GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 434

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 434

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magame 36

Zoals de ouden zongen... wanneer ze ooit in vervulling gaat, een werkelijke toestand van geluk doet ontstaan, behalve dan wanneer in het communisme op de een of andere wijze de aloude religieuze beginselen weer binnendringt. Het christendom heeft in ieder geval de wereld zeer radicaal verandert, vooral wanneer men bedenkt dat een groot deel van de moderne sociale en politieke veranderingen misschien kunnen worden opgevat als secularisering van christelijke tendenzen. Bij voorbeeld de idee dat de mensen broeders zijn die in de nieuwe tijd eerst door de liberalen en vervolgens door de socialisten verkondigd is, heeft haar wortels in het christendom. Ik bestrijd niet dat zoiets ook niet in de Aziatische religies bestaat, maar ik spreek nu van de Europese geschiedenis. Natuurlijk zijn de mensen nog altijd niet gelijk, maar wanneer men constateert hoeveel sterker in onze moderne wereld het respect voor de partnerschap is in vergelijking met een wereld, waarin macht en heerschappij een volkomen onaangevochten vanzelfsprekendheid is, dan kunnen we toch zeggen dat het christendom hoe dan ook iets wezenlijks verandert heeft in de geschiedenis van de mensheid... Nou, maar een trek van het christendom is ook dat het zeer weinig respect heeft getoond tegenover de voorstellingen van andere religies of andersdenkenden in tegenstelling tot bij voorbeeld de antieken. Dat klopt. Het christendom heeft een intolerantie in de wereld gebracht, die er in de daaraan voorafgegane religies niet geweest is. Wat ik zeggen wilde was alleen, dat de verandering van de wereld in het christelijke tijdperk mijns inziens daartoe geleid heeft dat de eigenlijke christeüjke houding, primair een broederlijke houding, uiteindelijk ook sociale en pohtieke vormen mogelijk gemaakt heeft, die er voorheen niet geweest waren. Natuurlijk moet ik hierbij zeggen dat de onverdraagzaamheid van de christenen tegenover de niet-christenen volgens mij géén christelijke houding is. Daarom sta ik in deze aan de kant van die mensen, die in de afgelopen ecuwen binnen de christelijke kerk als heretici( ketters) bestempeld zijn.

Februari 1974 verscheen in het Amerikaanse „Journal of Marriage and the Family" een artikel waarin twee gezinssociologen, Yost en Adamek geheten, de zogenaamde „generatiekloof', althans een deel daarvan, aan een onderzoek onderwierpen. Deze kloof tussen ouders en hun kinderen, zo leerde een theorie, manifesteert zich duidelijk merkbaar in veranderende opvattingen onder veel jongeren over het gezin zelf. Ze staan meer dan hun ouders open voor commune-vormen, groepshuwelijk of samenwonen. De traditionele „gezinsculluur" spreekt hun minder aan. Hoe kwam dat'? Bij (wetenschappelijk verantwoorde) navraag onder een groep studenten, bleek verband te -bestaan tussen de opvattingen die de ondervraagde koesterde over het gezin en de verhoudingen die golden in het „nest" waaruit hij afkomstig was. Kon hij terugzien op een relatie met zijn ouders waarin met name godsdienstige en politieke opvattingen met succes aan hem waren doorgegeven, dan hechtte hij meer waarde aan het gezin. Kon hij zich moeilijk identificeren met zijn ouders (bij voorbeeld doordat er van conflicten of van onverschilligheid sprake was) dan was de kans groot dat radicale (progressieve) opvattingen over het gezin zich bij hem zouden ontwikkelen, zo veronderstelden Yost en Adamek. Ze merkten daarbij nog op, dat het voor een kind moeilijker wordt zich met zijn ouders te identificeren wanneer die over belangrijke punten onderling van mening verschillen; als het ware minder ,,een gesloten front" vormen. Het vermoeden van de onderzoekers kon kort samengevat worden weergegeven als: progressieve opvattingen over het gezin komen voort uit een in-adequate opvoeding door conventionele ouders die geen gesloten front vormen. Of positief (en nog korter) geformuleerd: zoals de ouden zongen, piepen de jongen.

„Typisch Amerikaans" September '74 boog zich een groep van negen tweede jaarsstudenten-niet westerse sociologie en culturele anthropologic over het

artikel. De bedoeling was, dat een leeronderzoek aan het onderwerp zou worden gewijd. Hun kritiek op het artikel was niet mals. Men las er een ,,typisch Amerikaanse" bezorgdheid uit voor een ordelijke overdracht van de gezinscukuur. Bovendien sprak uit het artikel de suggestie dat het gezin de enige plek zou zijn waar zich de opvoeding voltrekt, terwijl in werkelijkheid natuurlijk tal van andere invloeden (school, vrienden en kennissen) meewerken. Aanvankelijk wilden de studenten (en hun begeleiders, de heren H. P. Goede en F. J. M. Seller) in hun onderzoek naar de opvattingen over huwelijk en gezin ook andere bronnen aanboren dan alleen de situatie thuis. Maar hoe doe je dat als je maar een jaar de tijd hebt, onervaren bent en nog andere dingen aan je hoofd hebt? In de rapportage die na afsluiting van het leeronderzoek werd verricht werd dan ook ietwat spijtig verzucht: „Sommige beslissingen moesten soms genomen worden niet op grond van wetenschappelijke diepgang, maar vanuit de gedachte: onze tijd en mogelijkheden zijn beperkt". Besloten werd om dan toch maar te werk te gaan naar het Amerikaanse voorbeeld. Negentig tweede- en derdejaarsstudenten aan de VU, (allen tussen de 19 en 25 jaar, niet thuis wonend en opgegroeid in een volledig gezin) werden ondervraagd. Gezocht werd naar antwoorden op vragen als: zal de houding (ten opzichte van huwelijk en gezin) van een ondervraagde verschillen van die van zijn ouders wanneer hij of zij wel of niet is opgegroeid in een gezin waarin de ouders over het algemeen één lijn trokken? Hoe zal de houding zijn bij een goede relatie tussen ouders en kind? Wat gebeurt er als de relatie slecht was? Wat is de uitwerking van straffen in de opvoeding en wat betekent een autoritaire opvoeding voor de houding van de ondervraagde?

Resultaten De resultaten van het onderzoek werden met de nodige voorzichtigheid omgeven. Ze werden meestal gepresenteerd in de vorm van veronderstelling, vermoedens, tendensen of speculaties. Exacter was het cijfermateriaal. Zo woonde 80 procent van de ondervraagde studenten alleen; 16 procent met een partner

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 434

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's