GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 384

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 384

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegenover hen die de techniek verafgoden of miskennen, moeten wij willen opkomen voor de opdracht tot techniek die de mens gekregen heeft. Beslissend is evenwel dat de mens de Opdrachtgever erkent en zichjegens Hem verantwoordelijk weet. De mens is bijbels gezien rentmeester, dienstknecht en geen autonoom heerser. Hij is in en met de techniek aan bovenmenselijke, dus bovenwillekeurige normen gebonden. Op die wijze vraagt God van de mens mee te werken aan de voortgang van de geschiedenis, aan de onthulling, ontsluiting of ontplooiing van de schepping. De bijbel leert dat God in Jezus Christus de door de zonde verstoorde schepping weer met zich verzoend heeft. Uit die verzoening leven betekent weerstand bieden tegen een egoïstische, hebzuchtige exploitatie of kraking van de natuur. De uitbuiting van de natuur verdraagt zich niet met de erkenning dat wij in Gods schepping leven. Wij dienen daarom afstand te doen van onze bijna traditioneel geworden krakerspositie. Wij zullen niet langer met de schepping mogen omspringen op een wijze die bij de beesten af is. Ook onder christenen is wel de gedachte gesuggereerd dat we uit de schepping moeten halen wat er in zit. Deze gedachte kan goed worden uitgewerkt, maar meer dan eens leidt zij tot een verkwisten en kraken van de natuur.

Verantwoordelijkheid Om de alles vernietigende dodelijke macht van de moderne techniek aan banden te leggen, om de techniek te vermenselijken is het noodzakelijk dat wij zowel onze individuele als onze collectieve verantwoordelijkheid in die diep religieuze zin, nl. verantwoordelijkheid jegens de Schepper, en daarin ook verantwoordelijk voor de medemens,

16

voor medeschepselen en voor de overige natuur. Op deze basis zullen wij elke suggestie voor de oplossing van het vraagstuk van de milieuvervuiling positief moeten waarderen. Dat betreft bijvoorbeeld de multidisciplinaire samenwerking. Deze samenwerking is structureel gezien noodzakelijk. Zij kan ertoe dienen dat men eenzijdigheden van vakwetenschappers en technici met alle nare gevolgen van dien voorkomt. Ook verdient de oproep tot kringloopproduktie zo snel mogelijk in daden te worden omgezet. Voorts: versobering, nieuwe vormen van ascese, een halt toeroepen aan de materialistische consumptiementaliteit, decentralisatie van de industrie, afstand doen van de technische prestatiedwang, het pleiten voor meer rust voor mens en natuur, de roep om verandering in maatschappelijke structuren, meer efficiënter politieke besluitvorming, bekering van de bestaande elites, voortgaande democratisering, versterking van het gemeenschapsbesef, het inperken en normatief leiden van de ongebreidelde dynamische technische ontwikkeling etc, dat alles is positief te waarderen en verdient meer dan onze gewone steun. Wij zijn echter van mening dat al deze suggesties slechts een tijdelijk effect hebben wanneer de inspiratie er achter weer ontleend wordt aan de subjectieve verlangens van autonome mensen, dus wanneer de religieuze gezindheid, als inspiratiebron ééndimensionaal gericht blijft. Ter toehchting moge het volgende dienen: de vervuiling van het miheu is in technische zin, wanneer de economische machten daaraan hun medewerking verlenen, wel voor een groot deel weg werken. Maar wanneer er niet meer gebeurt is de kans groot dat de techniek, de organisatie en de bureaucratie in macht blijven toe-

nemen, waardoor de individuele vrijheid en verantwoordelijkheid van elk mens steeds meer in het gedrang komen. De mens raakt dan gevangen in een technisch gestroomlijnde maatschappij, in een universeel concentratiekamp, waarin het leven weliswaar niet meer in biotische zin, maar dan toch nog wel in historische, sociale en ethische zin stikt. Het leven van de mens zal dan niet meer zijn, dan dat van een vlieg in een fles: een ten dode gedoemde. De oplossing van het ene probleem roept andere, vaak nog ernstiger problemen op, wanneer men de oplossing van de problemen verricht in een gezindheid die louter horizontaal is, en men geen rekening houdt met de alles beheersende verticale gerichtheid van de mens op God, die zijn normatieve richtlijnen gegeven heeft voor een harmonieuze ontwikkeling van de techniek in samenhang met de natuur.

Perspectief Dat betekent zeer concreet dat de technische ontwikkeling ook in sociale zin ontsloten moet worden en dat allen die bij die techniek betrokken zijn voor die techniek verantwoordelijkheid dragen. Vervolgens mag de economische ontsluiting niet worden afgesloten in de verabsolutering van het winstprincipe of de verabsolutering van de consumptiementaliteit. Wij hebben verkwisting te voorkomen en het zuinig beheer van de natuur na te streven, al gaat dat gepaard - en dat zal moeten - met minder economische groei en minder consumptiemogelijkheden. Wanneer wij voorts schadelijke afvalprodukten voorkomen en de natuur niet misbruiken als afvalbak, hebben wij er oog voor, dat de techniek ook in esthetische zin moet worden ontsloten. De techniek mag de natuur niet bederven, maar moet ermee in harmonie ontwikkeld worden. Het is vervolgens een eis van de gerechtigheid dat wij de natuur niet bedreigen, maar schoonhouden. Voor zover dat niet gebeurt, dient de gerechtelijke macht in te grijpen en te straffen. Deze straf dient enerzijds te waken tegen een verminking en vervuiling van de natuur, anderzijds dient zij te voorkomen, dat de mens wordt bedreigd door een bedorven natuur. Deze ontwrichte situatie kan zich wel gaan voordoen wanneer het ethos van de mensen een verkeerde inhoud ontvangt doordat de mensen, die bij de technische ontwikkeling betrokken zijn, het richtpunt voor hun handelen ontlenen aan de verabsolutering van iets van onze geschapen werkelijkheid en aldus fixeren en niet al hun doen en laten in dienst stellen van de God die in Jezus Christus over de schepping regeert. Dan wordt het perspectief van het Koninkrijk van God ingeruild voor een kortzichtigheid, voor een betrekkelijk succes op korte termijn, omdat de openheid naar en het uitzicht op het Transcendente ontbreekt, en alleen vanuit die openheid en dat uitzicht is een zinvol perspectief voor onze cultuur mogelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 384

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's