GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 501

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 501

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pompen: schatgraven werd systematisch onderzoek 'Van het negende Romeinse legioen werd tot voor enige tijd geleden gedacht dat het in Engeland in de pan werd gehakt. Er bestonden de prachtigste boeken over de ondergang van dit legioen. Totdat uit opgravingen bleek, dat het na de veronderstelde ondergang in Nijmegen was opgedoken. Op zulke momenten verandert de geschiedenis,' aldus licht de heer S. L. Wynia, verbonden aan het archeologisch instituut van de VU, toe tot welke spectaculaire gevolgen de archeologie soms kan leiden. De heer Wynia behoorde tot een onderzoeksteam, samengesteld uit archeologen van verschillende Nederlandse universiteiten, dat vorig jaar in Pompeii aan het werk ging. Pompeii en Herculaneum, twee Romeinse steden die na een uitbarsting van de Vesuvius (79 na Christus) respectievelijk onder as en gloeiende modder werden bedolven, zijn stelling plaatsen die tot de verbeelding spreken. De toeristen stromen er in grote getale heen en ook de grote tentoonstelling die tot half januari in het Haagse gemeentemuseum te bezichtigen is, trekt vele bezoekers. Pompeii en het graafwerk dat daar werd verzet, heeft niet alleen geleid tot uitbreidingen en/of veranderingen in de geschiedenis, de ontdekking en de opgraving van de stad is een stuk geschiedenis op zichzelf. Een paar flitsen daaruit: Tegen het einde van de zestiende eeuw werd een irrigatie-tunnel gegraven door de heuvel Civita. Arbeiders stuitten bij het werk op een stuk muur. Ze vonden munten uit de tijd van Nero, die ze bij zich staken en twee marmeren platen die ze stuk sloegen. Desondanks werden de vondsten gesignaleerd door een historicus uit die tijd. De belangstelling was daarmee wel gewekt, maar werd verdrongen door een verschrikkelijke uitbarsting van de Vesuvius die aan 40(X) mensen het leven kostte. 'Als gij verstand hebt, hoort dan de stem van het marmer, dat tot u spreekt. Bekommert u niet om de huiselijke fiaard, maar vlucht zonder dralen,' zo liet Emanuele Fonseca, onder-koning van Napels in 1632 op een gedenkplaat zetten, die hij ter waarschuwing van het nageslacht in Portici, niet ver van Napels, aanbracht.

tegen het einde van de zeventiende eeuw geleerde eenlingen al betrekkelijk 'warm' bij het vaststellen van de plaats waar Pompeii zou moeten worden gezocht. Bij het slaan van een waterpomp in 1689 had men enige stenen opgedolven. Op één daarvan stond nota bene duidelijk de naam: Pompeii te lezen. Een geleerde uit Napels gaf als zijn mening te kennen dat men kennelijk was gestuit op een landhuis van Pompejus. Een ander was ervan overtuigd dat men wel degelijk met de overblijfselen van de stad te maken moest hebben. Er werd niet verder gezocht. Begin achttiende eeuw ging Napels over van Spaanse in Oostenrijkse handen. In het Oostenrijkse bezettingsleger dat in 1707 de stad binnentrok, diende ook prins d'Elboeuf in de rang van kolonel. Deze prins, verre familie van de Oostenrijkse veldheer prins Eugenius van Savoye (die niet bijzonder trots was op deze familie-relatie) verioofde zich in 1710 met de Napolitaanse prinses Salsa. In verband met dit gebeuren begon d'Elboeuf te denken aan een nieuw te bouwen woning, niet ver van zee.

Oud marmer Nu geviel het dat omstreeks dezelfde tijd een landbouwer uit de omgeving, Enzechet-

ta genaamd, oude stukken marmer verkocht aan een 'marmoraro', een ambachtsman die van zulke stukken marmer heiligenbeelden maakte of fonteinen. Enzechetta verkreeg zijn gesteenten uit de schacht van zijn waterpomp. d'Elboeuf kwam in contact met Enzechetta en was verrukt van de collectie die deze in de loop der tijd naar boven had gebracht. Hij kocht diens land en begon vanaf de schacht van de waterpomp tunnels te graven in alle richtingen. Zijn ijver werd beloond, al had hij er geen flauw vermoeden van, dat hij zijn gangen groef in de gestolde lava boven Herculaneum. De prins was, zoals ook nog jaren na hem het geval zou zijn, feitelijk aan het schatgraven. Zolang er spectaculaire vondsten uit zijn tunnels te voorschijn kwamen, ging het werk door. Drie prachtige, vrijwel geheel gave vrouwenstandbeelden zond hij naar zijn bloedverwant prins Eugenius (in het geheim; export van antieke kunstwerken was verboden) in de hoop dat deze een goed woordje voor hem zou doen in zake de permanente geldnood waarin d'ElboeuFs huishouden verkeerde. Vermoedelijk werd d'Elboeuf minder enthousiast toen wel muren en trappen, maar geen marmeren beelden of andere kostbaarheden werden gevonden, misschien ook werd het graven hem te kost-

De heer S. t . Wynia

Waterpomp De uitbarsting en het herstellen van de schade deden de interesse in de bedolven Romeinse steden verflauwen. Toch waren er 29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 501

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's