GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 285

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 285

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

m.

,u

m.

daarvan was een met algemene stemmen aangenomen motie van de student Rob Smeenk: 'Overwegende dat deze extra VU-dag een goed initiatief is om de dialoog tussen de leden van de Vereniging en de leden van de universiteit op gang te brengen; overwegende dat deze vergadering niet meer kan zijn dan een begin; overwegende, dat de onderhavige problematiek enerzijds te omvangrijk, anderzijds te belangrijk Is om op één dag af te doen; overwegende, dat de discussie over de democratisering, die uiteraard veel meer inhoudt dan een verandering van bestuursstructuur van de universiteit moet worden voortgezet; stel ik u voor het bestuur van de Vereniging, i.e. de Vrije Universiteit op te dragen provinciaal georganiseerde discussiedagen te beleggen over de democratisering in bovenstaande ruime zin bedoeld. Voorwaarde voor deze discussiedagen zal moeten zijn, dat het gesprek niet alleen op gang moet worden gebracht tussen leden van de Vereniging en leden van de Vrije Universiteit, maar tussen in principe alle leden van onze maatschappij en leden van de Nederlandse universiteiten. Op deze wijze zal enerzijds de betrokkenheid van de samenleving bij universiteit en wetenschap, en anderzijds de betrokkenheid van de universiteiten bij de samenleving kunnen worden vergroot. Laten wij als Vrije Universiteit het initiatief nemen om deze wederzijdse betrokkenheid te stimuleren.' Dat er sprake was van een serieuze poging om elkaar te begrijpen, was voor een niet gering deel te danken aan het vele voorbereidende werk voor deze dag door de afdeling Landelijke Organisatie van de Vrije Universiteit, die o.a. voordien een brochure produceerde 'VUtrecht', waarin dr. K. van Nes (thans voorzitter college van bestuur), Rob Smeenk, prof. dr. T. P. van der Kooy en Stuurgroepsecretaris drs. J. J. F. Schroots hun gedachten ontvouwden. Het VU-biad publiceerde oktober '69 een lezenswaardig verslag van een discussie tussen dr. K. van Nes, studentenpredikant L. Ringnalda, coördinator studentenaangelegenheden dr. J. Kiers en studentenraadvoorzitter Gerrit van der Wal. vu-blad: 'Centraal stond in deze drie uur durende discussie de vraag: hoe kan de universiteit zich dienstbaar maken aan de maatschappij. Een vraag die andere vragen oproept: - van wie is de universiteit? - voor wie werkt zij?

,u,

m.

- is de VU nog wel vrij? - wie bepaalt welk onderzoek er gedaan wordt? -kunnen de studenten meebeslissen? - heeft de Vereniging ook wat te vertellen? - kan een universiteitsraad de bevoegdheden van curatoren, directeuren en senaat overnemen? -hoe moet zo'n universiteitsraad er uitzien?' De laatste twee vragen zijn door de Wet Universitaire Bestuurshervorming beantwoord, maar over de andere valt nog heel wat te zeggen. De studenten eisten b.v. medezeggenschap over het onderzoekbeleid. Want het raakt de samenleving in haar geheel wat door de wetenschappers wordt onderzocht. De keuze uit de veelheid van mogelijkheden mag geen zaak meer zijn van enkelen. Maar kan een student daarover meepraten? Dr. K. van Nes dacht in het VU-bladgesprek van niet. 'Dr. Kiers: Waarom niet? Dr. Van Nes: Je kunt pas onderzoek be-

,u,

oordelen, wanneer je getoond hebt dat je het zelf kunt, wanneer je afgestudeerd bent. Op bepaalde punten kunnen studenten wel meepraten over het onderzoek. Maar wanneer je gaat zeggen dat de jonge mensen dit beleid in de eerste plaats gaan moeten bepalen, dan zeg Ik: dat zou een ramp zijn. Dr. Kiers: Als het doel van de wetenschap nu is het bewoonbaar maken van de wereld, kan dan een jonge vent van 20 of 22 jaar daar niet zinvol over meepraten ? Dan hoeft hij nog niet alle details te kennen. Ds. Ringnalda: Iedereen is hierbij betrokken. De jonge generatie in de eerste plaats. Het gaat om hun eigen toekomst. Om hierover mee te kunnen praten, zullen de studenten zeker van de ervaring en vakkennis, van de informatie van de wetenschapsbeoefenaars gebruik willen maken. Dr. Van Nes: Daar ben ik het niet helemaal mee eens. De eerste categorie die het wetenschapsbeleid moet uitmaken is de academische wereld: de hoogleraren en de wetenschappelijke staf. Dan ga ik ervan uit dat zij hun opdracht tegenover de maat21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 285

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's