GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 61

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 61

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. J. Lever

biologie' luiden: 'De geschiedenis heeft (...) ook heel duidelijk geleerd dat de christelijke wereldbeschouwing gekoppeld kan worden aan ieder biologisch wereldbeeld. Augustinus vond er wel wat op, toen de biologen generatie spontanea (ontstaan van leven uit levenloze stof) vaststelden. Linnaeus had er geen moeite mee eerst de constatering van zijn tijd dat de soorten constant waren in overeenstemming met de bijbel te brengen, maar toen hij op dit punt wetenschappelijk ging aarzelen, wijzigde hij heel gemakkelijk zijn opvatting en huldigde de mening dat de genera sinds de schepping constant zijn gebleven. Eerst meende men, dat de fossielen bij de zondvloed ontstaan zijn of men beschouwde hen als probeersels van God, maar toen de hoge ouderdom van de aarde was ontdekt maakte men van de "dagen van Genesis" "tijdperken" en accepteerde de fossielen als resten van lang geleden geleefd hebbende organismen. Toen veel argumenten vóór evolutie begonnen te pleiten nam men eerst aan, dat de grote groepen succesievelijk waren geschapen, terwijl zij zich door evolutie ontplooiden, later begon men meer en meer een totale evolutie van het planten- en dierenrijk aanvaardbaar te achten, maar zonderde men de mens eerst geheel en naderhand alleen zijn "ziel" uit enz. Men kan hieruit afleiden dat het zich voortdurend wijzigende vakwetenschappelijke wereldbeeld eigenlijk helemaal niet zo belangrijk is voor de wereldbeschouwing. Fricties ontstaan door een te enge koppeling. (...) Een wereldbeschouwing moet zich niet aannemelijk proberen te maken met wereldbeeldargumenten en zij moet ook de wereldbeelden niet willen omvormen of misbruiken. Deze hebben hun eigen regulatie-mechanismen in het voortschrijden van het on-

derzoek en in de kritische discussies over hun onderdelen, hun methoden en hun grondslagen. Wat nodig is, is dat de wereldbeschouwingen zich bezinnen op hun diepste intenties. Zij zullen daarmee tevens eerlijk voor de dag moeten komen. Zo zullen zij ook moeten nagaan wat christenen precies geloven. Enkele aspecten daarvan kunnen hier wel worden genoemd. Het eerste is dat er een God is die deze hele werkelijkheid heeft voortgebracht en doet bestaan. Dat houdt geen enkele theorie in over het ontstaan van ons zonnestelsel, van het leven of van de mens. Dat heeft ook niets te maken met "god-hypothesen ter verklaring van "gaps" (hiaten) in onze momentale kennis. Dat behoort echter wel de visie op deze werkelijkheid te bepalen: eerbied en verantwoordelijkheid van de mens voor de natuur (beheer, bescherming, hygiëne), bescheidenheid over het menselijk kunnen en kennen (niet: "de mens kan alles, alles") en dus relativering van ons wereldbeeld. Hieruit volgt ook reeds iets over de zin van ons menselijk bestaan. Dat wordt nog versterkt door het tweede centrale aspect van het christelijk geloof, nl. dat God zich in Christus aan ons heeft geopenbaard en ons door Hem een verzoenende weg gewezen heeft naar "vrede op aarde". Immers het gebod is dan niet uitsluitend het zich in het diepste van ons wezen richten op God, maar ook op onze naaste. Dit dient, wanneer het ernstige genomen wordt belangrijke consequenties te hebben, niet allen op de terreinen van maatschappij, politiek en ethiek, maar ook van de wetenschap. Daarbij moet gedacht worden aan de onderlinge verhoudingen, aan wetenschapsbeleid en aan de verantwoordelijkheid van de individuele onderzoeker voor de aard, de resultaten en toepassing van zijn werk. Daarom moet de biologie niet alleen via het wereldbeeld, maar vooral via de wereldbeschouwing van de mensen geïntegreerd worden in de grote problemen van deze tijd. Daarom is een duidelijk en bewuste keuze van een wereldbeschouwing voor ieder mens, ook voor iedere bioloog een eerste vereiste. Wij moeten vanzelfsprekend die wereldbeschouwing kiezen die het mooiste en beste voor de mensheid op deze aarde is. (...) Het is uiterst urgent dat wij allen deze wereldbeschouwing zoeken en vinden en daarnaar leven. Anders is er straks geen leven meer.'

Het grillige lot bij 'n studentenstop Vorig jaar is het in enkele gevallen gebeurd en de kans zit er in dat het ook dit jaar weer zal gebeuren, dat een zoon of dochter van zeer met de VU meelevende ouders Oarenlang lid geweest; jarenlang actief geweest

had u altijd al iiifillen maken! En U moet daar niet veel langer mee wachten. Dan gaat iedereen. Naar de Fjorden, de Finse meren, IJsland of Lapland - zo langzamerhand de laatste natuurparadijzen van Europa. Allemaal uitvoerig beschreven in de Scanialux reisgids. Rijk geïllustreerd met zonnige kleurenfoto's, Vraag zo'n gratis Scanialux gids bij de erkende ANVR-reis bureaus Of stuur de bon in. Nu kan 't nog.

SCANIALUX Specialist in Scandinaviëvakanties Vliegreizen - Autotours - Cruises

bon

Inzenden aan Scanialux Reizen Holland B.V. Weteringschans 73, Amsterdam, ^el. 020-254581 of Leenderweg 156, Eindhoven, tel. 040-119146 Naam

Adres Plaats VU

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's