GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 430

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 430

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 32

Derde Wereldoorlog waarschijnlijk, maar daarmee is niet alles afgelopen In het vorige nummer van VUmagazine werd het eerste deel gepubhceerd van een interview dat VU-medewerkerdrs. Henry Brookman had met prof. dr. C. F. von Weizsacker, die 20 oktober onderscheiden werd met een ere-doctoraat. Op deze en volgende pagina's het tweede deel van dit interview. Om te beginnen kwam de onderwijspohtiek ter sprake. U heeft eens beweerd dat de onderwijspolitiek zich moet richten óp de middelmatige leerling, die immers het grootste deel van de bevolking uitmaakt, en dat daardoor bij voorbeeld twee maal zoveel universiteiten, maar dan van een middelmatige graad van moeilijkheid, behoren te worden opgericht. Kunt u deze visie nader toelichten? Ja dat heb ik indertijd geschreven en ik vind ook dat het juist was, maar als het aantal eerstejaars studenten zo sterk blijft groeien als het nu doet, dan kan men niet tegelijkertijd een beroepsstructuur handhaven, waarin een eindexamen een in de wet vastgesteld recht tot arbeid in een bepaald beroep biedt. Dat gaat niet. Men moet deze veranderingen gepaard doen gaan met een hervorming van de sociale structuren, waarin het onderwijs als een waarde wordt beschouwd, maar niet als bron voor een aanspraak. Het huidige onderwijsvraagstuk vormt evenwel een onderdeel van het probleemcomplex van onze hoogontwikkelde samenleving, waarin de noodzaak van bepaalde arbeidsvormen verminderd is en waarin de vraag naar deze vormen van arbeid tengevolge van onze eigen ontwikkeling afneemt. Daardoor ontstaat die structurele werkloosheid, die wij nu hebben. Dit is onvermijdelijk. Men kan hier natuurlijk op verschillende wijzen tegenaan kijken, maar ik persoonlijk geloof dat dit precies is wat we gewild hebben, toen wij de technologische vooruitgang op gang brachten. Bovendien, wanneer men vele mensen toelaat tot het wetenschappelijk onderwijs — wat een goede zaak is — dan moet dat bete-

Drs. Henrv Brookman

kenen, dat niet alle mensen die een intellectuele ontwikkeling genoten hebben, juist die functies kunnen uitoefenen, die door slechts weinig mensen uitgeoefend worden, omdat er nu eenmaal niet meer behoefte aan bestaat. Het gehele probleem van het juiste gebruik van de gewonnen vrije tijd is in onze maatschappij nog helemaal niet opgelost. De ene vorm, waarin men hier iets aan doet. is de zogenaamde vrijetijdsindustrie, daarnaast Bestaat er evenwel een wanhopige strijd tegen de werkloosheid, die men toch door de voortschrijdende technische vooruitgang voortdurend doet ontstaan. Een wezenlijk punt hierbij is de overgang naar de dienstverlenende sector en deze tertiaire sector neemt immers steeds in betekenis toe. Ik weet niet hoe de ontwikkeling verder zal verlopen. Ik ben per slot van rekening ook geen socioloog of econoom. Ik wil alleen zeggen, dat de vooruitgang enerzijds oude problemen oplost, maar daarvoor in de plaats nieuwe problemen schept, maar ik beschouw al deze problemen niet als onoplosbaar. Het is niet zo belangrijk dat men op de universiteit een nieuwe studierichting voor deze problemen creëert. Belangrijker is dat alle studierichtingen zich gezamenlijk over deze

maatschappelijke problemen buigen. Spreek ik vanuit mijn eigen ervaring, met de verhouding tussen mijn vak, natuurkunde, en de politiek, dan kan ik zeggen dat ik van al mijn collega's in de fysica mij het intensiefste met dergelijke politieke problemen heb beziggehouden. Ik ben hierdoor echter zeer snel in moeilijkheden gekomen, omdat mijn collega's gingen zeggen: Weizsacker doet het wel voor ons". Dat heeft natuurlijk geen zin, want ik had geen behoefte aan hun persoonlijk vertrouwen in mij, maar ik wilde dat zij meedachten. Ook heeft men mij een parlementszetel aangeboden, dat heb ik óók afgeslagen, omdat ik wetenschapsman wil blijven en als wetenschapsman door de daad wil bewijzen, dat men zich ook met de politiek kan bemoeien in deze hoedanigheid. Anders is het alleen maar zo dat een mens of een paar mensen van het ene beroep in het andere overgaan. De werkelijke politieke problemen, die met de natuurkunde verbonden zijn, worden niet opgelost, doordat een paar natuurkundigen politici worden. Zij zijn slechts dan op te lossen, indien alle natuurkundigen hun politieke verantwoordelijkheid inzien. Ditzelfde geldt voor alle andere studierichtingen, voor alle professoren en voor alle studenten. Ik heb eens op een speelse manier gezegd: Iedere professor moet zich verplichten in ieder college dat hij geeft vijf minuten aan deze problemen te besteden. Dus niet de een zijn gehele leven en de ander nooit. En wanneer hij inderdaad vijf minuten hieraan besteedt, dan zal hij naar zijn hoofd grijpen en zeggen: Ja. dat kan ik toch niet. Daar weet ik toch te weinig van! Dan zal men zeggen: Maar u moet tóch over deze problemen spreken. U moet zoveel leren, dat u over deze problemen spreken kan. Dan zal hij zich op die vijf minuten misschien wel een week lang moeten voorbereiden en de overige veertig minuten zou hij uit zijn hoofd moeten kennen, omdat hij dat geleerd heeft. Nou, ja. dit zeg ik nu op een humoristische wijze, om de aard van de eis te karakteriseren. Ten slotte nog dit: als hij een godsdienstige overtuiging heeft, dan zal men van hem verlangen, dat hij die ook bij de uitoefening van zijn beroep naleeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 430

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's