GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 253

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 253

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

voud ten grondslag lag van het handelen van God in de wereld. Dit nieuwe beeld van een zeer neurotische, maar ook diep-religieuze man staat in contrast tot het geïdealiseerde en geseculariseerde beeld dat tijdens de Verlichting ontstond. Het feit dat we nu een duidelijker beeld hebben en hem niet meer zien als een vergeestelijkt bovenmenselijk brein, doet echter niets af aan onze waardering voor wat hij op wetenschappelijk gebied bereikte. Darwin Een dergelijke herbezinning is de laatste jaren ook mogelijk geworden ten aanzien van een andere belangrijke figuur in de geschiedenis van de natuurwetenschappen: Charles Darwin. Op latere leeftijd had deze te kennen gegeven dat hij aan de meest creatieve gedeelten van zijn onderzoek had gewerkt volSir Isaac Newton gens echt Baconiaanse principes en - zonder . . . geen bovenmenselijk brein . . . vooropgezette theorie - op grote schaal feiten ken, waaraan wetenschappelijke waarde werd had verzameld. Een paar jaar geleden echter toegekend, werden bijeen gehouden, maar de werden Darwins wetenschappelijke aantekerest werd van weinig waarde geacht en raakte ningen gepubliceerd. Het werd toen duideverspreid. Albert Einstein toonde toentertijd lijk, dat hij in werkelijkheid met de grootst eer begrip dan de historici. Hij besefte dat mogelijke vrijheid had gespeculeerd in die deze documenten een uniek inzicht konden periode. De formulering van een theorie over verschaffen in Newton's 'geistige Werkstatt' evolutie door natuurlijke selectie was het (geestelijke werkplaats). Een vloed van on- resultaat van een ingewikkelde reeks hoogst gepubliceerd werk over alchemie, over de theoretische invallen die maar zeer losjes te chronologie van de oude geschiedenis, maar maken hadden met empirische waarneminvooral ook over theologie bevestigden de gen. Door nauwkeurige bestudering van mening van degenen die Newton goed ken- deze aantekeningen en andere manuscripten den, dat hij deze geschriften zelf belangrijker die de laatste tijd door een aantal historici is vond dan al zijn werk op het gebied van verricht, is Darwins theorie geworden tot een natuurkundige filosofie. Zoals ook vele an- van de best gedocumenteerde en best bedere denkers uit de zeventiende eeuw zocht grepen voorbeelden van het ontstaan van Newton naar de juiste principes om zowel nieuwe opvattingen, waarover de geschiedeGods woord (de Bijbel) als Gods werken (in nis der natuurwetenschappen beschikt. de natuur) te kunnen interpreteren. Hij wilde Prof. Rudwick had getracht het zijne bij te draaantonen dat aan beide de eenheid en een- gen aan dit onderzoek. Hij vergeleek wat Dar-

win als geoloog deed, met wat hij deed als bioloog. Daartoe analyseerde hij een stukje door Darwin verricht geologisch onderzoek dat vooral zo interessant was, omdat Darwin daarin een - wat hij later zou noemen - 'geweldige blunder' in zijn methodiek maakte. Van een raadselachtig geologisch verschijnsel in Schotiand gaf hij een bepaalde interpretatie en bleef die ongeveer 25 jaar lang volhouden, ondanks interpretaties die door anderen werden geleverd en die hedendaagse geologen veel aanvaardbaarder in de oren klinken. De reden voor die koppigheid zou kunnen zijn, dat volgens Darwin, dit plaatselijke geologische vraagstuk een sluitend bewijs vormde voor een veel meer-omvattende geologische theorie, die weer nauw verwant was aan de biologische theorie waaraan hij tegelijkertijd werkte. En ook dat hij trachtte dezelfde redeneertrant te volgen die hij voor zijn evolutietheorie wilde gebruiken.

Sir Charles Lyell . . . onveranderde wereld . . .

Dit voorbeeld toont aan, dat we de scheidslijnen die op het ogenblik bestaan tussen de wetenschappen beter kunnen vergeten en dat we moeten proberen alle aspecten van het wetenschappelijk werk te zien als een onafscheidelijke eenheid. Prof. Rudwick had zijn onderzoek naar Darwin's falen niet verricht om de waardering voor diens werk te doen verminderen, maar om een beter inzicht te verkrijgen in diens manier van denken. Voor de wetenschapshistoricus zijn de fouten en de doodlopende wegen even interessant als de successen die de wetenschap verder helpen. Lyell Darwin was niet een wetenschapsbeoefenaar die alleen in het oplossen van wetenschappelijke vraagstukken was geïnteresseerd. Het is opmerkelijk dat de vakbiologen die Darwin's biologische aantekeningen uitgaven, dat niet deden met, wat Darwin noemde, zijn 'metafysische aantekeningen', hoewel die in 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 253

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's