GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 422

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 422

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MU magazine 24 de orde mag en moet komen. Omdat we, op terreinen als bij voorbeeld het hoger onderwijs en het participatie-onderwijs voor werkende jongeren, geconfronteerd worden met nieuwe problemen." Dit tot de KVP, En de AR kon uit zijn mond in Trouw/Kwartet (23 sept.) lezen: ..Als er in Nederland geen vrijheid van onderwijs bestond, zouden we haar nu moeten uitvinden. Net als de vrijheid van drukpers en de vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van onderwijs een wezenlijk kenmerk van een democratische samenleving. Vooral nu de waarden weer een belangrijker rol gaan spelen in het onderwijs, is die vrijheid een groot goed. Dat zeg ik niet alleen omdat het nu eenmaal in de grondwet staat, maar omdat ik daar zelf diep van overtuigd ben." De uitspraken konden niet voorkomen, dat van CHU-zijde (Kruisinga) op 9 oktober een motie werd ingediend waarin de regering verzocht werd „geen maatregelen te treffen of voor te stellen welke aan deze na lange strijd verworven vrijheid van onderwijs op enigerlei wijze afbreuk doen". „Een slechte motie",,,insinuerend en onnodig polariserend", vertolkte Arjosvoorzitter Fred Borgman in Ned. Gedachten (18 okt.) een gevoelen in a.r.-kringen. Het feit dat de AR en KVP tegen de (verworpen) motie stemden en de liberalen vóór bevestigt de indruk dat niet zozeer de vrijheid om christelijk onderwijs te geven in geding is, maar dat de schoen elders wringt. Waarom ook zou Nederland het probleem niet kennen dat b.v. ook in Engeland speelt nl. strijd tussen Labour en de conservatieven om het bestaansrecht van ,,categorale" scholen naast de middenscholen. De conservatieven zijn ervoor. Hoogbegaafden moeten speciaal onderwijs. Labour is er tegen. Dat worden toch weer scholen, die de maatschappelijke elite reserveert voor het eigen kroost, begaafd of niet. Van Kemenade is niet verwonderd over het WD-verzet tegen zijn ideeën. „ D a f de VVD ertegen is, is duidelijk en dat moet alleen maar duidelijker worden. Want daar gaat hetom, om dat soort tegenstellingen" (HP, 11 okt.). Uitgangspunten Welke zijn de maatschappelijke uitgangspunten, waarvan Van Kemenade vreest, dat deze ondergesneeuwd raken in een onderwijs-vrijheid-discussie? In de Contourennota is o.a. het volgende te lezen: ,,Mede door onderwijs zijn kennis en cultuur niet meer het monopolie van weinigen, is de welvaart toegenomen en is het vroegere scherpe onderscheid tussen maatschappelijke standen vervaagd. Door onderwijs is ook de behoefte aan en de mogelijkheid tot deelname aan de besluitvorming op het werk, in de wijk, in de gemeente, of op landelijk niveau vergroot. Onderwijs kan weliswaar niet op eigen kracht nieuwe maatschappelijke verhoudingen en meer gelijkwaardigheid in de samenleving bewerkstelligen, maar het kan er wel een wezenlijke bijdrage toe leveren. En het is stellig een wezenlijke voorwaarde voor het welslagen van een beleid dat daarop is gericht. Daarom is het van belang zich te bezinnen op de mate waarin en de wijze waarop het onderwijs zou kunnen bijdragen tot de verdere ontwikkeling van meer gelijkwaardigheid in de samenleving en op de veranderingen die daartoe in het onderwijs noodzakelijk zijn. Dat geldt nu wellicht zelfs nog in sterkere mate dan vroeger, omdat de betekenis van het onderwijs voor personen en samenleving steeds groter is geworden en de

maatschappelijke veranderingen in omvang en tempo toenemen. Zonder vrij langdurige vorming en opleiding is een zicht op de steeds meer ingewikkelde vraagstukken in de samenleving nauwelijks mogelijk. De voor een democratische samenleving noodzakelijke mondigheid en weerbaarheid voor haar burgers vereisen een voortdurend langere en bredere vorming. De positie die men in de maatschappij inneemt en de macht, die men op grond daarvan heeft, worden in toenemende mate bepaald door kennis en opleiding. Verdeling van macht en behoud van de mogelijkheden tot democratische controle vereisen dan ook meer dan ooit een rechtvaardige verdeling van opleiding en opleidingskansen. Kennis, maar ook normen en waarden veranderen momenteel zeer snel, evenals de eisen die het beroepsleven stelt. Mensen worden steeds meer en steeds sneller voor nieuwe keuzen en opgaven gesteld. Zij worden geconfronteerd met problemen en veranderde omstandigheden die ze kort tevoren nog niet hadden vermoed. Zonder voldoende vorming en opleiding, zonder onderwijs dat hen tot zelfstandigheid,,geschoold" heeft, en zonder mogelijkheden om ook in latere levensfasen nog van vorming- en opleidingsvoorzieningen gebruik te maken, zullen velen daar weerloos tegenover staan en het zicht en de greep op hun situatie verliezen."

Mondige mensen Dezer dagen verscheen bij de staatsuitgeverij een (beknoptere) pocket-editie van het in de Contourennota voorgestelde onder de titel „Meer mensen mondig maken" (iS,- in de boekwinkel). Titel drukt ongetwijfeld uit wat Van Kemenade hoopt dat het effect zal zijn van zijn onderwijsvernieuwing. In de nota wordt gesproken over „onderwijs dat aan alle leden van de samenleving mogelijkheden biedt hun uiteenlopende talenten te ontplooien, dat mensen meer mondig en weerbaar maakt, hun daardoor meer toegang geeft tot de kennis, de cultuur, de besluitvorming en de welvaart en hen in staat stelt om aan de ontwikkeling en toepassing daarvan een eigen bijdrage te leveren." ,,Beschouwt u uw nota als een typisch socialistische visie op het onderwijs?", vroeg — kennelijk niet geheel zeker — de Haagse Post aan Van Kemenade. Antwoord: ,,Dat vind ik wel. Het zou betreurenswaardig

C)E SOCIALE VVERK£LUKH£/D Cn Wit vv&t iToeyeeJ oh& on</«^M^H& p e / j ^ a r k o s t '^ , , , j

'

'

s a

j ^ ^ j ^ j ^ zittey^ f

&ivj«ie/a«is^ Wie W3<> £|e u r j W l l ^ e / ' ' ,

,Q

£n M/i£ heeft èit ttiicf^edScii»»/ w/ï&i/flni^en '^ fr\ u/d. i^t. nioiwe comtowrwMoT^ ^ o W a t f=et4":e*it ^•Kv.Q.'^ f^, AI.A.V.O. '^ Ei^ H . E . A . O . ' ? E»,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 422

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's