GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 82

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 82

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- Nu dacht ik dat er, bepaalde situaties bestaan - nu denk ik even aan een verstikkingsdood - waarin dat pijnstillen nauwelijks meer mogelijk is en waarin dus een zodanige hoeveelheid heroïne of morfine moet worden gegeven, dat de patiënt daarvan in een coma raakt en van daaruit overlijdt. Dan verricht je dus als arts een handeling, die duidelijk tot direct gevolg heeft, dat de patiënt overlijdt. Ja, dat kan best. - Is dat niet een daad van barmhartigheid? Dat vind ik een moeilijke vraag. Daarom moeilijk, omdat je . . . w/at doe je iemand aan, als je iemand laat overlijden? Het enige watje bereikt, is het negatieve resultaat: hij leeft nu niet meer, hier op onze aardse bestaanswijze. Of dat barmhartigheid is? Daarvoor zou ik het mysterie moeten doorzien. Dat is nu net het punt waar woorden ons gaan ontbreken, waar het oordeel te kort schiet. - Is het niet zo dat de arts, die besluit niet meer in te grijpen, terwijl hij zich bewust is dat hij de dood kan uitstellen, dat deze arts ook handelend optreedt? Maar z'n intentie is anders. Het heeft niet primair te maken met de beëindiging van het leven. Hij staat die mens bij in zijn nood. Heeft dat tot gevolg dat de patiënt vrij spoedig overlijdt, eerder dan anders, het zij zo. Maar ik ben barmhartig geweest. Daar zijn de gevolgen, die ik niet in mijn hand heb. Ik kan hem bijstaan in de nood, en als ik middelen en mogelijkheden daarvoor kan mobiliseren, dan zal ik daarin tot het uiterste gaan. - Uw bezwaar bij actieve euthanasie is dat we iets dichterbij halen waarvan we de consequenties niet kunnen overzien, het perspectief niet. Maar dat gebeurt toch met passieve euthanasie ook? Je laat dan toch óók iets dichterbij komen ? Je bent In staat als arts die grens verderop te schuiven. Jawel, maar het is niet het bewuste doel. In de uitzending, die we gezien hebben van die dokter die actieve euthanasie toepaste, daar was het bewuste doel dit leven te beëindigen. Dat vind ik beschikken over een situatie die je onmogelijk kunt overzien. Ik heb een situatie meegemaakt, waarbij je op een gegeven moment zegt: het zou goed zijn als de patiënt, die tóch moet sterven, nü sterft. Hij stierf niet. Hij bleef nog een tijdje leven. Laten nu die weken plotseling van een ongelofelijke waarde worden! Voor hemzelf en voor de relatie 28

met die en die. Niemand kon vermoeden dat dat nog zou komen. - Maar is het juist om op grond van dat soort uitzonderingen je handelen in het algemeen te laten bepalen? Het is de vraag of dat uitzonderingen zijn. Ik heb het meer meegemaakt, gevallen waarin men die laatste weken voor geen goud had willen missen. Ik zeg niet, dat ik er uit ben, laat ik dat vooropstellen, maar de gedachte die mij centraal bezighoudt is, dat ik van leven en dood zou willen afblijven, maar met de nood bezig zou willen zijn. Als de bestrijding van die nood de dood tot gevolg heeft - ik versimpel het een beetje door het zo te stellen - dan ben ik niet verantwoordelijk voor dat einde, maar wel voor die hulp in nood. Dan heb ik niet als primaire doel gesteld: dit moet nu maar ophouden, want dan manipuleer ik met een situatie die ik in de verste verte niet overzien kan. Ik kan mij voorstellen een passieve euthanasie, waarbij men zegt: de levensomstandigheden van de patiënt zijn van dien aard, dat mocht hij een hevige complicatie krijgen, dan gaan we niet weet-ik-wat overeind halen om hem daar doorheen te slepen, want dat zou de nood van de patiënt maar vergroten. Dat is voor mij het criterium, zou ik zeggen. - Mag ik u een geheel andere vraag stellen: vindt u dat er zinloos leven kan bestaan? Ik geloof; als het zinloos wordt, is het niet meer menselijk. - Kunt u een voorbeeld

noemen?

Zinloos leven. Als een patiënt een dusdanig irreparabel hersenletsel heeft, dat z'n bewustzijn blijvend verwoest is en waarvan de functies alleen nog met een hart-longapparaat aan de gang kunnen worden gehouden, dan ben ik van mening dat de patiënt is overleden. Dit leven kan niet meer

menselijk genoemd worden, omdat-ie zelfs in de meest gereduceerde vorm niet meer het vermogen heeft tot communicatie. - Dat vindt u een criterium: communicatie? Ik vind dat een duidelijk criterium: Liefde kunnen ontvangen, beleven, afgezien van een beetje kunnen geven. Ook al heb je dus een sterk gereduceerd menselijk bestaan, zoals bij bepaalde gevallen van idiotie of zoiets, dan meen ik dat dit leven niet zinloos is, wanneer zo iemand tóch nog in staat is vreugde te beleven bij het ontvangen van liefde. Weet u waar ik dan aan denken moet? 'Het gekrookte riet zal ik niet verbreken en de rokende vlaswiek zal ik niet uitblussen.' Deze woorden manen mij altijd tot voorzichtigheid in ons oordeel ook over gehandicapten. Als ik als mens zeg: het zit er niet meer in, dan nóg zegt Hij: Ik zal het niet verbreken; Ik zal dat dovende pitje niet uitdoven. Aan dat woord moet ik denken als je bejaarden ziet, die een vorm van dementie hebben, waarbij je zegt, ja, mijn hemel, waarvoor bestaan ze nog langer? Of als je denkt aan vormen van idiotie bij kinderen . . . Iets anders vind ik toch het voorbeeld dat Van den Berg in zijn boekje geeft van dat kind met dat waterhoofd dat ze met kunsten vliegwerk tot het twaalfde jaar in leven hielden. Dan zegt Van den Berg: dat had niet gemogen. En dan zeg ik: daar heeft-ie gelijk in. Dit is een experiment, waarvan ik me kan voorstellen . . .Nee, dit had je moeten laten . . . (ds. Van Buuren aarzelt het woord uit te spreken). . . dit had je moeten laten sterven. Dit heeft. . . , nee . . . Dat je als een soort medisch kunststukje (nu overdrijf ik misschien), ik kan niet geloven dat dat de bedoeling kan zijn. - Hoewel inzo'n geval een zeer minieme vorm van communicatie, in de zin zoals u bedoelt, van liefde ontvangen . . . Ja, begrijpt u, het is vloeiend hè? Je kunt

'^-^JU^

VVMLIU^

^^H^ac.^ U

^•"^^dt^

^^^cxLe^ .

^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's