GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 153

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

met prins Claus als voorzitter. Deze commissie die in 1971 over anderhalf miljoen gulden beschikte, heeft tot taak door bewustmaking en voorlichting ons volk in zijn geheel te betrekken bij de door onze regering in de V.N. gesteunde ontwikkelingssamenwerking. Naast deze Nationale Commissie gaan ook kerken en particuliere inzamelingsinstanties als de 'X-Y actie' ertoe over om een kwart tot een derde van de voor ontwikkelingsprogramma's ingezamelde gelden voor allerlei vormen van politieke en mentaliteitsveranderende actie in eigen land te reserveren. Tot op heden heeft de financiële ondersteuning van deze activiteiten nog geen grootscheepse resultaten opgeleverd. En als het waar is dat onze wereldsamenleving de Zuidafrikaanse maatschappelijke werkelijkheid in het groot weerspiegelt, is dit ook geen wonder. Want het kon wel eens zijn dat de gemiddelde Nederlander net als de gemiddelde blanke Zuidafrikaan beseft wat hij te verliezen heeft als hij werkelijk zijn mentahteit verandert. In het 'wereldwerkboek 1970-1971', uitgegeven door de N.O.V.I.B. vinden we een aantal eisen die laten zien wat van ons volk verwacht wordt om de ontwikkeling van de arme wereld mogelijk te maken: 'De rijke landen moeten alle contingenteringen en andere beschermende maatregelen afschaffen die toegepast worden op de bewerkte produkten uit ontwikkelingslanden. De rijke landen moeten alle ondersteuning stopzetten van de landbouw die met de arme landen concurreert. De rijke landen moeten de arme landen toestaan desgewenst handelsbarrières op te richten die tegen de rijken gericht zijn.' De gemiddelde Nederlander beseft heel goed wat hier van hem gevraagd wordt. Er wordt van hem verwacht een deel - en dat kon wel eens een aanzienlijk deel zijn - van zijn welvaart, zijn macht en zijn privileges op te geven. En omdat hij heel goed - zij het soms diep weggedrongen achter allerlei rationaliseringen: 'in de derde wereld is men lui, kan men niets zelf organiseren, is men niet dankbaar voor onze hulp' - beseft waar het om gaat, blijft hij Oostindisch doof voor het appèl van de actiegroepen, van de kerken en van de Nationale Commissie.

Besef We kunnen zelfs voorzichtig stellen dat de doorsnee Nederlander die tenslotte eerder textielarbeider of bietsuikerboer is dan een intellectueel die oproept tot mondiale gerechtigheid, beter beseft wat er voor ons op het spel staat dan de vele bepleiters van structurele veranderingen in de wereldmaatschappij. Voor deze gedurfde veronderstelling heb ik twee redenen. In de eerste plaats weet bijvoorbeeld een textielarbeider dat hij door 'mondiale gerechtigheid' óf werkeloos zal worden óf een pijnlijk proces van omscholing zal moeten onder-

gaan. En in de tweede plaats merkt hij dat degene die dit alles van hem vraagt, niet alleen al veel meer dan hijzelf verdient, maar dat hij bovendien zelf buiten schot zal blijven bij de gevraagde mondiale economische herstructurering. Dit diffuse gevoel van de doorsnee Nederlander dat het hem zijn bevoorrechte positie en welvaart gaat kosten als recht gedaan wordt aan de gekleurde wereld, is nu juist ook in Zuid-Afrika het grote obstakel dat veranderingen tegenhoudt. Het zijn niet in de eerste plaats de fel nationalistische kerkelijke en politieke Afrikaner voormannen als de twee Vorsters die de apartheid mogelijk maken, evenmin als het de monopoliekapitalisten zijn die voor het voortduren van de uitbuiting der derde wereld verantwoordelijk zijn. Nee, het is de grote zwijgende meerderheid van zonder protest van het systeem mee profiterende blanken die de bestaande onderdrukking en uitbuiting continueert. Sprekend over de Engelstalige Zuidafrikaanse blanken, die in het algemeen geen aanhangers van de apartheid zijn, zegt Edgar H. Brookes: 'Rijkdom schept lafheid. De gemiddelde man die iets te verliezen heeft is geneigd de veilige kant te kiezen.' Deze woorden gelden ook voor de gemiddelde Nederlander die wel degelijk iets te verliezen heeft. Als Helder Camara het heeft over de Westerse wereld die de profijtelijke uitbuiting van de derde wereld niet wil opgeven, spreekt hij dan ook dezelfde waarheid uit: 'Het is niet gemakkelijk om rijk te zijn en menselijk te blijven.' Deze uitspraak van de Braziliaanse bisschop is voor onze wereldsituatie voorlopig nog profetisch, in Zuid-Afrika waar de zaken veel helderder liggen, is het heel duidelijk welke prijs betaald moet worden om 'menselijk' te zijn. De blanke die zich hier inzet voor verzoening, voor gelijke rechten voor blanke en gekleurde, loopt niet alleen de kans zijn materiële welzijn te verspelen, hij wordt ook maatschappelijk een melaatse, 'een verrader van eigen volk', een gevangenschap of verbanning zijn reële dreigingen voor hem. Zijn woorden zijn geen abstracte oproepen tot gerechtigheid, maar vallen samen met zijn daden. Hierdoor krijgt zijn stem ook gewicht voor zijn blanke medeburgers; de stille onrust die Afrikaanders die zich tegen de apartheid keren onder hun 'stamgenoten' zaaien, mag niet onderschat worden.

