GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 178

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 178

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opschudding in vakcentrales en parlennent veroorzaakte ruim elf jaar geleden het plan van minister Toxopeus tot verhoging van de ambtenarensalarissen dat, zoals het WD-orgaan 'Vrijheid en Democratie' met gepaste trots schreef: 'Een goede indruk geeft van de liberale visie op de arbeidsverhoudingen. ' CNV, KAB en N W waren in hun heftige tegenstand de tolk van lagere en middelbare ambtenaren. Alleen het Ambtenarencentrum en de Centrale van Hogere Rijksambtenaren begroetten het plan van Toxopeus met instemming. Bevreemding vermocht dit niet te wekken bij wie kennis nam van de cijfertjes. Waartoe Toxopeus besloten had, was een (over vier jaar uit te smeren) opslag van 8% voor de laagste ambtenaren (schrijver tot en met de adjunct-commies) tot 30% voor de hoogstgeschaalden (hoogleraren). De allerhoogsten (secretarissen-generaal en directeuren-generaal) was een opslag van 40% toegedacht. In het WD-orgaan werd Toxopeus deswege gehuldigd als 'De man die de moed had'.

Zuigkracht Als motief voor zijn denivelleringsplannen voerde Toxopeus aan dat het bedrijfsleven anders bekwame hogere ambtenaren zou wegkopen, want de bedragen waarmee topmensen in ondernemingen de laatste jaren naar huis gingen, waren bij geruchte niet kinderachtig. Precieze cijfers waren daarover niet bekend, want het ging om inkomens, die niet onder een CAO (en dus buiten de sfeer van directe beïnvloeding door de overheid) vallen, maar bestreden werd niet dat het Toxopeus-plan weerspiegelde wat zich elders in de maatschappij buiten de invloedssfeer van de overheid, afspeelde. Men was wel 'gedwongen'. Niettemin laaiden de emoties enkele maanden hoog op over dit plan om de satan het opnieuw en nog wel zó zichtbaar voor iedereen, op één hoopje te laten doen. Met name wekte het wrevel dat er niet meer gebeurde voor de laagstbetaalde ambtenaren. Het 'overleg' met de ambtenarenbonden werd afgebroken, er kwam een heftig kamerdebat, maar Toxopeus hield het been stijf. Omdat de christelijke partijen het niet op een kabinetscrisis durfden te laten aankomen (het alternatief was opnieuw een coalitie met de PvdA), kreeg hij onverkort zijn zin. Een aangenomen motie kon hij ongestraft naast zich neerleggen. Mokkend oordeelde De Volkskrant na het Kamerdebat dat het 'onrechtvaardig' was 18

en dat de salarisregeling, 'getoetst aan de normen van christelijk-sociale politiek' onder de maat bleef, maar alras vroegen andere politieke vraagstukken weer de aandacht. Het geluid van ratelende rekenmachines op de loonadministraties overstemde het machteloze gepruttel tegen de beslissing van Toxopeus en hogere ambtenaren en wetenschappers van alle politieke richtingen, geloofsovertuigingen en mensbeelden, begonnen na enige tijd ook advertenties te knippen voor auto's, bungalows, zeiljachten, caravans en tweede huizen naar het voorbeeld dat hun reeds gegeven was door in het vrije bedrijfsleven werkzame buurlieden en zwagers.

Op achtergrond Rustig rolden de guldens door welvarend Nederland, een van de tien rijkste landen ter wereld. In het rapport Welvaart en Welvaartsdenken, constateerde in 1963 de commissie voor sociale zaken van de Oecumenische Raad van Kerken dan ook 'dat de discussie over de vraag van de eventuele herverdeling van het bestaande inkomen op de achtergrond is geraakt'. Paniek veroorzaakte het allerminst toen zondag 8 september 1963 in vele kerkdiensten een boodschap van de Oecumenische Raad werd voorgelezen, waarin de natie gemaand werd de aanwezige en toenemende welvaart rechtvaardig te verdelen en ongeoorloofde inkomens- en vermogensverschillen te verminderen. Men ging voort spanningen over de verdeling van de nationale koek op te vangen uit de groei van het nationaal inkomen. En zolang dat (ten koste van de economische groei in de derde wereld - zie VU-magazine maart '72) lukte, bleef het betrekkelijk rustig aan het sociale front. Voorspelbaar was - achteraf gezien - dat de discussie over een rechtvaardige inkomensverdeling pas echt zou oplaaien, wanneer economische omstandigheden zouden dwingen tot matiging.

Matigen? 'Matigen? Maar dan ook met z'n allen!' schreef het blad De Vakbeweging van het N W 30 maart '72. Een citaat uit dit artikel werpt een helder licht op de oorsprong van de spanningen, die zich sindsdien ontwikkeld hebben aan het sociale front. 'Wat is er terechtgekomen van de matiging bij andere inkomensgroepen? Wat er in de cao's staat, is door iedereen te controleren.

Wat zich daarbuiten afspeelt, in het bedrijfsleven en in de vrije beroepen, onttrekt zich aan ieders waarneming. Tenminste in het algemeen gesproken. Tot er weer eens berichten in de kranten verschijnen over fabelachtige bedragen, die worden uitgekeerd aan directeuren die bij hun onderneming niet meer zo goed "liggen" of door omstandigheden "overcompleet" zijn geraakt. Of tot een internationaal bureau, dat zich bezighoudt met het "bemiddelen" van managers, plotsklaps rapporteert, dat zonder overdrijving kan worden gezegd dat overal in Europa de salariëring van leidinggevende mensen in het vorige jaar een waarschijnlijk verbazingwekkende stijging te zien heeft gegeven. En het bureau onthult dat Nederland daarbij "koploper" is geweest met een stijging van maar liefst 20 procent.' Nog heviger zal naar de verwachting van VU-hoogleraar dr. B. Goudzwaard de dis-

cussie over de verdeling van de nationale koek worden als in de komende jaren de onafwendbare noodzaak zich opdringt om af te zien van groei als doel van economische politiek. (Zie VU-magazine, maart '72: 'We naderen de natuurlijke grenzen van onze economische expansie in een tempo, waarbij - als wij onze koers niet tijdig verleggen - een frontale botsing onvermijdelijk lijkt'). Maar in het begin van de jaren zestig werd de noodzaak daarvan niet beseft. De discussie beperkte zich, zoals het rapport Welvaart en Welvaartsdenken in '63 signaleerde, tot 'de verdeling van het in de toe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 178

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's