat hun, als zij iets zouden zeggen of doen, de toestemming om hun kerkelijk werk binnen de reservaten voort te zetten, geweigerd zou worden, en misschien wel in het hele land en dat hun scholen, ziekenhuizen en andere instellingen daaronder zouden lijden. In navolging van nogal twijfelachtige precedenten geven ze er dan maar de voorkeur aan te zwijgen en binnen het systeem te blijven werken.

Verdenking Ik heb alle reden om één van deze lieden ervan te verdenken, dat hij mijn aanwezigheid aan de politie rapporteerde; zeker is in 46

Babanango; de moed van de paar mannen in Morajo; en in het algemeen de afwezigheid van verbittering tegen de blanken als zodanig, hoewel er zeer zeker veel wrok en verbittering is over de hele maatschappelijke toestand, speciaal onder de mensen met een betere opleiding.-

Berusting De materiële omstandigheden waaronder de mensen moesten leven, waren erbarmelijk genoeg, maar veel verontrustender was de geestelijke toestand waarin deze mensen verkeerden. Ze schenen te berusten in alles

Rondreis Begin maart 1969 begon ik met mijn rondreis. In de loop van de volgende zes maanden legde ik een afstand af van bijna 40.000 km kriskras door het land, op zoek naar hervestigingsprojecten. Na mijn rondreis bracht ik bij verschillende gelegenheden opnieuw een bezoek aan enkele nederzettingen, zoals Morsgat en Koeroeman, en als er berichten of geruchten waren over nieuwe vestigingen ergens in het land, ging ik er op af. Van het ene ellendige oord naar het andere trekken, kan bepaald geen plezierig uitstapje worden genoemd. Een van de meest verontrustende verschijnselen was de houding van zoveel blanken met wie ik gesproken heb, hun onwetendheid, apathie, vrees en argwaan. De blanke geestelijken bijvoorbeeld waren vaak niet op de hoogte van het bestaan van hervestigingsdorpen in hun parochie; anderen wisten ervan, maar zagen er niets verkeerds in. Van de blanken met wie ik in contact kwam, waren de meesten geestelijken. Aan sommigen van hen ben ik veel dank verschuldigd wegens hun gastvrijheid (hoewel het enkelen wat kostte om hun argwaan over wat ik deed en op wiens gezag ik het deed, te overwinnen). Er waren onder hen ook enkele stoere aanhangers van de regering, die op geen enkele wijze hielpen, maar trachtten zo gauw mogelijk van mij af te komen.

magazine

Ontroerend Ook enkele ontroerende ervaringen: een paar gedroogde stukken suikerriet, die ik met alle geweld moest aannemen van een heel oude en behoeftige vrouw in Kliplatdrift, die zei dat ze niets anders kon aanbieden, maar dat ze graag haar waardering voor mijn bezoek wilde tonen; en het geschenk van een hele zak suiker van iemand die welvarender was. Maar bovenal waren er momenten van teleurstelling: 'Er is hier in de buurt een hervestigingsdorp, maar het is allemaal dik in orde. We kunnen uitstekend opschieten met de ambtenaren.' 'Jawel, er is hier in de buurt nogal wat hervestiging geweest, maar waar precies weet ik niet.' 'Ik heb erover gehoord, maar ik weet niet of het allemaal wel waar is.'

Betrokken

Een klein meisje uit Pimville tapt een emmer water uit één van de kranen.

wat de blanken met hen uithaalden. Er zijn maar heel weinig blanken in Zuid-Afrika die niet op de één of andere wijze hebben bijgedragen tot het breken van de geestelijke weerstand van het Afrikaanse volk. Er zijn velen die, hoewel ze gekant zijn tegen de regering, dankbaar gebruik maken van de voordelen die voor blanken voortvloeien uit de toepassing van de apartheid. Al bleef mijn reis dan somber afsteken tegen de zonnige safari's waarmee toeristen naar Zuid-Afrika gelokt worden, toch waren er ook een paar facetten die de triestheid daarvan wat verzachtten. Het feit dat ik aanvaard en vertrouwd werd door de mensen in de verschillende nederzettingen; de energie en de waardigheid van de mannen in

Dit alles heeft ertoe geleid, dat ik de laatste drie jaar nauw betrokken ben geweest bij de hervestigingen. De laatste dertig maanden heb ik, eerst door Limehill en sinds mei 1969 als gevolg van dit project, al mijn tijd besteed aan het bezoeken van deze oorden en aan het onder de aandacht brengen van deze wantoestanden. Ik verontschuldig mij er niet voor, dat ik in een tijd waarin alle grotere, kerken klagen over een tekort aan geestelijken, mijn tijd aan dit soort werk heb besteed. In mijn functie als priester werd ik geconfronteerd met het lijden en de noden van deze mensen en alleen een priester kan zonder speciale vergunning de hervestigingsgebieden binnenkomen. Bovendien is het probleem van de verplaatsingen op het ogenblik één van de grootste problemen in Zuid-Afrika en de kerken erkennen, althans in theorie, dat zij de plicht hebben sociale wantoestanden te helpen opheffen. Als deze mensen terecht menen dat hun kerken hen aan hun lot hebben overgelaten, waar halen de kerken dan het recht vandaan om te verwachten, dat zij nog een rol spelen in het leven van de mensen in de 'thuislanden'?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's