VU Magazine 1975 - pagina 328

nJ magazine 18

SITUATIE TOT OLIECRISIS Het energieverbruik in Nederland is zeer snel toegeno-

Hans Bedet

men:van 1950tot 1960eenstijging v a n 4 , 5 % p e r j a a r en daarnazelfsvan 8,6%perjaar.

Jaar

Verbruik in min. t.o.e.

1950 1960 1970 1973

14 22 50 64

min. t.o.e betekent miljoen ton olie equivalent en 1 dit is een veel gebruikte maat voor een hoeveel1 heid energie.

TABEL 11

JC

Verhouding (1):(2)

Als w e globaal zouden uitrekenen hoe groot de totale voorraden fossiele brandstoffen zijn en w e deze uitkomst delen door de geschatte vormingstijd dan wordt duidelijk dat w e vandaag de dag over de hele wereld ongeveer een miljoen maal meerperjaar verbruiken dan er vroeger per jaar werd gemaakt! (Kolen, olie en gas zijn ten slotte ook onderdelen van de biologische kringloop en werden vroeger onder bijzondere omstandigheden gevormd.) Met andere woorden: w e teren in een ontzagwekkend tempo op onzevoorraden in. Metditgegeven als uitgangspunt kunnen vele scenario's ontwikkeld worden voor een toekomstig energiebeleid. Dit gebeurt dan ook veelvuldig, af en toe vangen w e er flarden van op via krant, tv of andere nieuwsmedia. Veel meer dan flarden zijn het meestal niet, bovendien zijn ze vaak niet helemaal (of helemaal niet) juist en ten slotte hebben w e er niets aan als w e niet weten waar men over praat. Dat laatste nu zullen w e proberen te ondervangen door een soort vogelvlucht te maken door het recente verleden. Hieruit zullen w e enkele conclusies trekken, een eigen beleidsstandpunt formuleren en vergelijken met dat van minister Lubbers zoals neergelegd in zijn energienota.

Willem Spierenburg

Verdeling Energieverbru (2)

Bij de discussie rond kernenergiecentrales, alternatieve energiebronnen en de groei van het energieverbruik wordt vaak een wirwar van cijfers en argumenten gebruikt. Het lijkt alsof iedereen zijn mening met een statistiek kan bewijzen. Toch vertonen al deze discussies een belangrijke overeenkomst, nl. de eindigheid van onze fossiele energievoorraden zoals kolen, olie en gas. Degrootte van deze voorraden lijkt afhankelijk te zijn van de ontwikkelingslijn die de schrijver van een artikel voor ogen heeft: over het algemeen worden deze voorraden dóór voorstanders van de kernenergie kleiner geschat dan door tegenstanders van deze manier van energie-opwekking. Echter, dat de koek opraakt is voor iedereen een duidelijke zaak.

J o s v d . Ejjnde

Verdeling Bevolking (1)

De schrijvers van dit artikel, Josv.d. Eijnde, Willem Spierenburg en Hans Bedet zijn alle drie natuurkundestudent aan de VU. Het afgelopen jaar hebben zij in het kader van een bijvak, samen met een groep politicologiestudenten de Energienota van minister Lubbers geanalyseerd. Bij het schrijven van dit artikel hebben zij uiteraard ook gebruik gemaakt van door andere groepsleden verrichte werkzaamheden. De verantwoordelijkheid voor dit artikel berust echter slechts bij hun drieën. Zij hopen met dit artikel een bijdrage te leveren aan de overzichtelijkheid van de energieproblematiek in verband met de binnenkort te verwachten behandeling van de Energienota in de Tweede Kamer.

9,5 10,0 2,9 6,0 7,7

21,2 1.5 1,0 35,9 3,6

2,23 0,15 0,34 5,98 0,47

31,6

9,2

0,29

32,3

27,6

0,85

1970

West-Europa Afrika Midden-Oosten Noord-Amerika Midden-Zuid-Amerika Verre-Oosten en Australië Oost-Europa, USSR en China

Bekijken w e daarnaast de cijfers die de situaties van 1970 voor de wereld weergeven, dan wordt de ongelijkheid van het energieverbruik per gebied duidelijk. De verhouding van het energieverbruik per hoofd tussen de VS, Nederland, de EEG, Japan en India beliep in 1 970 ongeveer 50:25:20:16:1 waarmee direct Nederland z'n plaats wordtgegeven in hetwereldgebeuren! Juist in de jaren ' 5 0 en ' 6 0 vond ook een grote verschuiving plaats in de belangrijkste energiedrager. Waren in 1950kolen nog het belangrijkste ( 8 4 % van het totaal, de rest olie), in 1960 w a s het kolen-aandeel teruggedrongen tot 5 0 % met olie op 4 8 % , in 1970bedroeg hetkolenaandeel nog maar 10%, w a t mogelijk w a s door de grote opkomst van het aardgas. In 1973 ten slotte zien w e het aardgas op de eerste plaats staan met 45 %(Slochteren).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen