GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 487

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 487

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

merkte de bekende Arabische journalist Edouard Saab op, 'Het wordt tijd dat de mythe van het woord wordt gebroken.' Hij stelde voor dat op het gebruik van superlatieven gevangenisstraf werd gezet. (Cf. E. Saab, La Syrië ou la Revolution dans la Rancoeur. Paris, 1968, resp. pp. 279, 281.) Dat toch ook Nasser zelf profiteerde van deze zelfkritiek van het Arabische gevoels- en denkklimaat, bleek toen hij 30 april 1968 verklaarde, 'Wij konden onze fouten nu niet bedekken, omdat ze op de dag van de strijd aan het licht zouden komen. Ik ontmoette een commandant van een divisie en hij vertelde mij zijn fouten en tekortkomingen. Dit is een nieuwe wijze om met de dingen om te gaan. Wij gaan niet iets verbergen, want als wij onze fouten vandaag verbergen, hoe kunnen wij ze dan later rechtzetten?' (Al-Anwar, 30 april 1968).

Eer en schande Ongelooflijk belangrijk voor de Arabier is zijn eer. Om de eer van een vrouw, dochter of zuster, te redden zal men zich wreken op de belager. De strijd, om de waardigheid is diep geworteld in de Arabische cultuur. Dat speelt ook een geweldig grote rol in de strijd voor nationale onafhankelijkheid. 'Onze jonge me«.sen,' verklaarde Habib Bourgiba in 1957, 'werden boven alles geïnspireerd door een immense behoefte aan persoonlijke waardigheid.' De verklaring voor de grote admiratie die Nasser in het verleden kreeg, was het gevoel van zelfrespect dat hij de gewone Egyptenaar bijbracht. De bekende oriëntalist W. C. Smith verklaarde in 1957, 'De Arabieren zijn een trots en gevoelig volk. Een adekwaat verstaan van hun situatie vandaag is niet mogelijk als geen gewicht wordt verleend aan deze twee factoren. Voorts is enige waardering nodig voor hoeveel er in hun verleden is om trots op te zijn en in hun heden om gevoelig over te zijn.' (W. C. Smith, Islam in Modem History, New-York (Mentor Book), pp. 98, 99.) Een moment van triomf voor Egyptische militairen: het hijsen van hun vlag op een veroverde Israëlische observatiepost aan het Suezkanaal. (12 okt. 7 3 )

verwijderen van de sluier die een vrouw bedekt. Een makshufa, een 'ontsluierde' is een immorele vrouw, een vrouw die haar sluier niet draagt. Het tegenovergestelde begrip bedekken, verbergen, satara, heeft tevens als betekenis, beschermen. (Cf. het werk van de Egyptische socioloog Hamed Ammar, M. Berger, op.cit., pp. 144, 145.) Voor die taak van 'onthulling' zag echter op de negende juni 1967 de Egyptische president zich noodgedwongen geplaatst. Hij moest de grote overwinningswoorden inslikken en de waarheid aan zijn volk vertellen. 'Openlijk,' ZOAIS hij zei, 'defeiten mededelen, in het geloof dat wij alleen op deze wijze de rechte weg kunnen vinden, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn.' In deze rede sprak Nasser echter niet van de smadelijke neder-

laag, maar van de terugslag, naksa die men had ondergaan. Met andere woorden, hij gaf op eufemistische wijze uitdrukking aan de werkelijkheid. 1967 heeft de Arabieren een gevoelige les geleerd juist t.a.v. dit overmatig gebruik van woorden. Men was zich maar al te pijnlijk bewust geworden wat dit tot gevolg had gehad, zowel voor de strijd met de Israëli's als voor de verhouding van de leiders tot de massa. Deze laatste was zeer gedesillusioneerd in hun vertrouwen in hun leiders. Maar van verschillende kanten zette toch een zelfkritiek in. In Libanon deed dat de Syrische professor in de filosofie Sadiq al-Azm in zijn boek, Naqd alfikr ad-dini (Kritiek van het godsdienstige denken). De behoefte werd gevoeld de taal te ontmythologiseren. Zo

Het grote trauma dat de '67 oorlog in de Arabische wereld heeft achtergelaten is de schande. Men heeft de nederlaag ervaren als een gevoelig gezichtsverlies t.o.v. elkaar en de buitenwereld. Men is diep vernederd in wat hen veel dieper zit dan materiële en zelfs persoonlijke verliezen. De smadelijke nederlaag die Israël had toegebracht en waarvoor niet als in 1956 - de Suez-oorlog - andere landen verantwoordelijk gesteld konden worden.

6 Oktober 1973 Op de Joodse Grote Verzoendag én tijdens de Moslimse vastenmaand. Ramadan, is de vierde arabisch-israëlische oorlog uitgebroken. Ditmaal begonnen door Egyptenaren en Syriërs, dus de Arabieren en niet door de Israëli's zoals in 1956 en 1967. Wat bijzonder opvalt in gesprekken die men voert, in wat men hoort voor de radio en kan lezen in de kranten, is dat men het gevoel 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 487

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's