GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 282

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 282

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m

u

m

Het College van Directeuren blijft voortbestaan als Bestuur der Vereniging en vervult als zodanig ten opzichte van de Universiteit •een functie, die in bepaalde opzichten overeenkomt met de functie van minister van Onderwijs en Wetenschappen ten opzichte van de Rijksuniversiteiten.'

'Parlement' De minister is voor zijn beleid verantwoording verschuldigd aan het parlement. De vergelijking doortrekkend, zou men kunnen stellen dat de ledenvergadering de functie van parlement dient te vervuilen ten opzichte van het zeven leden tellende bestuur. De jaarvergadering van de Vereniging is dus een formeel uiterst belangrijke gebeurtenis voor de Universiteit, want daar vindt de verantwoording plaats van het gevoerde beleid. Gering zijn de bevoegdheden niet van het zeven leden tellende Verenigingsbestuur. Het heeft b.v. het uiteindelijke benoemingsrecht van - zeven van de 40 leden tellende Universiteitsraad, - de rector-magnificus, die qq zitting heeft in het College van Bestuur, - twee van de vier overige leden van het College van Bestuur, - de hoogleraren, lectoren en docenten met een zelfstandige leeropdracht en de bibliothecaris. een en ander wel op voordracht van of na Parlement of toogdag?

u

m

overleg met lichamen uit de universiteit.

Vereniaina Bewust wil voorzitter prof. dr. G. J. Sizoo vasthouden aan de Verenigingsvorm (géén stichting) voor de organisatie. In een recente Verenigingspublikatie verklaarde hij: 'Bij de oprichting van de VU is de verenigingsvorm gekozen, evenals trouwens bij de oprichting van de meeste christelijke scholen, en daarzit, dunkt me, het beginsel achter dat de verantwoordelijkheid voor deze instellingen niet mag worden overgelaten aan enkelen, maar dat allen die zich bij de zaak betrokken voelen in die verantwoordelijkheid delen. De leden kiezen het bestuur en nu is het wel zo dat vooral bij grote verenigingen het bestuur vérgaande handelingsbevoegdheid moet bezitten, omdat er anders eenvoudig niet valt te werken, dit bestuur blijft toch altijd verantwoording schuldig aan de ledenvergadering. Ik dacht dat men in onze tijd, waarin zo vaak over inspraak wordt gepraat, zonder meer kan vaststellen, dat de verenigingsvorm een veel democratischer karakter heeft dan de stichtingsvorm.' Op de vraag 'Hoe kan de Vereniging haar verantwoordelijkheid voor de VU concreet beleven?' antwoordde prof. Sizoo: 'De leden kunnen op de Algemene Vergadering hun oordeel uitspreken over het gevoerde beleid.'

Praktijk Maar van bestuurszijde wordt ook beseft dat theorie en praktijk uiteen kunnen lopen. Zo schreef bestuurslid mr. J. VJ. Ubbink (thans secretaris) in het VU-blad mei 1970: 'In zijn academische proefschrift "De Gereformeerden en de Vrije Universiteit" toont dr. J. van der Zouwen op pag. 48 aan, dat de invloed van de leden van de Vereniging op het beleid van universiteit en Vereniging gering is. De jaarvergadering (de gelegenheid om formeel deze invloed uit te oefenen) wordt door enkele procenten van het aantal leden bezocht, en biedt bovendien weinig gelegenheid om jaarstukken en beleidspunten grondig uit te diepen.' Dr. Van der Zouwen schrijft in zijn proefschrift: 'Formeel gezien heeft de ledenvergadering grote bevoegdheden, maar van die bevoegdheden werd tot 1968 weinig gebruik gemaakt: jaarverslag en jaarrekening'waren dikwijls "hamerstukken" of hooguit aanleiding tot het stellen van kritische of louter informatieve vragen. Moties of resoluties werdep niet ingediend. Van de rondvraag

18

u

m

werd weinig gebruik gemaakt. Dat blijkt ook wel uit de tijd, nodig voor het afhandelen van louter "huishoudelijke zaken". Op de jaarvergadering van 1965 (toen een statutenwijziging aan de orde was) werden hieraan 69 minuten besteed. Voor 1966 en 1967 zijn de uitkomsten van deze observatie: 20 en 34 minuten, dus een fractie van de vergadertijd. De meeste tijd werd besteed aan toespraken, optreden van studentenkoor en -orkest enz. Bij de jaarvergadering van 1968 en zeker bij die van 1969 in Assen verandert dit beeld volledig door het optreden van studenten. In 1969 blijkt een extra vergadering nodig te zijn ter behandeling van de vele kritische vragen n.a.v. de jaarstukken. Aanvulling van de voordracht van het bestuur voor bestuurskandidaten vindt niet plaats en nummer één van de voordracht wordt meestal met ruime meerderheid van stemmen gekozen. Het bestuur van de VUvereniging benoemt in feite zichzelf. In een interview in het studentenblad Pharetra antwoordt de rector-magnificus van de V.U. (prof. De Gaay Fortman) op de vraag of er in feite geen sprake is geweest van coöptatie: 'Dat is altijd zo geweest. In de tijd van Kuyper benoemde de oude heer ze zelfs persoonlijk' (Pharetra, 11-1-1968, p. 9). Het verschijnsel dat, terwijl de problemen ter realisering van het verenigingsdoel groter en complexer werden, de tijd door de ledenvergadering aan de bespreking van deze problemen gewijd, steeds minder werd (enkele jaren geleden werden de twee VU-dagen ingekrompen tot één VU-dag), heeft de VU-vereniging gemeen met vakbonden, omroepverenigingen en dergelijke grote organisaties.' Tot zover Van der Zouwen. Sinds 1967 bestaat er een door de provinciale verbanden gekozen Raad van Bijstand van 25 leden 'welke tot taak heeft het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging van advies te dienen.' Mr. Ubbink kondigde in zijn VU-blad artikel mei 1970 aan: 'Voorstellen zijn te verwachten, deze Raad uit te bouwen tot een verenigingsraad, die de controlefuncties van de algemene ledenvergadering kan overnemen, zodat deze laatste meer gelegenheid krijgt, zich over belangrijke beleidspunten uit te spreken. Op deze wijze tekent zich, als tegenhanger van de bestuurlijke herstructurering van de universiteit, een herstructurering van de Vereniging af. Dit alles met de bedoeling om de banden tussen universiteit en Vereniging niet te slaken, maar deze integendeel nauwer aan te halen, zij het vanuit een totaal nieuwe opstelling.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 282

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's