magazine

inzet en offers zijn tevergeefs en zinloos zolang de structuren van de Zuidafrikaanse samenleving niet radicaal veranderd worden. Deze nadruk op het belang van structuurveranderingen - die men ook tegenkomt als over het 'wereldapartheidsprobleem', het vraagstuk van de rijke en arme landen, wordt gesproken - is goed te begrijpen. Een voorbeeld ontleend aan de Zuidafrikaanse werkelijkheid maakt dit duidelijk. De Zuidafrikaanse rechterlijke macht is beslist niet zoals in veel andere dictaturen een zuiver verlengstuk van de regering, zij stelt zich vaak vrij onafhankelijk op. Maar de apartheid ligt verankerd in de wetgeving, en de rechters, hoe eerlijk en hoogstaand zij ook mogen zijn, kunnen niet anders dan de bestaande wetten toepassen. Zij zijn gevangenen van de wetten die het hun onmogelijk maken blank en gekleurd gelijk te behandelen. Zo is ieder mens in de rijke blanke wereld een gevangene van bestaande structuren, die hem verhinderen werkelijk solidair te zijn met de slachtoffers ervan. De oneerlijke spelregels die tussen rijk en arm gelden, maken het ondanks alle goede bedoelingen niet mogelijk voor een rijke om 'eerlijk' te spelen. En - zo beweren de voorvechters van structuurveranderingen - een moreel, individualistisch protest tegen deze stand van zaken is zinloos; alleen een gezamenlijke politieke actie die de onrechtvaardige spelregels verandert, is in deze situatie relevant.

Eenzijdig

Hoe juist dit laatste ook mag klinken, toch lijkt deze uitsluitende nadruk op de politieke actie die structuren moet veranderen, mij eenzijdig. Om die duidelijk te maken, wil ik het probleem van de structuren uitgaande van de Zuidafrikaanse situatie nog eens heel in het algemeen stellen. Hoe een blank individu zich ook gedraagt, hij blijft altijd een deel van het blanke collectief Dat betekent dat zijn daden tegenover de Afrikanen, hoe goed ook qua intentie en effect, altijd een blank stempel blijven dragen. Het betekent ook dat zelfs als hij door zijn groep uitgestoten wordt, hij toch als een - zij het ontrouw - lid van de groep behandeld Het probleem van de structuren wordt. Het engagement van mensen als Beyers Nau- Zeker, een Cosmas Desmond die huisarrest dé, die zijn privileges en vrijheid in de waag- opgelegd krijgt, of een French Beytagh die in schaal stelt om voor raciale gelijkheid te strij- een proces aangeklaagd wordt, hebben hun den, wordt door velen van minder belang ge- veilige bestaan in de waagschaal gesteld. acht dan de noodzakelijke structuurwijziging Maar hun ervaringen zijn bekendgemaakt die in Zuid-Afrika dient plaats te vinden. door de hele wereldpers, zij krijgen morele Beyers Naudé en de zijnen zijn - zo zegt men en financiële steun van vele kanten, terwijl de vanuit deze visie - 'White Liberals' ^xv al hun duizenden naamloze Afrikanen die veroor45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's